Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Raad van Europa inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven en de financiering van terrorisme
Artikel 46 Samenwerking tussen Financiële Inlichtingen-eenheden
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2008
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2016, 5).
- Bronpublicatie:
16-05-2005, Trb. 2006, 104 (uitgifte: 12-05-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2008, Trb. 2008, 182 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
De Partijen waarborgen dat de Financiële Inlichtingen-eenheden zoals omschreven in dit Verdrag, met elkaar samenwerken ten behoeve van de bestrijding van het witwassen van geld teneinde relevante informatie over enig feit dat mogelijk kan wijzen op het witwassen van geld te verzamelen en te analyseren en indien van toepassing, te onderzoeken binnen de FIE, overeenkomstig hun nationale bevoegdheden.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid waarborgt elke Partij dat Financiële Inlichtingen-eenheden eigener beweging of op verzoek, hetzij overeenkomstig dit Verdrag, of overeenkomstig bestaande of toekomstige memoranda van overeenstemming die verenigbaar zijn met dit Verdrag, alle beschikbare informatie uitwisselen die relevant kan zijn voor het verwerken of analyseren van gegevens of, indien van toepassing, voor onderzoek door de FIE met betrekking tot financiële transacties die verband houden met het witwassen van geld en de daarbij betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen.
3.
Elke Partij draagt er zorg voor dat de uitoefening van de functies van de Financiële Inlichtingen-eenheden uit hoofde van dit artikel niet wordt belemmerd door hun nationale status, en de vraag of zij in nationaal verband tot bestuurlijke, opsporings-, of rechterlijke autoriteiten gerekend dienen te worden.
4.
Elk verzoek dat ingevolge dit artikel wordt gedaan gaat vergezeld van een korte uiteenzetting van de relevante feiten, zoals die bij de verzoekende FIE bekend zijn. De FIE omschrijft in het verzoek hoe de gevraagde informatie na ontvangst zal worden gebruikt.
5.
Indien een verzoek overeenkomstig dit artikel wordt gedaan, verschaft de aangezochte FIE alle relevante informatie, met inbegrip van beschikbare financiële informatie en opsporingsgegevens, waarin het verzoek om wordt gevraagd zonder dat daarvoor een formeel verzoekschrift ingevolge tussen de Partijen van toepassing zijnde verdragen of overeenkomsten voor nodig is.
6.
Een FIE kan weigeren informatie te vertrekken indien dit schadelijk zou kunnen zijn voor een strafrechtelijk onderzoek dat wordt uitgevoerd in de aangezochte Partij, of, in uitzonderlijke gevallen, wanneer het onthullen van de informatie duidelijk onevenredig zou zijn in verband met de gerechtvaardigde belangen van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, of de betrokken Partij zelf, dan wel anderszins niet in overeenstemming met de grondbeginselen van het nationale recht van de aangezochte Partij zou zijn. Een dergelijke weigering wordt naar behoren toegelicht aan de FIE die om de informatie heeft verzocht.
7.
Informatie of documenten die ingevolge dit artikel zijn verkregen worden uitsluitend gebruikt voor de doeleinden vermeld in het eerste lid. Informatie verschaft door een andere FIE wordt niet zonder voorafgaande toestemming van deze FIE verstrekt aan derden, noch door de ontvangende FIE gebruikt voor andere doeleinden dan analyse.
8.
Bij het verstrekken van informatie of documenten uit hoofde van dit artikel, kan de verstrekkende FIE beperkingen en voorwaarden stellen aan het gebruik van informatie voor andere doeleinden dan die welke zijn bepaald in het zevende lid. De ontvangende FIE eerbiedigt al deze beperkingen en voorwaarden.
9.
Wanneer een Partij ontvangen informatie of documenten wenst te gebruiken voor strafrechtelijk onderzoek of vervolging, en ten behoeve van de doeleinden vastgelegd in het zevende lid, kan de verstrekkende FIE zijn goedkeuring daaraan niet onthouden, behoudens op grond van beperkingen ingevolge zijn nationale recht of de voorwaarden bedoeld in het zesde lid. Indien toestemming wordt geweigerd, wordt zulks naar behoren toegelicht.
10.
Financiële Inlichtingen-eenheden treffen alle noodzakelijke maatregelen met inbegrip van veiligheidsmaatregelen die waarborgen dat ingevolge dit artikel verschafte informatie niet toegankelijk is voor andere autoriteiten of diensten.
11.
De verschafte informatie wordt beschermd in overeenstemming met het Verdrag van de Raad van Europa tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens (ETS nr. 108) van 28 januari 1981 en rekening houdend met Aanbeveling nr. R(87)15 van 15 september 1987 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa tot regeling van het gebruik van persoonsgegevens op politieel gebied met ten minste dezelfde regels voor geheimhouding en bescherming van persoonsgegevens als die welke gelden uit hoofde van de nationale wetgeving die van toepassing is op de verzoekende FIE.
12.
De verstrekkende FIE kan zich te laten informeren[lees: kan zich laten informeren] over het gebruik van de verschafte informatie en de ontvangende FIE dient, wanneer dat mogelijk is, de gewenste terugkoppeling te verschaffen.
13.
De Partijen geven aan welke eenheid een FIE is in de zin van dit artikel.