Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2020/999 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de erkenning van inrichtingen voor levende producten en de traceerbaarheid van levende producten van runderen, varkens, schapen, geiten en paardachtigen
Artikel 4 Termijnen voor exploitanten om informatie te verstrekken in aanvragen tot erkenning van inrichtingen voor levende producten voor runderen, varkens, schapen, geiten en paardachtigen en over de beëindiging van activiteiten
Geldend
Geldend vanaf 30-07-2020
- Bronpublicatie:
09-07-2020, PbEU 2020, L 221 (uitgifte: 10-07-2020, regelingnummer: 2020/999)
- Inwerkingtreding
30-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-07-2020, PbEU 2020, L 221 (uitgifte: 10-07-2020, regelingnummer: 2020/999)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veterinair recht
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
Elke lidstaat stelt termijnen vast voor:
- a)
exploitanten om de bevoegde autoriteit het volgende te verstrekken:
- i)
de krachtens artikel 3, lid 1, vereiste informatie;
- ii)
informatie betreffende de beëindiging van activiteiten van erkende inrichtingen voor levende producten voor runderen, varkens, schapen, geiten en paardachtigen;
- b)
de bevoegde autoriteit om exploitanten in kennis te stellen van:
2.
De in lid 1, onder a), i), bedoelde termijn valt niet meer dan 90 dagen vóór de datum waarop de exploitant voornemens is met de activiteiten in de inrichting voor levende producten te beginnen.
3.
Tenzij de bevoegde autoriteit anders bepaalt, worden substantiële wijzigingen in verband met de biobeveiligingsvoorschriften voor de exploitatie van de inrichting voor levende producten zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), v), achtste streepje, geacht te zijn goedgekeurd binnen een periode van 90 dagen vanaf de datum van kennisgeving van een dergelijke wijziging door de exploitant.