Toetsing van besluiten in het rechtspersonenrecht
Einde inhoudsopgave
Toetsing van besluiten in het rechtspersonenrecht (IVOR nr. 89) 2012/8.4.2:8.4.2 De verhouding tussen art. 2:13 en 3:32 en 34 BW
Toetsing van besluiten in het rechtspersonenrecht (IVOR nr. 89) 2012/8.4.2
8.4.2 De verhouding tussen art. 2:13 en 3:32 en 34 BW
Documentgegevens:
A.J.M. Klein Wassink, datum 14-05-2012
- Datum
14-05-2012
- Auteur
A.J.M. Klein Wassink
- JCDI
JCDI:ADS597375:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Voor verdere detaillering verwijs ik naar de beschouwing van Overes en Van Veen, 2000, p. 131 ev., over dit onderwerp.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Als eerste voorbeeld van een knelpunt noem ik de aansluiting tussen art. 2:13 en art. 3:32 en 34 BW. Nadat de tekst van art. 2:13 BW werd vastgesteld zijn de teksten van de art. 3:32 en 34 BW waarop art. 2:13 BW gebaseerd is, gewijzigd. Deze wijzigingen zijn vervolgens niet verwerkt in art. 2:13 BW. Inconsistenties die daar het gevolg van zijn komen aan het licht als het stemrecht op aandelen of het stemrecht verbonden aan het lidmaatschap van een vereniging door een onbekwame of onder invloed van een geestelijke stoornis of wilsgebreken wordt uitgeoefend.1