BNB 2019/91
Waardemutatie van na emigratie naar België ontstane terbeschikkingstellingsvordering op in Nederland gevestigde vennootschap niet ter heffing toegewezen aan Nederland
HR 15-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:358, m.nt. G.T.K. Meussen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 maart 2019
- Magistraten
Mrs. Koopman, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
17/04329
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
G.T.K. Meussen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS48535:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:358, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:467, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑04‑2018
- Wetingang
Art. 3.92 Wet IB 2001; art. 13 par. 5 Verdrag Nederland-België 2001 t.v.v.d.b.
Essentie
Waardemutatie van na emigratie naar België ontstane terbeschikkingstellingsvordering op in Nederland gevestigde vennootschap niet ter heffing toegewezen aan Nederland
Samenvatting
Belanghebbende heeft een aanmerkelijk belang in Management BV. Management BV heeft een meerderheidsbelang in Vastgoed BV. In 2006 is belanghebbende naar België geëmigreerd. In 2009 heeft belanghebbende leningen aan Vastgoed BV verstrekt die hij in 2011 heeft afgewaardeerd en in mindering heeft gebracht op het resultaat uit overige werkzaamheden. De Inspecteur heeft die afwaardering niet geaccepteerd.
HR: Uit de door Nederland en België gezamenlijk gegeven artikelsgewijze toelichting bij het Verdrag Nederland-België 2001 volgt dat het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.