Einde inhoudsopgave
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 48 Behandeling van juridisch bindende handelingen
Geldend
Geldend vanaf 10-07-2023
- Redactionele toelichting
Treedt in werking op de eerste dag van de eerstvolgende vergaderperiode.
- Bronpublicatie:
13-06-2023, Internet 2023, www.europarl.europa.eu (uitgifte: 13-06-2023, regelingnummer: P9_TA(2023)0223)
- Inwerkingtreding
10-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2023, Internet 2023, www.europarl.europa.eu (uitgifte: 13-06-2023, regelingnummer: P9_TA(2023)0223)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
1.
De Voorzitter verwijst van andere instellingen of lidstaten ontvangen voorstellen voor juridisch bindende handelingen ter behandeling naar de bevoegde commissie. De andere commissies worden tegelijkertijd in kennis gesteld van de verwijzing.
2.
Bij twijfel kan de Voorzitter, vóór de bekendmaking in het Parlement van een verwijzing naar de bevoegde commissie, een bevoegdheidskwestie voorleggen aan de Conferentie van voorzitters. De Conferentie van voorzitters neemt een besluit op basis van een aanbeveling van de Conferentie van commissievoorzitters, of de voorzitter van de Conferentie van commissievoorzitters, in overeenstemming met artikel 211, lid 2.
2 bis.
De Voorzitter geeft ter plenaire vergadering kennis van de verwijzing na ontvangst van het voorstel in alle officiële talen van de Europese Unie en, behalve bij verzoeken om toepassing van de urgentieprocedure op grond van artikel 163, nadat in voorkomend geval een eventueel bevoegdheidsconflict tussen commissies overeenkomstig artikel 211, lid 2, is geregeld. Zodra ter plenaire vergadering kennis is gegeven van de verwijzing, wordt deze gepubliceerd op de website van het Parlement.
3.
De bevoegde commissie kan te allen tijde besluiten tot benoeming van een rapporteur om de voorbereidende fase van een voorstel te volgen. Zij overweegt dit met name wanneer het voorstel wordt vermeld in het werkprogramma van de Commissie.
4.
In geval van tegenstrijdigheid tussen een bepaling van het Reglement inzake de tweede en derde lezing en enige andere bepaling van het Reglement heeft de bepaling inzake de tweede en derde lezing voorrang.