Einde inhoudsopgave
Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties kinderopvangpersoneel
Artikel 4 Proeve van bekwaamheid
Geldend
Geldend vanaf 18-06-2010
- Bronpublicatie:
05-06-2010, Stcrt. 2010, 9216 (uitgifte: 17-06-2010, regelingnummer: WJZ/211998(2719))
- Inwerkingtreding
18-06-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2010, Stcrt. 2010, 9216 (uitgifte: 17-06-2010, regelingnummer: WJZ/211998(2719))
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien de minister op grond van artikel 11 van de wet eist dat de aanvrager een proeve van bekwaamheid aflegt, draagt de minister ervoor zorg dat:
- a.
de aanvrager schriftelijk wordt geïnformeerd over de vakken waarop de proeve van bekwaamheid betrekking heeft, over de wijze waarop de proeve van bekwaamheid wordt afgenomen en over de kosten van die proeve;
- b.
de aanvrager de gelegenheid wordt geboden de proeve van bekwaamheid af te leggen bij een door de minister aan te wijzen opleidingsinstituut;
- c.
het opleidingsinstituut, bedoeld onder b, de criteria vaststelt voor de beoordeling van de proeve van bekwaamheid en aan de aanvrager opgave doet van het vereiste studiemateriaal;
- d.
het opleidingsinstituut, bedoeld onder b, de aanvrager binnen twee maanden nadat de aanvrager te kennen heeft gegeven de proeve van bekwaamheid te willen afleggen, de gelegenheid biedt tot het afleggen van die proeve; en
- e.
het opleidingsinstituut, bedoeld onder b, het resultaat van de proeve van bekwaamheid binnen twee weken schriftelijk meedeelt aan de aanvrager en aan de minister na het afnemen van de proeve van bekwaamheid.
2.
De aanvrager voldoet de kosten van de proeve van bekwaamheid.