NJ 2016/306
Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt m.b.t. weigeren ademanalyse.
HR 31-05-2016, ECLI:NL:HR:2016:1018, m.nt. T. Kooijmans
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 mei 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
15/02114
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
T. Kooijmans
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110770:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1018, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑05‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:433, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑08‑2015
- Wetingang
Essentie
Het hof is afgeweken van het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt m.b.t het weigeren van een ademanalyse, inhoudende dat de verdachte niet goed kon blazen vanwege ademhalingsproblemen. De motivering daarvan ligt besloten in de bewijsvoering, in het bijzonder in de door het hof vastgestelde omstandigheden dat de verdachte — ondanks meermalen gegeven uitleg — geen hap lucht nam voordat ze het tuitje van het apparaat aan haar mond zette en dat de meter van het ademanalyseapparaat op 0 bleef staan, waaruit bleek dat de verdachte geen lucht in het apparaat blies. Art. 359 lid 2 Sv noopte niet tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.