NJB 2018/1376:Poging doodslag op twaalfjarige stiefdochter door haar in een koude en onverwarmde ruimte de vriesnacht te laten doorbrengen maar na constatering van de daardoor ontstane toestand van betrokkene 112 voor medische hulp te bellen, art. 287 Sr: - Opzet daarop? De Hoge Raad herhaalt de uitgangspunten voor de beoordeling van voorwaardelijk opzet. In casu kunnen de gedragingen van verdachte – gezien onder meer de gezondheidstoestand van het slachtoffer, het zonder voldoende kleding of beddengoed om zich te verwarmen laten verblijven van het slachtoffer in een koude en onverwarmde ruimte terwijl verdachte wist dat het zou gaan vriezen en het gedurende de nacht niet controleren of het goed ging met het slachtoffer – naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zozeer op de dood van het slachtoffer te zijn gericht dat het niet anders kan zijn geweest dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op dat gevolg op de koop toe heeft genomen en daarmee bewust heeft aanvaard. De omstandigheid dat de verdachte na afloop van die nacht om 9.27 uur telefonisch medische hulp heeft ingeroepen door 112 te bellen, waarna slachtoffer dankzij langdurige reanimatie en een operatieve ingreep met aansluiting aan een hart-longmachine niet is overleden, doet daaraan niet af. - Ambtshalve toetsing door de Hoge Raad of sprake is van vrijwillige terugtred hierbij? Ambtshalve cassatie wordt bijzonder spaarzaam toegepast. De beoordeling of sprake is van vrijwillige terugtred kan niet voor het eerst in cassatie aan de orde komen. A-G: anders