NJ 2022/331
Overeenkomstenrecht. Procesrecht. Ambtshalve onderzoek of overeenkomst in strijd is met goede zeden of openbare orde (art. 3:40 BW); verrassingsbeslissing.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/02966
- Conclusie
A-G mr. S.D. Lindenbergh
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS676407:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1432, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:456, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑05‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑07‑2021
- Wetingang
Essentie
Overeenkomstenrecht. Procesrecht. Ambtshalve onderzoek of overeenkomst in strijd is met goede zeden of openbare orde (art. 3:40 BW); verrassingsbeslissing.
Samenvatting
Vooropgesteld wordt dat eisers in cassatie niet opkomen tegen het oordeel van het hof dat het ambtshalve moet beoordelen of de door eisers als grondslag voor de vermogensoverheveling ingeroepen overeenkomst in strijd komt met de goede zeden of de openbare orde als bedoeld in art. 3:40 BW. In het licht van het partijdebat moet het na ambtshalve onderzoek gegeven oordeel van het hof worden aangemerkt als een ontoelaatbare verrassingsbeslissing. Het hof heeft verzuimd partijen ...