Einde inhoudsopgave
Burgerlijk ambtenarenreglement defensie
Artikel 91a Reisbeperkingen
Geldend
Geldend vanaf 02-08-2006. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 05-09-2005
- Redactionele toelichting
Bij de wijziging van 15-01-2003, Stb. 37 is in het Staatsblad lid 3 niet genummerd. De wijziging betreffende lid 3 is reeds aangebracht bij de wijziging van 15-01-2003, Stb. 37.
- Bronpublicatie:
03-07-2006, Stb. 2006, 353 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-08-2006, terugwerkend tot: 05-09-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-2006, Stb. 2006, 353 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De ambtenaar die werkzaam is in een vertrouwensfunctie waarin hij toegang heeft tot zeer geheime of geheime gegevens waarvan de kennisneming door niet-gerechtigden zeer ernstige of ernstige schade aan de veiligheid of andere gewichtige belangen van de staat kan veroorzaken, is verplicht van een, anders dan in de uitoefening van zijn functie, voorgenomen reis naar of verblijf in bij koninklijk besluit aangewezen landen, ten minste zes weken voor vertrek mededeling te doen aan de Directeur Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.
2.
Een ambtenaar die tijdens het verblijf in een land als bedoeld in het eerste lid betrokken is geweest bij een incident dat van belang kan zijn uit het oogpunt van veiligheid of andere gewichtige belangen van de staat, is verplicht daarvan onmiddellijk bij terugkomst melding te doen aan een daartoe aangewezen functionaris van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.
3.
Dit artikel is niet van toepassing op de ambtenaar, bedoeld in artikel 10 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002.