Einde inhoudsopgave
Faillissementswet BES
Artikel 155
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Faillissementsbesluit 1931, zoals gewijzgd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
22-09-2010, Stb. 2010, 496 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bedrijfseconomisch advies (V)
Insolventierecht / Faillissement
Insolventierecht / Surseance van betaling
1.
Het bedrag, waarop geverifieerde schuldeischers, krachtens een erkend voorrecht, aanspraak kunnen maken, alsmede de kosten van het faillissement moeten in handen van den curator worden gestort, tenzij de schuldenaar deswege zekerheid stelt. Zoolang hieraan niet is voldaan, is de curator verplicht alle tot den boedel behoorende goederen en gelden onder zich te houden, totdat dit bedrag en de bedoelde kosten aan de daarop rechthebbenden zijn voldaan.
2.
Wanneer na het in kracht van gewijsde gaan van het vonnis van homologatie ééne maand is verloopen, zonder dat van wege den schuldenaar de voldoening van een en ander is geschied, gaat de curator daartoe over uit de voorhanden baten des boedels.
3.
Het bedrag in het eerste lid bedoeld, en het deel daarvan, aan ieder schuldeischer krachtens zijn recht van voorrang toe te kennen, wordt desnoodig door den rechter-commissaris begroot.