NJ 2015/394
Medeplegen van gijzeling ontoereikend gemotiveerd.
HR 14-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:929, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 april 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, N. Jörg
- Zaaknummer
13/05620
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
P.A.M. Mevis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110627:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:929, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑04‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:420, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑03‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑07‑2014
- Wetingang
Essentie
De HR stelt HR 2 december 2014, NJ 2015/390 voorop. Uit de bewijsvoering kan niet zonder meer worden afgeleid dat de verdachte aan het bewezenverklaarde wederrechtelijk van de vrijheid beroofd ‘houden’ van X. een zodanige intellectuele en/of materiële bijdrage van voldoende gewicht heeft geleverd dat van bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten kan worden gesproken. Het hof heeft immers, nadat het in dit verband had vastgesteld dat de verdachte geen uitvoeringshandelingen van de ontvoering heeft verricht, kennelijk al voldoende geacht dat de verdachte de voertuigen waarmee de ‘beroving’ van de vrijheid werd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.