Einde inhoudsopgave
Aanvullend Protocol bij de Verdragen van Genève van 12 augustus 1949 betreffende de bescherming van slachtoffers van internationale gewapende conflicten (Protocol I)
Artikel 78 Evacuatie van kinderen
Geldend
Geldend vanaf 07-12-1978
- Bronpublicatie:
08-06-1977, Trb. 1980, 87 (uitgifte: 02-06-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-12-1978
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-06-1977, Trb. 1980, 87 (uitgifte: 02-06-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
1.
Geen enkele partij bij het conflict mag maatregelen treffen voor de evacuatie naar een ander land van kinderen die geen onderdaan zijn van die partij, met uitzondering van tijdelijke evacuatie, indien dwingende redenen verband houdende met hun gezondheid of de geneeskundige behandeling van de kinderen of, behalve in bezet gebied, hun veiligheid dat vereisen. Indien de ouders of voogden kunnen worden bereikt, is hun schriftelijke toestemming voor de evacuatie vereist. Indien deze personen niet kunnen worden bereikt, is de schriftelijke toestemming voor zodanige evacuatie vereist van de personen die krachtens wet of gewoonte in de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor de zorg voor de kinderen. Iedere zodanige evacuatie dient onder toezicht te staan van de beschermende mogendheid, in overeenstemming met de betrokken partijen, te weten de partij die de maatregelen voor de evacuatie treft, de partij die de kinderen opneemt en alle partijen wier onderdanen worden geëvacueerd. Te allen tijde dienen alle partijen bij het conflict alle praktisch uitvoerbare maatregelen te nemen, ten einde te voorkomen dat de evacuatie in gevaar wordt gebracht.
2.
Steeds wanneer een evacuatie in overeenstemming met het eerste lid plaatsvindt, dient ervoor te worden gezorgd, dat de opvoeding van het kind tijdens zijn afwezigheid, daaronder begrepen zijn godsdienstige en morele opvoeding zoals zijn ouders die wensen, zoveel mogelijk ononderbroken wordt voortgezet.
3.
Ten einde de krachtens dit artikel geëvacueerde kinderen de terugkeer naar hun familie en hun land te vergemakkelijken, dienen de autoriteiten van de partij die de maatregelen voor de evacuatie treft en, in het voorkomende geval, de autoriteiten van het ontvangende land van ieder kind een kaart samen te stellen, met foto's, die zij aan het Centrale Opsporingsbureau van het Internationale Comité van het Rode Kruis dienen te zenden. Op iedere kaart dienen, voor zover dat mogelijk is en daarvan geen schadelijke gevolgen voor het kind zijn te vrezen, de volgende gegevens te zijn vermeld:
- (a)
naam (namen) van het kind;
- (b)
voornaam (-namen) van het kind;
- (c)
geslacht van het kind;
- (d)
plaats en datum van geboorte (of, indien die datum niet bekend is, de vermoedelijke leeftijd);
- (e)
volledige naam van de vader;
- (f)
volledige naam en eventueel eigennaam van de moeder;
- (g)
naaste bloedverwanten van het kind;
- (h)
nationaliteit van het kind;
- (i)
moedertaal van het kind en iedere andere taal die het spreekt;
- (j)
adres van het gezin waaruit het kind afkomstig is;
- (k)
ieder nummer dat aan het kind ter identificatie is gegeven;
- (l)
gezondheidstoestand van het kind;
- (m)
bloedgroep van het kind;
- (n)
eventuele bijzondere kentekenen;
- (o)
de datum waarop en de plaats waar het kind werd gevonden;
- (p)
de datum waarop en de plaats waar vandaan het kind het land heeft verlaten;
- (q)
eventuele godsdienst van het kind;
- (r)
huidig adres van het kind in het ontvangende land;
- (s)
ingeval het kind mocht overlijden vóór zijn terugkeer, de datum waarop, de plaats waar en de omstandigheden waaronder het is overleden, alsmede de plaats waar het is begraven.