Einde inhoudsopgave
Overdrachtsbelastingverordening 1908
Artikel 15 [Waarde onroerende zaken]
Geldend
Geldend vanaf 15-03-2001
- Redactionele toelichting
De tekst van deze regeling, zoals deze luidde op 18-08-2001, is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
15-03-2001, Publicatieblad Nederlandse Antillen 2001, 24 (uitgifte: 15-03-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-03-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-2001, Publicatieblad Nederlandse Antillen 2001, 24 (uitgifte: 15-03-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Algemeen
Met betrekking tot onroerende goederen geldt als waarde, die tot grondslag der heffing moet strekken:
- a.
bij ruiling, de waarde aan de goederen, in de akte toegekend, namelijk, indien die waarde voor de aan beide zijden afgestane goederen gelijk is, die waarde; anders de hoogste waarde;
- b.
in de gevallen van de artikelen 3, tweede en derde lid, 9 en 11, de waarde in de akte aan de goederen toegekend;
- c.
in alle andere gevallen, de prijs opgevat als bij artikel 16 omschreven.
Indien echter in alle deze gevallen de in de akte genoemde waarde of de prijs lager is dan de waarde, in den legger aan de goederen toegekend, strekt laatstgemelde waarde tot grondslag.