NJ 2015/385
Consumentenrecht. Oneerlijke handelspraktijken. Onvoldoende grond om aan te nemen dat bank zich schuldig heeft gemaakt aan een oneerlijke handelspraktijk met betrekking tot zogeheten Toprekening. Evenmin grond voor oordeel dat spaarders de informatie over deze rekening zo mochten opvatten, dat na de eerste zes maanden een vaste rente van 4% zou worden vergoed.
Hof Amsterdam 01-10-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:3144, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
1 oktober 2013
- Magistraten
Mrs. G.J. Visser, E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell, G.C.C. Lewin
- Zaaknummer
200.094.759/01
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS153902:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2013:3144, Uitspraak, Hof Amsterdam, 01‑10‑2013
- Wetingang
Art. 6:193b, 6:193c, 6:193d BW
Essentie
Consumentenrecht. Oneerlijke handelspraktijken.
Onvoldoende grond om aan te nemen dat bank zich schuldig heeft gemaakt aan een oneerlijke handelspraktijk met betrekking tot zogeheten Toprekening. Evenmin grond voor oordeel dat spaarders de informatie over deze rekening zo mochten opvatten, dat na de eerste zes maanden een vaste rente van 4% zou worden vergoed.
Samenvatting
Vanaf september 2008 tot 15 februari 2009 heeft Postbank N.V. (hierna: ING of de bank) onder de naam ‘Toprekening’ aan consumenten de mogelijkheid geboden een spaarrekening te openen. De folder die daartoe is verspreid hield onder meer in dat de spaarder over de eerste zes ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.