RvdW 2017/350
Witwassen door contante geldbedragen te storten op de bankrekening van eigen B.V. Niet indien aannemelijk is dat de geldbedragen onmiddellijk afkomstig zijn uit een door verdachte zelf begaan misdrijf.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 maart 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/00835
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:376, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:122, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑01‑2017
Essentie
Witwassen door contante geldbedragen te storten op de bankrekening van eigen B.V. Niet indien aannemelijk is dat de geldbedragen onmiddellijk afkomstig zijn uit een door verdachte zelf begaan misdrijf.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 28 januari 2015, nummer 22/000807-13, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. R.J. Baumgardt, te Spijkenisse.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
1.
De verdachte is bij arrest van 28 januari 2015 door het Gerechtshof Den Haag wegens, onder 3, “witwassen, meermalen gepleegd” en “witwassen, terwijl het feit wordt begaan door ...