Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen
Einde inhoudsopgave
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/:Verhandeling
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/
Verhandeling
Documentgegevens:
mr. E.R. Roelofs, datum 01-04-2014
- Datum
01-04-2014
- Auteur
mr. E.R. Roelofs
- JCDI
JCDI:ADS434511:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Krachtens de Nederlandse splitsingswetgeving mogen ontbonden rechtspersonen geen partij zijn bij een splitsing, tenzij uit hoofde van de vereffening nog geen uitkering is gedaan (artikel 2:334b lid 5 BW). Daarnaast kunnen rechtspersonen slechts betrokken zijn bij een splitsing indien zij niet in faillissement of surseance van betaling verkeren (artikel 2:334b lid 6 BW). Voorts moeten de rechtspersoon die bij de splitsing betrokken zijn dezelfde rechtsvorm hebben (artikel 2:334b lid 1 BW). Deze drie vereisten kunnen worden gezien als ‘kwaliteitseisen’ waaraan rechtspersonen moeten voldoen, willen zij partij kunnen zijn bij een juridische splitsing. Deze vereisten zullen in de navolgende drie subparagrafen behandeld worden. In paragraaf 3.7.4. zal worden stilgestaan bij de eisen aan het vermogen van de partijen bij de splitsing en in 3.7.5. zal aandacht worden besteed aan de vermeende (buitenwettelijke) eis van structuurwijziging.