Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/275
Vereisten voor uitvaardiging inreisverbod van meer dan vijf jaar; oordeel dat het inreisverbod evident in strijd is met de Terugkeerrichtlijn ontoereikend gemotiveerd.
HR 14-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:239
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 februari 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/01814
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:239, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1482, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑06‑2016
- Wetingang
Art. 7, 11 Terugkeerrichtlijn; art. 197 Sr; art. 66a VW 2000; art. 6.5a VB
Essentie
1. Voor de uitvaardiging van een inreisverbod voor de duur van meer dan vijf jaar is minstens vereist dat sprake is van een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging die een fundamenteel belang van de samenleving aantast.
2. ’s Hofs oordeel dat de motivering van de uitvaardiging van het inreisverbod onvoldoende is voor de conclusie dat in dit geval sprake is van een ernstige bedreiging voor de openbare orde, zodat het tegen de verdachte uitgevaardigde inreisverbod evident in strijd is met het bepaalde in de Terugkeerrichtlijn is ontoereikend gemotiveerd. Het daarin besloten liggende oordeel van het hof dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.