V-N 2019/15.8
Afwaarderingsverlies op na emigratie ontstane vordering van Nederbelg niet aftrekbaar
HR 15-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:358, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 maart 2019
- Magistraten
Koopman, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
17/04329
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS31923:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:358, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:467, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑04‑2018
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het heffingsrecht over de vorderingen niet aan Nederland is toegewezen. De vorderingen zijn namelijk pas ontstaan na de emigratie uit Nederland.
Samenvatting
Belanghebbende, X, emigreert in 2006 naar België. In verband met zijn aanmerkelijk belang in A bv legt de inspecteur een conserverende aanslag op aan X. In 2009 verstrekt X leningen aan zijn bv van in totaal p 140.000. In zijn IB-aangifte 2011 waardeert X de leningen af naar nihil en brengt deze afwaardering ten laste van zijn resultaat uit overige werkzaamheden. Volgens de inspecteur is dat niet mogelijk. In geschil is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.