Einde inhoudsopgave
Besluit georganiseerd overleg sector Defensie
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 21-08-1998
- Bronpublicatie:
25-06-1998, Stb. 1998, 509 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-08-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-1998, Stb. 1998, 509 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Ambtenarenrecht / Medezeggenschap
1.
Een centrale, die tot het overleg in de sectorcommissie is toegelaten, is bevoegd tot het aanwijzen van twee leden en twee plaatsvervangende leden. Van deze aanwijzing geeft de centrale kennis aan Onze Minister.
2.
Onze Minister is bevoegd een lid of een plaatsvervangend lid van de sectorcommissie van het deelnemen aan het overleg uit te sluiten, indien naar het oordeel van Onze Minister het dienstbelang dit vordert in verband met de aard van de werkzaamheden als militair ambtenaar of als ambtenaar van dat lid of plaatsvervangend lid. De beslissing tot uitsluiting wordt niet genomen, alvorens het bestuur van de betrokken centrale over het voornemen daartoe is gehoord en het advies van de vertegenwoordigers van de overige centrales daarover is ingewonnen.
3.
Vanaf de dag waarop het voornemen tot uitsluiting aan het bestuur van de centrale is kenbaar gemaakt, neemt het betrokken lid of plaatsvervangend lid niet meer deel aan het overleg.
4.
Na de uitsluiting wijst het bestuur van de centrale een ander lid of plaatsvervangend lid aan als zijn vertegenwoordiger in de sectorcommissie.