Einde inhoudsopgave
Wet organisatie bloedvoorziening BES
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 04-10-2011
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd bij de wet van 05-07-2012, Stb. 358.
- Bronpublicatie:
23-09-2011, Stcrt. 2011, 17597 (uitgifte: 03-10-2011, regelingnummer: DWJZ/G&E-3082726)
- Inwerkingtreding
04-10-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2011, Stcrt. 2011, 17597 (uitgifte: 03-10-2011, regelingnummer: DWJZ/G&E-3082726)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Bloedvoorzieningsorganisatie voert de werkzaamheden betreffende het inzamelen van bloed en het bereiden van tussenproducten en bloedproducten uit het ingezamelde bloed, alsmede het bewaren, verpakken, etiketteren, vervoeren en afleveren daarvan, op verantwoorde wijze uit. Onder verantwoord wordt in ieder geval verstaan: doeltreffend en doelmatig alsmede gericht op een zo hoog mogelijke kwaliteit van de tussenproducten en bloedproducten van het ingezamelde bloed en een zo groot mogelijke veiligheid van donor en gebruiker.
2.
Onze Minister kan de Bloedvoorzieningsorganisatie omtrent het eerste lid aanwijzingen geven. Deze aanwijzingen kunnen onder meer betrekking hebben op:
- a.
de door de Bloedvoorzieningsorganisatie op te stellen protocollen;
- b.
de personen die bij de uitvoering van de werkzaamheden zijn betrokken;
- c.
de ruimten waarin en de middelen waarmee de werkzaamheden worden uitgevoerd;
- d.
het inzamelen van bloed;
- e.
het bereiden van tussenproducten en bloedproducten uit het ingezamelde bloed, alsmede het bewaren, verpakken, etiketteren, vervoeren en afleveren daarvan;
- f.
het voeren van een administratie en het verwerken van de geadministreerde gegevens;
- g.
de uitwisseling van de in onderdeel f bedoelde gegevens.
3.
De aanwijzingen worden bekendgemaakt in de Staatscourant.