V-N 2024/8.10
Heffingsrecht voor Nederland over lijfrente-uitkering aan inwoner Filipijnen
HR 09-02-2024, ECLI:NL:HR:2024:215, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 februari 2024
- Magistraten
Feteris, Boerlage, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
22/04346
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS944513:1
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Heffingsbevoegdheid
Inkomstenbelasting / Uitgaven voor inkomensvoorzieningen
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:215, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑02‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:707, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 02‑08‑2023
- Wetingang
art. 18 Verdrag Nederland-Filippijnen
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat Nederland ook een heffingsrecht heeft over de lijfrente-uitkering van X. De lijfrente-uitkeringen komen namelijk ten laste van de winst van NN in de zin van art. 18 lid 2 Verdrag Nederland-Filippijnen.
Samenvatting
X is inwoner van de Filippijnen en ontvangt in 2016 een lijfrente-uitkering van Nationale Nederlanden (NN), waarop Nederlandse loonheffing is ingehouden. X vraagt aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor de uitkering. De inspecteur acht de uitkering belastbaar in Nederland. Rechtbank Zeeland-West-Brabant en Hof ’s-Hertogenbosch zijn van oordeel dat Nederland op grond van art. 18 lid 2 Verdrag Nederland-Filippijnen is gerechtigd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.