RvdW 2019/838
Art. 81 lid 1 RO. Overheidsaansprakelijkheid. Identiteitsfraude. Schending art. 8 EVRM. Vergoeding van immateriële schade? Art. 6:106 lid 1, onder b, BW. HR 15 maart 2019, ECLI:NL:HR:2019:376.
HR 12-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1170
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 juli 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. du Perron
- Zaaknummer
18/01570
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Handhaving verkeersvoorschriften
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1170, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:561, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑05‑2019
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Overheidsaansprakelijkheid. Identiteitsfraude. Schending art. 8 EVRM. Vergoeding van immateriële schade? Art. 6:106 lid 1, onder b, BW. HR 15 maart 2019, ECLI:NL:HR:2019:376.
Partij(en)
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 18/01570
Datum 12 juli 2019
ARREST
In de zaak van
STICHTING CENTRALE ADMINISTRATIE VOOR VOORZIENINGEN OP HET GEBIED VAN DE GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG, in haar hoedanigheid van bewindvoerder over het vermogen van [eiser], gevestigd te Zoetermeer,
EISERES tot cassatie,
hierna: de bewindvoerder,
advocaat: mr. Y.E.J. Geradts,
tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.