Aant. 1.3.3 Literatuuroverzicht: verschenen artikelen melding betalingsonmacht

M.L. Lennarts, De fiscale bestuurdersaansprakelijkheid voor niet-melding van betalingsonmacht onder vuur, Tijdschrift Financiering, Zekerheden en Insolventierechtpraktijk, 2024/6

P-G Assink, HR 28 mei 2021, ECLI:NL:PHR:2021:522.

W.B. Bouwman, 'Toename belastingschulden is geen onbehoorlijk bestuur', BA 2021/23.9.

R.M. Bos-Schepers en I. van den Eijnde, 'Coronauitstel en fiscale rechtsbescherming', TFO 2021/176.3.

H. Starosciak, 'Betalingsonmacht staat niet gelijk aan ontbreken aansprakelijkheid, BA 2021/11.8.

J.C.M. van Sonderen, 'Fiscale aspecten van het coronavirus', Ondernemingsrecht 2020/65.

W.E. Nent-Vroomen , 'De formeelrechtelijke aspecten van de coronacrisis', TF 2020/4.

T. Bijlard en J. Knuist, 'Melding betalingsonmacht', BA 2020/9.7.

H. Starosciak, 'Betalingsonmacht is een toestand, geen proces', BA 2020/11.9.

Redactie Balans, 'Betalingsonwil in plaats van betalingsonmacht', Balans 2019/0927.

F.A. Piek, 'Kroniek Invorderingsrecht', TFB 2019/4.

Redactie Belasting Magazine, 'Een melding betalingsonmacht kan niet worden gedaan voor alle belastingschulden', BM 2019/5.

N. Idrissi, 'Het belang van melding betalingsonmacht: do's en don'ts', BM 2019/4.

M. Murrer, 'Wat kunnen we leren van artikel 36 Invorderingswet 1990 bij de toepassing van de meldingsregeling ingevolge artikel 23 lid 2 Wet Bpf 2000?', TPV 2018/47.

C.E. Lamur, 'De meldingsplicht van art. 36 Invorderingswet 1990', WFR 2018/115.

B.F.M. Evers en H.M.J. Hurk, 'Betalingsonmacht: één keer melden volstaat', Loonzaken 2018/1.

W. van Kasteren, 'Uitstel van betaling nodig?', Balans Nieuws 2018/0119.

J. van der Meer e.a., 'Kroniek Insolventierecht 2016, Advocatenblad 2017/8.30.

J.H.P.M. Raaijmakers, 'Driemaal opzet of grove schuld’, TFB 2017/7, p. 20-25.

R.M.P.G. Niessen-Cobben, 'Persoonlijke omstandigheden: relevant maar niet altijd bepalend', TFB 2017/3.

F. Piek, ‘Kroniek Invorderingsrecht', TFB 2017/2, p. 32-36.

C. Homan en L.C.J. Theuns, 'Psychische en fysieke disculpatiegronden ten aanzien van inlichtingenverplichtingen met één been in het graf?', WFR 2017/38, p. 224-232.

M. Witteveen, 'Bestuurder stichting met terugwerkende kracht aansprakelijk?', TFB 2016/8, p. 11-15.

A.T.P. Nefkens, 'Melding betalingsonmacht moet onverwijld na intreden betalingsonmacht gebeuren', BA 2016/8.10.

J.D. Schouten, 'Mededeling betalingsonmacht dient onverwijld na intreden betalingsonmacht te geschieden', NTFR 2016/824.

F.A. Piek, 'De meldingsregeling fiscale bestuurdersaansprakelijkheid in de 21e eeuw', Taxence.nl 2016/2.

F.A. Piek, 'Kroniek invorderingsrecht', TFB 2016/2, p. 35-40.

J.W.H. Nietveld, 'Bodembeslag veronderstelt bekendheid met betalingsmoeilijkheden', Belastingadvies 2016/3.11.

Y. Strothmann, Middelen van een Duitse curator bij schending van de verplichting tot het doen van een (eigen) aangifte van insolventie, in: Insolad Jaarboek 2015, De Gereedschapskist van de curator, Deventer: Wolters Kluwer 2015, hfdst. 25.

W. van Kasteren, 'Beter melding zelf uitvoeren', Balans 2015/0657.

W. van Kasteren, 'Mogelijkheden uitstel van betaling', Balans 2015/0623.

A.J.H. Sprokkelhorst, 'Over de uitleg der dingen. Of: een hardnekkig misverstand over drie woordjes', TFB 2015/05, is van mening dat de ontvanger der rijksbelastingen met de invoering van de Invorderingswet 1990 een groot arsenaal aan invorderingsmogelijkheden heeft gekregen, dat alleen maar verder is uitgedijd. Schrijver noemt als een van de aansprekende voorbeelden de meldingsregeling van artikel 36 van de Invorderingswet 1990.

J.H.P.M. Raaijmakers, 'Leidraad Invordering: de teugels aangehaald', Loonzaken 2015/10 (1), bespreekt de wijziging van de Leidraad Invordering 2008 per 1 januari 2015 en merkt op dat de hoofdregel is dat bij een faillissement de betalingsonmacht niet meer behoeft te worden gemeld als de meldingstermijn afloopt op of na faillissementsdatum. Per 1 januari 2015 geldt een uitzondering voor naheffingsaanslagen die het gevolg zijn van opzet of grove schuld. Op zich geen nieuws, aldus de auteur, daarvoor een naheffingsaanslag als gevolg van opzet of grove schuld niet meer rechtsgeldig kan worden gemeld, ook niet als de meldingstermijn op of na de faillissementsdatum valt.

F.H.H. Sijbers en M.M. Mokveld, 'Fraudebestrijding in de fiscaliteit, slaat de wetgever door?, TFB 2014/5.

E. Swaving Dijkstra, 'Frauderende werknemers, bestuurdersaansprakelijkheid en de melding van betalingsonmacht: even Apeldoorn bellen of risico van het vak?', FTV 2014/39, p. 10-15.

M. Witteveen en W.E. Nent, 'Hoge Raad schept duidelijkheid ten aanzien van melding betalingsonmacht', TFB 2014/07.

M.J.M.A. Toet, ‘Tijdig melden betalingsonmacht voorkomt nog meer ellende’, Accountancynieuws 2013/13, p. 14-16.

W.E. Nent, ‘Als het doen van een melding onmacht wordt...’, TvI 2013/5, p. 198-204.

A.J. Tekstra, 'Fiscale aandachtspunten bij een dreigend faillissement', Het Register 2013/4, p. 36-40.

M. Teeuwen en H. van Geffen, ‘Kort verslag 33e Fiscale Conferentie ‘Invordering’, WFR 2012/6956, p. 712-716.

Y. Borrius, 'Director's liability: The Netherlands', European Company Law 2011/6, p. 246-252.

J. Boer, ‘Tijdige melding, toch aansprakelijk’, Belastingzaken 2011/24/5, p. 24.

N.J. Schutte en H.E. Boschma, ‘Dient de in het fiscale recht geldende meldingsplicht van betalingsonmacht door bestuurders van een nv/bv aan de fiscus te worden uitgebreid naar het civiele recht?’, MBB 2011/11, p. 458-475.

J.J. Vetter, ‘Zijn wetgeving en rechtspraak bestuurdersaansprakelijkheid nog van deze tijd en stuurt de Hoge Raad wel de goede kant op?’, TFB 2011/8, p. 14-18.

J.H.P.M. Raaijmakers, 'De meldingsregeling in de bestuurdersaansprakelijkheid', Beloning en Belasting 2007, nr. 11, p. 12-17.

F.H.H. Sijbers, 'De melding betalingsonmacht, valkuilen en mogelijkheden', MBB 2005, nr. 4, p.137-142.

B. Wessing, 'Eenmaal melden betalingsonmacht is voldoende', Balans 2007/12.

A.K.H. Klein Sprokkelhorst, 'Verkoop vennootschap en melding belastingonmacht', BelastingMagazine 2001/12, p. 39–41.

J.J.A. Hamers, 'De tijdige melding en de zorgvuldigheidsplicht van de ontvanger', Tijdschrift voor Bedrijfsadministratie 2001, nr. 1244, p. 214–219.

A.K.H. Klein Sprokkelhorst, 'Zo vader, zo zoon', serie Ontvangersperikelen, BelastingMagazine 2001/12, p. 38–39.

J.A.K. Kuipers, 'Bestuurdersaansprakelijkheid, het belang van het melden van betalingsonmacht', Tijdschrift Loon 2001, afl. 16, p. 5–7.

A.K.H Klein Sprokkelhorst, 'Betalingsonmacht: subjectief of objectief gegeven?', BelastingMagazine 1999/12, p. 36-38.

J.W. de Tombe, 'Meldingsplicht binnen de bestuurdersaansprakelijkheid; de gewezen bestuurder beoordeeld?', FISKAAL 1997, nr. 4, p. 132-139.

M.J.P. Kieviet, 'Meldingsregeling WBA', LoonBrief 1995, nr. 8 [9], p. 11 e.v.

J.H. Asbreuk, 'Meldingsplicht bij bestuurdersaansprakelijkheid uitgehold?', Accountant Adviseur 1994/10, p. 33 e.v.

M.Ph. van Sint Truiden, 'Geen WBA-bestuurdersaansprakelijkheid bij de bekendheid van betalingsonmacht bij de belastingdienst', Nieuwsbrief Bedrijfsjuridische berichten 1994/22, p. 201 e.v.

B. Wessels, 'Melden moet (niet altijd)', FEM 14 november 1992.

H. van den Besselaar, 'De WBA en de meldingsplicht', S&V 1992, p. 92-94.

C.C.Th. van Andel, ‘Meldt betalingsonmacht tijdig aan fiscus’, FEM 1991/1-2.

J.B. Wezeman, 'Het melden van betalingsonmacht onder de Wet Bestuurdersaansprakelijkheid', TVVS 1991/4, p. 8691.

B. Wessels, 'Melding betalingsonmacht en aansprakelijkheid bestuurder', FEM 1991/10, p. 61-65.

C. de Kramer, ‘De meldingsplicht, een gevaarlijke meerkoppige draak’, WFR 1990, p. 839 e.v.