Einde inhoudsopgave
Innovatieboxbesluit 2021
2.1 Geruisloze omzetting en innovatiebox
Geldend
Geldend vanaf 29-12-2021
- Bronpublicatie:
13-12-2021, Stcrt. 2021, 48152 (uitgifte: 28-12-2021, regelingnummer: 2021-22459)
- Inwerkingtreding
29-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2021, Stcrt. 2021, 48152 (uitgifte: 28-12-2021, regelingnummer: 2021-22459)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Innovatiebox en groepsrentebox
Vraag
Kan een nv of bv de innovatiebox toepassen als die vennootschap is opgericht met toepassing van de faciliteit van de geruisloze omzetting (artikel 3.65 Wet IB 2001) en de natuurlijk persoon/ondernemer een S&O-verklaring al dan niet samen met een beschermingsrecht in de zin van artikel 12ba, eerste lid, onderdeel b, onder 1° tot 7°, Wet Vpb heeft ingebracht?
Antwoord
Ja, toepassing van de innovatiebox is in dit geval mogelijk. Een natuurlijk persoon/ondernemer kan een S&O-verklaring al dan niet samen met een beschermingsrecht in de zin van artikel 12ba, eerste lid, onderdeel b, onder 1° tot 7°, Wet Vpb geruisloos inbrengen in een nv of bv als het kwalificerend immaterieel activum, de S&O-verklaring al dan niet samen met hiervoor genoemd beschermingsrecht inclusief de gemaakte kosten en gedane uitgaven voor de voortbrenging van het kwalificerend immaterieel activum, onderdeel uitmaken van een (zelfstandig onderdeel van een) onderneming (dat) die wordt ingebracht.
De vennootschap treedt voor het bepalen van de winst van de omgezette onderneming vanaf het overgangstijdstip rechtstreeks in de plaats van de belastingplichtige (2e standaardvoorwaarde behorende bij de faciliteit van de geruisloze omzetting). Voor de vennootschap waarin de onderneming is ingebracht brengt dit o.a. met zich dat het kwalificerend immaterieel activum wordt geacht door de vennootschap zelf te zijn voortgebracht, de S&O-verklaring aan de vennootschap te zijn afgegeven, het octrooi of ander hiervoor genoemd beschermingsrecht aan de vennootschap te zijn verleend.