Uitvoeringswet Nederlands-Duits Grensverdrag
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1963
- Bronpublicatie:
22-05-1963, Stb. 1963, 238 (uitgifte: 18-06-1963, kamerstukken: 6467 )
- Inwerkingtreding
01-08-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-04-1960, Trb. 1963, 114 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:
- a.
‘Algemeen Verdrag’, het op 8 april 1960 te 's-Gravenhage tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland gesloten Algemeen Verdrag tot regeling van met de grens verband houdende vraagstukken en andere tussen beide landen bestaande problemen (Trb. 1960, 67);
- b.
‘Grensverdrag’, het krachtens artikel 2 van het Algemeen Verdrag daarvan deel uitmakende Verdrag nopens het verloop van de gemeenschappelijke landgrens, de grenswateren, het grondbezit in de nabijheid van de grens, het grensoverschrijdende verkeer over land en via de binnenwateren en andere met de grens verband houdende vraagstukken, met Bijlagen en Slotprotocol (Trb. 1960, 68);
- c.
‘grenswateren’, oppervlaktewateren, met inbegrip van de oevers, die de Nederlands-Duitse grens overschrijden of ten dele deze vormen, met uitzondering van de Rijn, de Eems en de Dollard;
- d.
‘openbare lichamen’, de op het gebied van het Koninkrijk der Nederlanden en van de Bondsrepubliek Duitsland voor de grenswateren plaatselijk bevoegde provinciën, gemeenten en publiekrechtelijke lichamen.