Overeenkomst tot arbitrage
Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/7.3.3.4:7.3.3.4 Inlichtingen buitenlands recht
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/7.3.3.4
7.3.3.4 Inlichtingen buitenlands recht
Documentgegevens:
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS508459:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie ook SANDERS in zijn noot bij Rb. Amsterdam 30 januari 1991, TvA 1991, blz. 180, no. 5 alsmede in zijn noot bij Pres. Rb. Rotterdam 22 juni 1994, TvA 1996, blz. 56, no. 5.
Art. 45 lid 1 AA bepaalt: 'Unless otherwise agreed by the parties, the court may on the application of a party to arbitral proceedings (upon notice to the other parties) determine any question of law arising in the course of the proceedings which the court is satisfied substantially affects the rights of one or more of the parties. (...).'.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het scheidsgerecht dat niet bekend is met toepasselijk recht kan overigens met tussenkomst van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage een verzoek doen om inlichtingen als bedoeld in de Europese Overeenkomst nopens het verstrekken van inlichtingen over buitenlands recht (art. 1044 lid 1 Rv). Een dergelijk verzoek is, voorzover mij bekend, niet voorgekomen.1 Vraag is overigens wat wij als buitenlands recht moeten aanmerken. Het is ingevolge art. 1054 lid 1 Rv niet de bedoeling van de wetgever geweest dat in arbitrages in Nederland op het geschil Nederlands materieel recht wordt toegepast en dat aldus materieel recht dat niet Nederlands recht is, als buitenlands recht moet worden aangemerkt. Uit de opzet van de genoemde Overeenkomst zal een scheidsgerecht evenwel niet met tussenkomst van de voorzieningenrechter van de rechtbank een verzoek kunnen doen om inlichtingen over Nederlands recht (vgl. art. 1 lid 1 Europese Overeenkomst nopens het verstrekking van inlichtingen over buitenlands recht). Kennelijk wordt een scheidsgerecht in een arbitrage in Nederland in dit opzicht als Nederlands aangemerkt. Overigens kennen wij niet een bepaling zoals die in Engeland bestaat die het een scheidsgerecht in een arbitrage in Nederland mogelijk maakt rechtsvragen ("questions of law") aan de Nederlandse rechter voor te leggen (vgl. art. 45 AA).2