Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/365
Gezag van gewijsde?; onbegrijpelijk oordeel.
HR 11-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9549
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 maart 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven, C.E. Drion
- Zaaknummer
09/03790
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BO9549
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO9549, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO9549, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑12‑2010
Essentie
Gezag van gewijsde?; onbegrijpelijk oordeel.
Oordeel hof dat vordering tot schadevergoeding wegens wanprestatie bestaande in ongeoorloofde tussentijdse opzegging overeenkomst afstuit op gezag van gewijsde in verband met eerdere tussen partijen gevoerde procedure over verschuldigdheid bedongen gefixeerde schadeloosstelling zonder nadere motivering onbegrijpelijk.
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv.: mr. E. van Staden ten Brink,
tegen
[Verweerster], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerster in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Wesseling-van Gent:
Het cassatieberoep stelt de vraag aan de orde of het hof in deze zaak een juiste toepassing heeft gegeven aan het gezag van gewijsde.