NJ 2022/197
Geen hoger beroep tegen beslissing tenuitvoerlegging voorwaardelijk opgelegde ISD-maatregel wegens overtreding bijzondere voorwaarde.
HR 05-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:496, m.nt. J.M. ten Voorde
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 april 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
20/02921 B
- Conclusie
P-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
J.M. ten Voorde
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS651073:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:496, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:22, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑01‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑12‑2020
- Wetingang
Art. 7 EVRM; art. 1, 38r (oud) Sr; art. 509ff (oud) Sv; art. 6:6:7, 6:6:15, 6:6:21, 6:6:22 Sv
Essentie
Sinds de inwerkingtreding van de Wet USB is geen hoger beroep meer mogelijk tegen de beslissing tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde ISD-maatregel wegens overtreding bijzondere voorwaarde.
Samenvatting
Sinds de inwerkingtreding van de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (Wet USB) op 1 januari 2020 staat er geen hoger beroep meer open tegen de beslissing van de rechtbank tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde ISD-maatregel wegens overtreding van een bijzondere voorwaarde. Die wijziging heeft betrekking op rechtsmiddelen inzake beslissingen tot de executie van een opgelegde straf en kan dus niet worden aangemerkt als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.