Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/1057 tot oprichting van het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1296/2013
Artikel 17 Indicatoren en verslaglegging
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1057)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1057)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
Voor programma's die algemene steun van het ESF+-onderdeel in gedeeld beheer ontvangen, worden de in de bijlage genoemde gemeenschappelijke output- en resultaatindicatoren gebruikt om de voortgang bij de uitvoering te monitoren. Voor de programma's kunnen ook programmaspecifieke indicatoren worden gebruikt.
2.
Wanneer een lidstaat zijn middelen bestemt voor de in artikel 4, lid 1, punt l), bepaalde specifieke doelstelling om zich overeenkomstig artikel 7, lid 5, eerste alinea, op de meest behoeftige personen te richten, zijn de gemeenschappelijke indicatoren van bijlage II van toepassing.
3.
Voor gemeenschappelijke en programmaspecifieke outputindicatoren bedraagt de uitgangswaarde nul. Wanneer dit relevant is voor de aard van de ondersteunde concrete acties, worden cumulatief gekwantificeerde mijlpalen en streefwaarden voor die indicatoren in absolute cijfers vastgesteld. De gerapporteerde waarden voor de outputindicatoren worden in absolute cijfers uitgedrukt.
4.
De referentiewaarde van gemeenschappelijke en programmaspecifieke resultaatindicatoren waarvoor een streefcijfer voor 2029 is vastgesteld, wordt vastgesteld op basis van de meest recente beschikbare gegevens of andere relevante informatiebronnen. Streefcijfers voor gemeenschappelijke resultaatindicatoren worden in absolute cijfers of in procenten vastgesteld. Programmaspecifieke resultaatindicatoren en daarmee verband houdende streefcijfers kunnen in kwantitatieve of kwalitatieve termen worden uitgedrukt. De gerapporteerde waarden voor de gemeenschappelijke resultaatindicatoren worden in absolute cijfers uitgedrukt.
5.
Gegevens over de indicatoren voor deelnemers worden pas doorgegeven wanneer alle krachtens punt 1.1 van bijlage I vereiste gegevens met betrekking tot die deelnemer beschikbaar zijn.
6.
Wanneer gegevens in registers of gelijkwaardige bronnen beschikbaar zijn, kunnen de lidstaten de beheerautoriteiten en andere instanties die belast zijn met de verzameling van gegevens die nodig zijn voor de monitoring en de evaluatie van de algemene steun van het ESF+-onderdeel in gedeeld beheer, in staat stellen gegevens uit die registers of gelijkwaardige bronnen te verkrijgen, overeenkomstig artikel 6, lid 1, punten c) en e), van Verordening (EU) 2016/679.
7.
De Commissie is overeenkomstig artikel 37 bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen om de indicatoren in de bijlagen I en II te wijzigen, indien dat nodig wordt geacht om de voortgang bij de uitvoering van programma's doeltreffend te kunnen beoordelen. Dergelijke wijzigingen moeten evenredig zijn en rekening houden met de administratieve lasten voor de lidstaten en de begunstigden. Gedelegeerde handelingen overeenkomstig dit lid mogen de in de bijlagen I en II vastgestelde methode voor gegevensverzameling niet wijzigen.