NJB 2021/217
De Afdeling stelt de prejudiciële vraag of de rechter onder het Unierecht verplicht is uit eigen beweging te beoordelen of aan alle voorwaarden voor bewaring is voldaan, met inbegrip van de voorwaarden waarvan de vreemdeling niet heeft betwist dat eraan is voldaan, terwijl hij daartoe wel de mogelijkheid had
ABRvS 23-12-2020, ECLI:NL:RVS:2020:3034
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
23 december 2020
- Magistraten
Mrs. Steendijk, Hoogvliet, Wissels
- Zaaknummer
201904771/1/V3 en 201904774/1/V3
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht / Vrijheidsbeperking
EU-recht / Rechtsbescherming
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2020:3034, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 23‑12‑2020
- Wetingang
Essentie
De Afdeling stelt de prejudiciële vraag of de rechter onder het Unierecht verplicht is uit eigen beweging te beoordelen of aan alle voorwaarden voor bewaring is voldaan, met inbegrip van de voorwaarden waarvan de vreemdeling niet heeft betwist dat eraan is voldaan, terwijl hij daartoe wel de mogelijkheid had
Partij(en)
Verwijzingsuitspraak in het kader van de hoger beroepen van: de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, appellant, tegen de uitspraken van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch, van 18 juni 2019 in zaak nr. NL19.13032 (vreemdeling B) en van 19 juni 2019 in zaak nr. NL19.13128 (vreemdeling B) in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.