RAR 2017/147
Berekening transitievergoeding. Geldt voor de kwalificatie van opvolgend werkgeverschap in het kader van de berekening van de transitievergoeding het 'zodanige banden'-criterium uit het oude recht of heeft het nieuwe criterium van art. 7:673 lid 4 aanhef en onder b BW directe werking?
Hof Amsterdam 25-07-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3064
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
25 juli 2017
- Magistraten
Mrs. C.M. Aarts, R.J.F. Thiessen, H.M.M. Steenberghe
- Zaaknummer
200.202.945/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS927311:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2017:3064, Uitspraak, Hof Amsterdam, 25‑07‑2017
- Wetingang
Art. 7:673 lid 4 aanhef en onderdeel b BW
Essentie
Opvolgend werkgeverschap. Berekening transitievergoeding.
Geldt voor de kwalificatie van opvolgend werkgeverschap in het kader van de berekening van de transitievergoeding het 'zodanige banden'-criterium uit het oude recht of heeft het nieuwe criterium van art. 7:673 lid 4 aanhef en onder b BW directe werking?
Samenvatting
Werknemer is vanaf 1 februari 2012 voor werkgever (Tzorg) werkzaam als hulp in de huishouding. Voorafgaand aan deze arbeidsovereenkomst heeft werknemer voor Stichting Zorggroep Amsterdam-Oost gewerkt. Werkgever heeft per 1 februari 2012 de mede daarop betrekking hebbende concessie van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) gegund gekregen van de gemeente Amsterdam. Met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.