Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens het verloop van de gemeenschappelijke landgrens, de grenswateren, het grondbezit in de nabijheid van de grens, het grensoverschrijdende verkeer over land en via de binnenwateren en andere met de grens verband houdende vraagstukken (Grensverdrag)
Artikel 46
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1963
- Bronpublicatie:
08-04-1960, Trb. 1960, 68 (uitgifte: 18-07-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-07-1963, Trb. 1963, 114 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
In het doorgaand verkeer mag geen vervoer plaatsvinden van dieren die aan besmettelijke ziekten lijden of waarvan het vermoeden bestaat dat zij aan zulke ziekten lijden, noch van delen en produkten die van zulke dieren afkomstig zijn, noch van voorwerpen van enigerlei soort, waarvan blijkens de omstandigheden moet worden aangenomen dat zij met smetstoffen zijn besmet.
2.
In het doorgaand verkeer zijn voor planten en plantendelen geen gezondheidscertificaten vereist. Plantenziektenkundige controle aan de grens vindt slechts plaats, indien bijzondere gevaren daartoe aanleiding geven. De bevoegde instanties van de beide Verdragsluitende Partijen stellen elkaar wederkerig op de hoogte van het bestaan van zulke gevaren.