V-N 2020/26.7
Niet-orthopedische schoenen kwalificeren als kleding voor persoonsgebonden aftrek
HR 29-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:992, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 mei 2020
- Magistraten
Wortel, Beukers-van Dooren, Cools
- Zaaknummer
19/04998
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS202363:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑05‑2020
ECLI:NL:HR:2020:992, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑05‑2020
- Wetingang
art. 6.17 Wet IB 2001
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het hof ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de uitgaven voor schoenen. Het oordeel van het hof dat uitgaven voor schoeisel alleen in aftrek kunnen worden gebracht als het gaat om orthopedisch schoeisel is onjuist.
Samenvatting
X voert in haar aangifte IB 2013 een persoonsgebonden aftrek op van € 14.397. De inspecteur corrigeert deze post met € 7610. X is het hiermee niet eens. Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur de persoonsgebonden aftrek terecht heeft gecorrigeerd. X voert in cassatie aan dat het hof bij het vaststellen van de extra kosten voor kleding en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.