Verklaring [naam] d.d. 16 december 2015 p 2236 dossier
Hof Arnhem-Leeuwarden, 20-04-2018, nr. 21-003804-16
ECLI:NL:GHARL:2018:3737
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
20-04-2018
- Zaaknummer
21-003804-16
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2018:3737, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 20‑04‑2018; (Hoger beroep)
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2016:3096
Cassatie: ECLI:NL:HR:2019:390, Niet ontvankelijk
- Vindplaatsen
NbSr 2018/151
Uitspraak 20‑04‑2018
Inhoudsindicatie
Afpersing Jumbo Supermarkten. Bitcoins geëist. Plaatsing explosieven. Bedreigingen verstuurd via TOR-netwerk. DNA-bewijs. artikel 317 Sr. Veroordeling tot 10 jaar gevangenisstraf.
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003804-16
Uitspraak d.d.: 20 april 2018
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 1 juli 2016 met parketnummer 18-850081-15 in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965,
ingeschreven en verblijvende te 8936 AS Leeuwarden, Holstmeerweg 7,
PI Leeuwarden.
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 1 december 2016, 15 december 2016 (tussenarrest), 23 november 2017, 29 maart 2018, 20 april 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot:
veroordelingen ter zake het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren, met aftrek van het voorarrest;
de toewijzing van de gehele vordering van de Jumbo Supermarkten (€ 113.837,--), met wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
de toewijzing van de gehele vordering van [naam B.V.] (18.230,55), met wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
de teruggave van de inbeslaggenomen paraplu, jas en 2 sleutels aan verdachte.
Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. T. van der Goot, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank heeft verdachte veroordeeld ter zake het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren, met aftrek van het voorarrest. De vordering van de Jumbo Supermarkten is door de rechtbank toegewezen tot een bedrag van € 72.207,-- met wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De vordering van de van [naam B.V.] (€ 18.230,55), is door de rechtbank geheel toegewezen, met wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De rechtbank heeft de teruggave aan verdachte gelast van de inbeslaggenomen paraplu, jas en 2 sleutels.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
1:hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 2 mei 2015 tot en met 9 oktober 2015 in de gemeente(n) [gemeente 1] en/of [gemeente 2] en/of [gemeente 3] , althans in Nederland, deels op de openbare weg (te weten onder andere de [adres 1] en/of de [adres 2] ) (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een of meer anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld (telkens) supermarktketen Jumbo te dwingen tot de afgifte van 2.000, althans een hoeveelheid, bitcoins, in elk geval van enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan supermarktketen Jumbo of aan een derde, (telkens)
aan, althans bestemd voor, (een vestiging van) die supermarktketen Jumbo, al dan niet via Jumbo.nl en/of Jumbo.com en/of Jumbowerkt.nl en/of Politie.nl, een e-mail en/of een meldformulier en/of een brief en/of een kaart heeft gestuurd waarin hij en/of zijn mededader(s) aankondigde(n) dat in/bij een vestiging van die supermarktketen Jumbo (onder andere aan/nabij de [adres 5] ( [winkelcentrum] )) een bom/explosief tot ontploffing gebracht zou worden (met (veel) slachtoffers tot gevolg) en/of
via Jumbo.nl en/of Jumbocom en/of Jumbowerkt.nl en/of Politie.nl, in een e-mail en/of een meldformulier heeft bericht dat aanvallen zouden worden uitgevoerd op de familie [naam] en/of op huizen van werknemers van die supermarktketen Jumbo en/of
een bom/explosief (voorzien van tijdontstekingsmechanisme) heeft geplaatst in de directe nabijheid van de vestiging van die supermarktketen Jumbo aan/nabij de [adres 1] te [gemeente 1] en/of een bom/explosief heeft geplaatst in de directe nabijheid van de vestiging van die supermarktketen Jumbo aan/nabij de [adres 2] en/of het [adres 3] te [gemeente 1] en die bom/dat explosief tot ontploffing heeft gebracht of laten komen en/of
in een envelop met een (verjaardags)kaart een hoeveelheid explosieve stof, althans ingrediënten van een explosieve stof, heeft bijgesloten en die envelop/kaart heeft bezorgd of laten bezorgen bij de vestiging van die supermarktketen Jumbo aan/nabij de [adres 4] te [gemeente 3] ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (telkens) niet is voltooid;
2:hij in of omstreeks de periode van 8 mei 2015 tot en met 9 mei 2015 te [gemeente 1] ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen aan/bij de vestiging van supermarktketen Jumbo aan/nabij de [adres 1] , met dat opzet met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, een bom/explosief (voorzien van tijdontstekingsmechanisme) heeft geplaatst in de directe nabijheid van die vestiging van die supermarktketen Jumbo, en daarvan
- -
gemeen gevaar voor die vestiging van die supermarktketen Jumbo en/of voor de daarin aanwezige inboedel/goederen en/of voor een of meer boven, althans in de directe nabijheid van, die vestiging gelegen woningen en/of de daarin aanwezige inboedel, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
- -
levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een of meer in die vestiging van die supermarktketen Jumbo en/of in die woning(en) aanwezige personen en/of voor een of meer in de directe nabijheid van die bom/dat explosief aanwezige personen, in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3:hij op of omstreeks 31 mei 2015 te [gemeente 1] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht aan/bij de vestiging van supermarktketen Jumbo aan/nabij het [adres 3] , hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) een bom/explosief (voorzien van tijdontstekingsmechanisme) geplaatst in de directe nabijheid van die vestiging van die supermarktketen Jumbo (te weten aan/nabij de [adres 2] ) en die bom/dat explosief (vervolgens) tot ontploffing gebracht of laten komen, terwijl daarvan
- -
gemeen gevaar voor die vestiging van die supermarktketen Jumbo en/of voor de daarin aanwezige inboedel en/of voor een of meer boven, althans in de directe nabijheid van, die vestiging gelegen woningen en/of de daarin aanwezige inboedel, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
- -
levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een of meer in die vestiging van die supermarktketen Jumbo en/of in die woning(en) aanwezige personen en/of voor een of meer in de directe nabijheid van die bom/dat explosief aanwezige personen, in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was;
4:hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2015 tot en met 1 juli 2015 te [gemeente 3] , althans in Nederland, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meet anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen in/aan/bij de vestiging van supermarktketen Jumbo aan/nabij de [adres 4] , met dat opzet met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, een envelop met een (verjaardags)kaart en/of een hoeveelheid explosieve stof (althans ingrediënten van een explosieve stof) heeft bezorgd of laten bezorgen bij die vestiging van die supermarktketen Jumbo, en daarvan
- -
gemeen gevaar voor die vestiging van die supermarktketen Jumbo en/of voor de daarin aanwezige inboedel/goederen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
- -
levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een of meer in die vestiging van die supermarktketen Jumbo aanwezige personen en/of voor een of meer in de directe nabijheid van die bom/dat explosief aanwezige personen, in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vaststelling van de feiten
Aangifte Jumbo
Namens Jumbo Supermarkten B.V. wordt aangifte gedaan van pogingen tot afpersing en het plaatsen van explosieven bij twee verschillende Jumbo supermarkten omstreeks 9 en 31 mei 2015 in [gemeente 1] waarbij bij één van die winkels, de Jumbo aan het [adres 3] in [gemeente 1] , de bom daadwerkelijk is geëxplodeerd. Op 6 juni 2015 wordt er een melding gedaan van een geplaatste bom bij een derde Jumbowinkel in [gemeente 1] . Ook wordt aangifte gedaan van de ontvangst van een bombrief op 1 juli 2015 bij de Jumbowinkel aan de [adres 4] in [gemeente 3] . In de periode vanaf begin mei 2015 ontvangt de winkelketen via internet verschillende mailberichten waarin wordt gewaarschuwd voor het leggen van bommen. Er wordt in die berichten onder dreiging van het leggen van bommen geëist dat er bitcoins betaald moeten worden.
Dreigmails en dreigbrief
Uit het onderzoek van politie en het proces-verbaal daarvan volgt dat vastgesteld kan worden dat zowel bij Jumbo als bij de politie zogenoemde dreigmails binnen zijn gekomen. Op het hoofdkantoor van Jumbo te [gemeente 2] werd daarnaast nog een dreigbrief ontvangen.
Er is uiteindelijk sprake van de navolgende brieven, mails en meldingen:.
Op 2 mei 2015 wordt via internet bij Jumbo.nl (spellenfabrikant, niet de supermarkt) een dreigmail ontvangen waarin om bommen bij winkels te voorkomen betaling van in totaal 2000 bitcoins wordt geëist. Het bericht luidt:
"you must pay 2000 bitcoins to avoid bombing your stores you must pay before tomorrow 1600 hour. [opsomming bitcoinadresssen] these are bitcoinadresses on each you pay 100 bitcoins and a additional 0,25 bitcoin for the miningprocessif you do not pay we will every day set of a bomb".
Op 8 mei 2015, 11 mei 2015, 29 mei 2015 en 1 juni 2015 wordt telkens een dreigmail naar het adres van Jumbowerkt.nl verzonden waarin, samengevat, om betaling van 2000 bitcoins
wordt gevraagd onder dreiging van een bom. Telkens is [naam] de afzender. De inhoud van deze berichten is als volgt:
- -
8 mei: "you did not pay the bitcoins so now you are about to meet the mother of SANTAN. tonight a bomb wille explode real bad for you every day a bomb will go off until you paid the 2000 bcoins"
- -
11 mei: "you have little time left I fyou donot pay for 2 pm there will be a big explosion in ine of your stores in a major city[weergave bitcoinadres] this is the adres for the 2000 bitcoins you have a few hoursI have difficult connection with the net if you donot pay on time you have a big problem"
- -
29 mei: "this is the adres for paying 2000 bitcoins [weergave bitcoinadres] you have little time left for you lose one store and costumers"
- -
1 juni: "You have second bomb in [gemeente 1] if you do not pay the bitcoins today we make sure that the next two bombs will make big damage I sent you 3 days ago new bitcoins address for payment".
Op 1 juni 2015 wordt om 15:36 een bericht naar politie.nl gemaild met de mededeling dat er een bom ligt bij de Jumbowinkel tegen de winkelbeglazing en de aldaar staande fietsen. Het bericht luidt:
"There is a bomb at the jumbo store mentioned above it is laying at the outside between the building glass and the place where the buycicles are."
Op 5 juni 2015 wordt vanuit het hoofdkantoor van Jumbo te [gemeente 2] melding gedaan van de ontvangst van een dreigbrief. In de mail wordt opnieuw betaling geëist van 2000 bitcoins onder verwijzing naar in [gemeente 1] geplaatste bommen. In die brief werd melding gedaan en verwezen naar eerder verzonden eisen van betaling via internet. De tekst van de brief luidt:
"in order to avoid more bomb attacks you must pay 2000 bitcoins on this bitcoin adress: [weergave bitcoin adres]if you do not pay we will attack you with bombs like in [gemeente 1] to prove its me i will descripe the bomb mother of satanthere were two plastic boxes in the little one was the explosive with some red and black wires and a leifheit timeroutside the big box was a nine volt batterywe send our demands earlier on the internet but now we think you did not get themwe placed a second bomb also in [gemeente 1] last sunday night but I do not know what happenedit was quite similar to the first oneyou must pay the bitcoins before thursday 06 04 2015 18.00 pmif not next bombs will be damaging your company a lotyou will find them all over the country"
Op 6 juni 2015 wordt een bommelding gedaan bij politie.nl, namelijk dat er zich in de winkel in Jumbo [winkelcentrum] een bom bevindt, er wordt gemaild dat er wordt doorgegaan totdat Jumbo de bitcoins heeft betaald. De inhoud van deze mail is:
"There is a bomb now in jumbo [gemeente 1] [winkelcentrum] . this time we do not use leifheit timer but cellphone for detonation.It is already in the store. we will continue until jumbo paid the bitcoins.
Op 6 juni 2015, 3 juli 2015 en 8 juli 2015 wordt opnieuw telkens een dreigmail naar het adres van Jumbowerkt.nl verzonden waarin, samengevat, wordt verwezen naar de aan Jumbo in [gemeente 3] verzonden bombrief en om betaling van 2000 bitcoins wordt gevraagd onder dreiging van een bom. De inhoud van deze berichten is als volgt:
- -
6 juni: "you must be a big fool you only have chance to break your bussiness down we won t stop before you paid the 2000 bitcoins on the address we did sent e few days ago by lettereven when the police arrest the person who did lay the bomb last time you will not cath the rest of us and we will continue until you paid".
- -
3 juli: " happy birthday in [gemeente 3] we will start now the worst scenario for youyou have 24 hours and not one second more to avoid a disaster for your employees and costumers you must pay the 2000 bitcoins to the bitcoin address we sent you earlier by mail"
- -
8 juli: "you were lucky in [gemeente 3] .not today.we have hidden a very serious bomb in one of your 600 stores.you must pay the 2000 bitcoins today before 3p/m.the address is [weergave bitcoinadres] if bitcoins are not paid we will let it explode without any warning.if you have paid we will informe the police so they can remove it safety".
Op 25 juli 2015 wordt een dreigmail naar politie.nl gemaild met een aankondiging van een bom in een Jumbowinkel in [gemeente 3] als er niet 2000 bitcoins worden betaald. Het bericht luidt als volgt:
"there is a bomb hidden in a jumbo store in [gemeente 3] .if jumbo does not pay 2000 bitcoins onthis adres [weergave bitcoinadres] before 5pm there will be a big explosion.if jumbo pays we will let you know location of the bomb.if not we will detonate between 5/6 pm.
Op 27 juli 2015 wordt opnieuw een dreigmail naar het adres van Jumbowerkt.nl verzonden waarin, samengevat, om betaling van 2000 bitcoins wordt gevraagd onder dreiging van een bom. Het bericht luidt als volgt:
"you have been lucky twice now in [gemeente 3] if rest of bitcoins not come today you will regret it very much.there will be a big explosion very soon in one of your stores.we are out of patience now and we will not step back but we will finish it now very soon your choice is to end with casulties or not.
Op 29 juli 2015 en op 9 oktober 2015 wordt een dreigmail naar politie.nl gemaild met aankondiging van bomexplosies bij Jumbowinkels. Deze berichten luiden als volgt:
- 29 juli: "who ever made the little transactions with the bitcoins must be a fool or think we are.is t is only a delay now.bombs will go off until there is paid.there will be no warnings any more.you have the bitcoinadress until the full amount is not there we will make sure bombs will go off in or around jumbo stores.you will see soon".
- 9 oktober: "did you like the silence no bombs no trics no threads no cards just doing business as usual you can keep it that way by paying 2000 bitcoins within the next 24 hours if you refuse we will attack jumbo stores very hard and you can even expect attacks on the family [naam] awell as attacks on houses off jumbo employees we make sure christmas will be hell on earth for you we have a plan to hit jumbo as hard as possible like I told you before we will not stop before you have paid we are not afraid off the police imagine what the public will say when people get really hurt or die they will say that jumbo prefers money over safety off their customers we both know that you will pay at the end off the day if you do not pay within 24 hours we will raise the amount off bitcoins up to 4000 new bitcoinadress [weergave bitcoinadres]".
Met uitzondering van de mail van 1 juni 2015 is in zowel de dreigmails aan het adres van Jumbo.nl/puzzels, Jumbowerkt.nl en politie.nl “ [naam] ” telkens de afzender. Bij het verzenden van de mails zijn zogenoemde anonimiseringstechnieken toegepast. Er werd namelijk steeds gebruik gemaakt van een TOR-netwerk en de dreigmails die naar politie.nl zijn verzonden, zo blijkt uit onderzoek, vermelden bovendien het IP adres [IP adres] dat toebehoort aan Freeproxy.net, dus niet het werkelijke IP-adres van de bezoeker van politie.nl.
Incidenten
Vastgesteld wordt voorts dat sprake is geweest van vier concrete incidenten met betrekking tot supermarkten van Jumbo. Deze vonden plaats bij drie verschillende Jumbowinkels in [gemeente 1] en een Jumbowinkel in [gemeente 3] . Bij drie daarvan is sprake van daadwerkelijk plaatsing of verzending van een explosief. Eén van de incidenten omvat een concrete dreiging van een explosief in een Jumbowinkel. Dit leidt tot het volgende chronologische overzicht van incidenten.
In de nacht van 8 op 9 mei 2015 wordt rondom middernacht een zogenoemde bom, bestaande uit een emmer met daarin een ontstekingsmechanisme en ongeveer 145 gram van een wit kristalpoeder, te weten de springstof TATP, aangetroffen tegen de gevel van een Jumbowinkel aan de [adres 1] in [gemeente 1] .
In de nacht van 31 mei op 1 juni 2015 explodeert rondom middernacht een voorwerp dat kort daarvoor tegen de gevel van een Jumbowinkel aan het [adres 3] in [gemeente 1] wordt gelegd. Er werd schade veroorzaakt aan de winkel.
Op zaterdag 6 juni 2015 wordt er rond het middaguur via politie.nl een zogenoemde bommelding gedaan met betrekking tot de Jumbowinkel [winkelcentrum] in [gemeente 1] . Tot laat in de avond vindt een ontruiming plaats van de supermarkt maar ook van de omliggende zaken aan de [adres 5] .
Op 1 juli 2015 wordt door een Jumbowinkel in [gemeente 3] om 12:37 uur melding gedaan van de ontvangst van een gele enveloppe met daarin een zogenoemd ontstekingsmechanisme en wit poeder, dat na onderzoek TATP blijkt te zijn. De baliemedewerkster die de enveloppe opende vertrouwde het niet. Dit leidde tot de melding. De brief bevatte een verjaardagskaart waar een muziekje uitkomt als de brief wordt geopend. In de kaart zaten een lucifersdoosje en een telefoonbatterij welke waren vastgeplakt met tape. Zowel de batterij als de knopbatterij van het muziekgedeelte waren middels een draad verbonden en liepen in het lucifersdoosje. Aan het draadje bleek een kerstlampje ter zijn bevestigd. In het lucifersdoosje en de kaart bevond zich de springstof TATP.
Uit het onderzoek naar de inhoud van de explosieven volgt dat zowel bij het incident in [gemeente 3] als bij het incident in [gemeente 1] aan de [adres 1] sprake is van TATP als springstof. De explosieven bij zowel de Jumbo aan de [adres 1] en het [adres 3] bevatten een Leifheit kookwekker met een schroef erin gedraaid, welk voorwerp als onderdeel van het ontstekingsmechanisme moet worden beschouwd. Zowel het explosief aan de [adres 1] als de bombrief in [gemeente 3] bevatten een kerstlampje als onderdeel van het ontstekingsmechanisme. In het explosief aan de [adres 1] bevond zich een blokbatterij. Een cel uit een blokbatterij werd tevens aangetroffen bij de Jumbowinkel aan het [adres 3] .
Bewijsoverwegingen
Het hof overweegt mede op basis van de bovenstaande vastgestelde feiten verder als volgt.
Samenhang van de feiten
Het hof is van oordeel dat sprake is van inhoudelijke samenhang in en van de bovengenoemde dreigmails en dreigbrief en de drie bovenstaande incidenten waarbij explosieven werden geplaatst, dan wel is gedreigd met een in of bij de Jumbo aanwezige bom. Die samenhang volgt allereerst uit de inhoud van de verschillende mailberichten en de brief. Ook volgt de samenhang uit de tijdstippen waarop zij zijn verzonden in combinatie met de tijdstippen van de bovengenoemde concrete incidenten.
De eerste mail van 2 mei 2015 omvat een uitvoerige instructie op welke wijze er in totaal 2000 bitcoins betaald moeten worden opdat wordt voorkomen dat er bij Jumbo een bom wordt geplaatst. De berichten die daarna worden verzonden bouwen consequent inhoudelijk voort op die eerste instructiemail in die zin dat die 2000 bitcoins ter voorkoming van bommen dienen te worden betaald. Sommige mails behelzen een aankondiging van een bomincident terwijl andere na afloop van een concreet incident refereren aan één van de specifieke incidenten. Ook wordt in de mails informatie gegeven over de samenstelling van de bom.
Meer specifiek:
In de dreigmail van 8 mei 2015 wordt verwezen naar een op 2 mei 2015 verstuurde mail en naar het explosief dat 's avonds laat werd aangetroffen bij de Jumbo aan de [adres 1] .
In de dreigmail van 1 juni 2015 wordt concreet verwezen naar het explosief bij de Jumbo aan het [adres 3] in de voorafgaande nacht.
In de afpersingbrief aan het hoofdkantoor van de Jumbo in [gemeente 2] d.d. 5 juni 2015 beschrijft de afzender 'the bombs in [gemeente 1] '. Hij noemt daarbij de plastic bakjes, de rode en zwarte draden, de Leifheit kookwekker en de 9 Volt batterij. Dit komt overeen met de samenstelling met het op de [adres 1] aangetroffen explosieve pakketje.Ook verwijst de afzender in deze brief naar eerdere dreigmeldingen via internet en naar de tweede bom in [gemeente 1] ( [adres 3] ).
De mails van 6 juni 2015 betreffen de bommelding in de Jumbo [winkelcentrum] aan de [adres 5] . Daarin wordt door middel van het vermelden van de Leifheitkookwekker dit incident gekoppeld aan de eerdere incidenten op de [adres 1] en het [adres 3] .
De mail van 3 juli 2015 vangt aan met “happy birthday in [gemeente 3] ”. Dit betreft een verwijzing naar de daarvoor op 1 juli 2015 aan Jumbo toegezonden verjaardagskaart welke een bom bevatte.
De op 9 oktober 2015 verstuurde mail refereert aan het feit dat er gedurende een tijd geen dreigmails zijn gestuurd ('did you like the silence') en meldt dat als de 2000 bitcoins niet betaald worden het bedrag verhoogd zal worden naar 4000 bitcoins.
In aanmerking wordt ook genomen dat – als hierboven vastgesteld – met uitzondering van de mail van 1 juni 2015 in zowel de dreigmails aan het adres van Jumbo.nl/puzzels, Jumbowerkt.nl en politie.nl “ [naam] ” telkens de afzender is. Steeds zijn de berichten opgesteld in de Engelse taal. Alle mails zoals die naar politie.nl zijn verzonden, zo blijkt uit onderzoek, werden verzonden vanaf het IP adres [IP adres] .
Daarnaast neemt het hof nog in aanmerking met betrekking tot de bomkaart bij de Jumbo in [gemeente 3] en de dreigbrief aan Jumbo in [gemeente 2] dat vastgesteld is dat sprake is van de navolgende overeenkomsten in de uiterlijke kenmerken te weten:
gericht aan/op Jumbo;
adressering 'gedrukt' in soortgelijk lettertype (Calibri);
adressering in linkerbovenhoek van de enveloppe;
poststempel afkomstig uit [gemeente 3] .
Het hof is samenvattend van oordeel dat sprake is van directe samenhang tussen enerzijds de geplaatste explosieven bij de twee Jumbowinkels in [gemeente 1] , de bombrief bij een Jumbowinkel in [gemeente 3] , de bommelding bij Jumbo [winkelcentrum] in [gemeente 1] en anderzijds alle bovenomschreven zogenoemde dreigmails en dreigbrief waarin betaling wordt geëist.
Daderschap verdachte
De vraag is of kan worden vastgesteld dat verdachte de dader van de, kort samengevat, afpersingspogingen en het plaatsen van explosieven is. Verdachte heeft dit zelf ontkend. De raadsman van verdachte heeft betoogd dat er door middel van schakelbewijs - in de vorm van een cirkelredenering - een bewijsconstructie is geconstrueerd. Bij een dergelijke bewijsconstructie ligt het gevaar voor een onterechte veroordeling op de loer, aldus de raadsman. Hij heeft vrijspraak van alle feiten bepleit.
Het hof is van oordeel dat verdachte de dader is. Op grond van het volgende komt het hof tot dit oordeel.
Celmateriaal van verdachte op de enveloppe van de bomkaart in [gemeente 3]
De aan de Jumbo te [gemeente 3] verstuurde bomkaart is op verschillende plaatsen bemonsterd. Op de beeldzijde van de postzegel is celmateriaal aangetroffen. Vervolgens is de onderzijde van de twee postzegels en de enveloppe ter plaatse waar de onderzijde was geplakt aan een onderzoek onderworpen. De postzegels werden in dit onderzoeksproces niet van de enveloppe gescheiden. Ter plaatse van de onderzijde van de twee postzegels en het onderliggende papier is celmateriaal aangetroffen, waarvan het verkregen DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van verdachte.
De navolgende onderzoeken hebben meer concreet de onderstaande resultaten opgeleverd.
NFI onderzoek
In het monster AADN9608NL#01 genomen van de beeldzijde van de postzegel is een mengprofiel van minimaal twee personen is aangetroffen waarvan een matcht met het profiel van verdachte. Volgens dit rapport werd daarnaast in het monster met SIN nummer AADN9608NL#02 (de onderzijde van de ene postzegel tezamen met het onderliggende papier) alleen een enkelvoudig DNAprofiel aangetroffen en in het monster met SIN nummer AADN9608NL#04 (de onderzijde van de andere postzegel tezamen met het onderliggende papier) werd een DNA profiel van minimaal één man aangetroffen. Het NFI heeft in zijn rapport geconcludeerd dat de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met de aangetroffen DNA-profielen van het celmateriaal op de enveloppe één op één miljard is. Bij later onderzoek bleken deze DNA-profielen te matchen met het DNA profiel van verdachte.
TMFI onderzoek
Er is contra-expertise gedaan door het TMFI in Maastricht. Het TMFI rapporteerde dat in beide monsters met de hiervoor genoemde SIN nummers die eindigen op #02 en #04 een mengprofiel is aangetroffen van minimaal twee donoren, van wie zeker één man en dat het prominenter aanwezige DNA profiel matcht met het DNA-profiel van verdachte.
Het hof constateert uit de toelichting die gegeven wordt in de rapporten van het NFI en het TMFI dat zij verschillende onderzoeksmethodes hanteren en dat ook de terminologie verschilt in de conclusies van hun rapporten. De vraag die het hof moet beantwoorden is welke waardering gegeven moet worden aan het aantreffen van kennelijk additionele (DNA) kenmerken in de bemonsteringen. In het rapport van het TMFI wordt het aantreffen van de in de bemonstering additionele (DNA) kenmerken niet nader aangeduid. In het rapport van het NFI van 9 mei 2016 wordt dit in de gegeven toelichting wel geduid. Naar aanleiding van aan het NFI gestelde vragen heeft het NFI bij brief van 9 mei 2016 in de beantwoording daarvan aangegeven hoe de additionele (DNA) kenmerken moeten worden geduid. Te lezen valt:
“ Hierbij wordt opgemerkt dat in het DNA-profiel van AADN9608NL#04, naast de prominente DNA-kenmerken die matchen met het DNA profiel van onbekende man A (opm hof: later vastgesteld als verdachte), een aantal pieken (van relatief geringe intensiteit) zichtbaar zijn waarvan niet duidelijk is of het DNA-kenmerken (van minimaal een andere persoon) of technische artefacten zijn. Deze pieken worden daarom niet betrokken bij het DNA-onderzoek.” In het licht hiervan en mede gezien de in dezelfde brief gedane constatering dat beide profielen verkregen van de bemonstering van #02 en #04 zodanig van kwaliteit zijn dat ze beiden geschikt zijn voor opname in de DNA bank, kent het hof geen bijzondere betekenis toe aan het aantreffen van additionele (DNA) kenmerken in zowel de rapporten van het NFI als het TMFI.
Op grond hiervan gaat het hof er van uit dat het tussen de twee postzegels en het onderliggende papier van de enveloppe van de bomkaart aangetroffen celmateriaal van verdachte is.
Door de raadsman is hierover naar voren gebracht dat celmateriaal gemakkelijk overdraagbaar is, dat er vele wijzen zijn waarop DNA van verdachte tussen de postzegels en de enveloppe terecht kan zijn gekomen en dat het enkele feit dat verdachte direct of indirect (secundaire DNA-overdracht) met de enveloppe in aanraking is gekomen voldoende is om zijn DNA daarop aan te treffen. De raadsman heeft daarbij aangegeven, onder verwijzing naar het rapport van het NFI d.d. 11 augustus 2015 op pagina 382 in het forensisch dossier (map 10) dat het DNA onder de postzegel (of op de enveloppe) een DNA mengprofiel betreft van minimaal twee personen. Daar komt volgens de raadsman nog bij dat het NFI niet heeft vastgesteld of het DNA nu onder de postzegel of op de enveloppe aanwezig is met een verwijzing naar het NFI rapport van 9 mei 2016. Volgens de raadsman bestaat in verband met het aangetroffen mengprofiel de mogelijkheid dat een derde, die onbekend gebleven is, het delict heeft gepleegd.
Het hof overweegt als volgt. Anders dan de raadsman gaat het hof uit van het rapport van het NFI d.d. 9 mei 2016 nu dit rapport het rapport van 11 augustus 2015 waar de raadsman naar verwijst, vervangt. De resultaten genoemd in dat rapport zijn hiervoor weergegeven. Uit die weergave noch uit het rapport van het TMFI volgt dat er in genoemde bemonstering volledige DNA-profielen van anderen dan verdachte zijn aangetroffen. Er is kennelijk wel ander DNA materiaal aangetroffen maar gelet op de gegeven toelichting wordt er door beide onderzoeksinstituten kennelijk geen bijzondere betekenis aan toegekend in relatie tot de onderzoeksvraag. Voorzover het verweer van de raadsman er van uit gaat dat er ook een DNA-profiel van een ander is aangetroffen is de feitelijke grondslag hiervan dus onjuist.
Met de raadsman constateert het hof dat niet is vastgesteld of het DNA materiaal zich op de enveloppe of onder de postzegels bevond. In de toelichting wijst de raadsman er op dat de route van de kaart en de enveloppe van elkaar gescheiden moeten worden gezien omdat deze niet bij elkaar horen. Het hof ziet niet in op welke wijze dit relevant is in relatie tot de constatering dat niet duidelijk is of het DNA op de enveloppe zat of op de postzegel. Het hof kent daarom geen bijzondere betekenis aan toe aan de omstandigheid dat niet is vastgesteld of het DNA zich op de enveloppe of op de postzegels bevond.
Uit schriftelijke informatie van het NFI van 20 april 2017 blijkt dat secundaire DNA-overdracht wel kan optreden, maar de aannemelijkheid of hiervan sprake is hangt af van de omstandigheden van het geval. Allereerst is naar het oordeel van het hof van belang dat DNA van verdachte op de enveloppe van de bombrief is aangetroffen ter plaatse van de onderzijde van de twee afzonderlijke postzegels en het onderliggende papier van de enveloppe. Een redelijke of aannemelijk geworden verklaring voor het gegeven dat het DNA van verdachte al dan niet via secundaire overdracht op beide locaties terecht zou kunnen zijn gekomen is niet gegeven door verdachte. Daarbij komt nog dat in het monster AADN9608NL#01 genomen van de beeldzijde van de postzegel bovendien met de LCN methode (gevoeliger dan de standaardmethode) een mengprofiel van minimaal twee personen is aangetroffen waarvan één matcht met het profiel van verdachte. Uit het rapport van het NFI van 20 april 2017 waarin een toelichting wordt gegeven op de (on)mogelijkheden van secundaire overdracht volgt dat de kans zeer klein is dat indirecte overdracht leidt tot detectie van een relatief grote hoeveelheid DNA (ten opzichte van andere personen). Nu er verder tussen de postzegels en de enveloppe ook geen prominent DNA materiaal van andere personen is aangetroffen is het hof van oordeel dat secundaire overdracht niet aannemelijk is geworden. Het hof gaat er dan ook van uit dat verdachte zelf handelingen heeft verricht met de enveloppe waardoor zijn DNA materiaal op die verschillende locaties is aan getroffen en hij derhalve betrokken is geweest bij de verzending van de bombrief.
Overeenkomst soldeertin in combinatie met DNA-bewijs soldeerbout
In de bomkaart aan de Jumbo in [gemeente 3] waren soldeerverbindingen aangebracht. In de woning aan de [adres] waar de verdachte verblijft is een koffer met een soldeerbout en soldeertin aangetroffen. De soldeertin van de soldeerverbindingen van de bomkaart is vergeleken met de soldeertin in de koffer van de [adres] .
Gebleken is dat het veel waarschijnlijker is dat het soldeertin van één van de soldeerverbindingen van de bomkaart (verbinding S5) afkomstig is van de soldeertin uit de koffer dan van een willekeurige andere bron soldeertin.
Door de verdediging is aangevoerd dat de bewijskracht hiervan minimaal is, omdat de soldeertin onderdeel is van een set die vooral bij de Lidl wordt verkocht (Lidl heeft vele winkels) en dat soldeertin wereldwijd wordt geproduceerd en vooral via bouwmarkten worden verspreid. Het vergelijkende onderzoek is aldus de verdediging ook gemankeerd, omdat slechts 18 van de 59 elementen van de soldeertin voor vergelijking in aanmerking kwamen en een andere soldeerverbinding (S4) niet overeenkwam met de referenties in de koffer, aldus de raadsman.
Het hof gaat uit van de onderzoeksresultaten van de door het NFI gedane onderzoeken naar de soldeertin. Er is geen reden om aan de betrouwbaarheid van deze onderzoeken twijfelen. Nadere rapportage omtrent onder meer de specifieke samenstelling van de aangetroffen tin, de verkrijgbaarheid van soldeertin en de inrichting van het deskundigenonderzoek, maakt geenszins dat de bewijswaarde van de onderzoeksresultaten in twijfel moeten worden getrokken. Deze resultaten (dat het veel waarschijnlijker is dat het soldeertin van één van de soldeerverbindingen van de bomkaart afkomstig is van de soldeertin uit de koffer dan van een willekeurige andere bron soldeertin) hebben een zekere bewijswaarde en worden meegenomen in de bewijsvoering.
Daarbij is van belang dat op het handvat en de stekker van de aangetroffen soldeerbout, die samen met de soldeertin in de aangetroffen koffer zat, celmateriaal is aangetroffen. Dit betreft celmateriaal van twee personen die onderling niet verwant zijn. Dit DNA-materiaal is onderzocht door het NFI. De resultaten van het DNA-onderzoek zijn beschouwd onder het volgende hypothesepaar:
I. De bemonstering bevat celmateriaal van verdachte en één willekeurige onbekende persoon.
II. De bemonstering bevat celmateriaal van twee willekeurige onbekende personen.
De bevindingen van het vergelijkend DNA-onderzoek zijn meer dan 1.000.000 keer waarschijnlijker als hypothese I waar is, dan als hypothese II waar is.
Door de verdediging is naar voren gebracht dat het niets zegt dat er DNA-materiaal van verdachte op de soldeerbout is aangetroffen aangezien het in de woning lag waar verdachte verbleef. Verdachte heeft verklaard dat hij nooit een soldeerbout heeft gebruikt.
Het hof overweegt als volgt. Het aantreffen van DNA-materiaal op de stekker en het handvat van de soldeerbout wijst op gebruik van de soldeerbout door degene van wie het DNA-materiaal afkomstig is. Naar het oordeel van het hof heeft dit daarom wel degelijk bewijswaarde voor het ten laste gelegde. Het hof betrekt daarbij tevens de plaats waar de koffer met de soldeerbout is aangetroffen te weten in een lade van het fornuis, zoals hieronder nader is omschreven.
Kookwekkers in bommen en kookwekkers aangeschaft door verdachte
Zowel bij het explosief dat is geplaatst bij de Jumbo aan de [adres 1] als bij het explosief dat is ontploft bij de Jumbo aan het [adres 3] is gebruik gemaakt van een Leifheit kookwekker. Verdachte heeft verklaard dat hij twee van dergelijke kookwekkers heeft aangeschaft. Op 1 mei 2015 - een week voordat een explosief aan de [adres 1] is geplaatst - heeft hij de eerste wekker gekocht. Op 26 mei 2015 - vijf dagen voordat de explosie bij het [adres 3] heeft plaatsgevonden - heeft hij de tweede wekker gekocht.
Aangetroffen haar op/in de bom bij de [adres 1]
Bij het incident bij de [adres 1] bestond het aangetroffen explosieve pakket onder andere uit een emmer die was voorzien van een deksel. Aan de onderkant van het deksel is een hoofdhaardeel aangetroffen, dat na onderzoek een mtDNA-profiel heeft opgeleverd dat matcht met het mtDNA-profiel van verdachte.
De resultaten van het DNA-onderzoek zijn beschouwd onder het volgende hypothesepaar:
I. Het hoofdhaardeel is afkomstig van verdachte of van iemand die in de moederlijke lijn aan de verdachte verwant is.
II. Het hoofdhaardeel is afkomstig van een willekeurige persoon, niet in de moederlijke lijn verwant aan verdachte.
De bevindingen van het vergelijkend DNA-onderzoek zijn veel waarschijnlijker als hypothese I waar is, dan als hypothese II waar is.
De raadsman heeft aangevoerd dat de bewijskracht hiervan niet erg groot is, omdat het deksel, waar het hoofdhaardeel (pas veel later) op is aangetroffen, uren in weer en wind buiten heeft gelegen en door derden zonder de benodigde zorgvuldigheid is benaderd en het bovendien slechts gaat om mtDNA.
Het hof stelt vast dat ondanks dat het deksel kennelijk in weer en wind heeft gelegen er toch een hoofdhaardeel op is aangetroffen. Een aannemelijke verklaring voor het aantreffen van die haar heeft verdachte niet gegeven. Dit hoofdhaardeel kan afkomstig zijn van verdachte. Gebaseerd op de bevindingen van het NFI is het hof van oordeel dat het veel waarschijnlijker is dat dit hoofdhaardeel van verdachte of een verwant van verdachte in de moederlijke lijn is dan van een willekeurig ander persoon. Dit heeft naar het oordeel van het hof, mede bezien in het verband met de overige bewijsmiddelen, wel bewijswaarde voor het daderschap van verdachte.
Verband tussen dreigmail 9 oktober 2015 en handelen verdachte
Uit onderzoek blijkt dat de laatste dreigmail voor de Jumbo naar politie.nl wordt verzonden op 9 oktober 2015 om 15.20 uur, net zoals de andere mail, via een TOR-netwerk.
Uit cameraobservatie blijkt dat op 9 oktober 2015 verdachte met zijn zoon om 15.09 uur aan komt in de woning aan de [adres] en om 15.23 uur weer vertrekt. Om 15.46 uur arriveert verdachte weer bij deze woning en om 17.04 uur vertrekt hij opnieuw.
De inbeslaggenomen computer aan de [adres] is onderzocht. Uit dit onderzoek blijkt dat die dag om 15.12 uur de computer is opgestart en dat een minuut later een USB-stick is aangekoppeld. Om 15.14 uur wordt een TOR-browser gedownload en om 15.18 uur wordt het programma Notepad opgestart. Rond 15.23 uur wordt het systeem weer afgesloten. Om 15.49 uur wordt het systeem weer opgestart en om 16.18 uur worden alle snelkoppelingen, ook die van de TOR-browser, weer verwijderd.
Verdachte verklaart ter zitting van het hof op 29 maart 2018 dat hij inderdaad op 9 oktober 2015 om 15.14 uur een TOR-browser heeft gedownload op de computer aan de [adres] en dat hij vervolgens een USB-stick heeft aangekoppeld. Wat er op die USB-stick stond en waar die USB-stick is gebleven wil verdachte tegenover de politie niet zeggen.
Uit onderzoek van verbalisant [verbalisant] blijkt dat de user-agent in de dreigmail van 9 oktober 2015 identiek is aan de standaard user-agent van de geïnstalleerde TOR-browser op de inbeslaggenomen computer (de computer waarop verdachte de TOR-browser heeft gedownload).
Een user-agent is de informatie die wordt meegestuurd bij elke actie op het internet over onder meer de versie van de gebruikte internetbrowser en andere technische details die een goede communicatie tussen twee computers mogelijk moeten maken.
[verbalisant] relateert dat de betreffende user-agent een weinig voorkomende user-agent is.
De verdediging heeft aangevoerd dat de user-agent geen onderscheidend karakter heeft omdat er veel dezelfde user-agents zijn.
Het hof overweegt als volgt. Deze user-agent is weliswaar waarschijnlijk niet uniek, maar de bevindingen met betrekking tot deze user-agent hebben in het licht van de overige bewijsmiddelen wel bewijswaarde. Het is immers een identieke user-agent. Deze overweging moet ook worden bezien in het licht van de handelingen van verdachte met de inbeslaggenomen computer die qua tijdspanne en inhoud precies passen bij de acties van het versturen van de dreigmail op 9 oktober 2015.
Aangetroffen grondstoffen voor de explosieve stof TATP
Bij de geplaatste explosieven aan de [adres 1] en in de bombrief in de supermarkt in [gemeente 3] is TATP als springstof gebruikt. In het proces-verbaal van bevindingen van inspecteur van politie J.G.H. Theunissen, operationeel Specialist CBRN-Explosieven (zie pagina 859 van het dossier) wordt over TATP het volgende gerelateerd:
TATP is, ook door mensen zonder chemische achtergrond, eenvoudig te maken van aceton, waterstofperoxide en een zuur. Recepten hiervoor zijn eenvoudig te vinden op het internet. Een synoniem voor TATP is 'Mother of Satan'.
Op 9 en 10 oktober 2015 zijn, na aanhouding van verdachte, de percelen in [gemeente 1] waar verdachte leefde maar ook op adressen van familie waar hij regelmatig kwam doorzocht.
In de door verdachte gebruikte woning aan de [adres] werd het volgende aangetroffen:
In de keuken stond een pan op het fornuis met daarin waterstofperoxide. Bij de pan op het aanrecht stond een Leifheit kookwekker. Aan de kruk van de keukendeur hing een plastic draagtas met daarin onder andere een (bijna) lege fles met nog een restje waterstofperoxide. In de lade van het fornuis lag een koffer met soldeerbout en toebehoren, die hierboven al werd genoemd. Verder werd er een fles waar Aceton op staat en een Spa fles met azijnzuur aangetroffen.
De raadsman heeft aangevoerd dat de aangetroffen aceton niet bruikbaar is voor het maken van TATP omdat het ecologisch verantwoorde aceton betreft (concentratie van maximaal 10% aceton).
Het hof overweegt als volgt. Dat de aangetroffen aceton en waterstofperoxide na onderzoek niet bruikbaar zijn voor het maken van TATP maakt niet dat het hof geen betekenis toekent aan de situatie in de keuken van de woning die verdachte bewoonde. De omstandigheden waaronder de waterstofperoxide is aangetroffen zijn merkwaardig (in een pan op het fornuis). Het aantreffen van de waterperoxide in een pan wijst ook op het mogelijk 'inkoken' ervan, waardoor de concentratie verhoogd kan worden. Het hof stelt vast verdachte een aantal grondstoffen voor het maken van TATP aanwezig heeft gehad terwijl de omstandigheden vragen oproepen. In diezelfde keuken werd staande op het aanrecht een Leifheit kookwekker en in de ovenlade de hierboven besproken soldeerbout met soldeertin aangetroffen. Verdachte heeft over de pan met waterstofperoxide op het fornuis – anders dan dat de waterstofperoxide niet van hem was – geen verklaring afgelegd die de aangetroffen omstandigheden kunnen duiden. De zwager van verdachte die verdachte de sleutel van de woning aan de [adres] had verstrekt kent de inhoud van de pan evenmin.1.De aangetroffen situatie in de door verdachte - ook op 9 oktober 2015 daadwerkelijk - gebruikte woning heeft naar het oordeel van het hof, mede bezien in het verband met de overige bewijsmiddelen, bewijswaarde voor het daderschap van verdachte.
Paraplu op camerabeelden
Er zijn camerabeelden van de persoon die op 31 mei 2015 het explosief plaatst bij de Jumbo op het [adres 3] te [gemeente 1] . Op die camerabeelden is aldus het proces-verbaal zichtbaar dat die persoon een uitgeklapte donkere paraplu in zijn hand heeft en dat deze paraplu aan één zijde een geknikte balein(en) heeft (beschadiging) (p. 327-328, ordner 1 dossier).
Verdachte is geobserveerd door de politie. Op 22 september 2015 is gezien dat hij de woning aan de [adres] uitkomt en dat hij in zijn hand een opengeklapte zwarte paraplu heeft. Hiervan zijn foto's gemaakt (p. 1653-1658, ordner 5 dossier).
Deze foto's zijn ter zitting van het hof op 29 maart 2018 getoond. Het hof heeft waargenomen dat op de foto rechtsonder op pagina 1657 en de foto rechtsboven op pagina 1658 verdachte een paraplu in de hand heeft die aan één zijde niet strak gespannen is; de paraplu is qua vorm niet symmetrisch.
Het hof stelt op grond van het voorgaande vast dat de paraplu op de camerabeelden van het incident op het [adres 3] gelijkenis toont met de paraplu die verdachte in zijn hand heeft op de bovengenoemde camerabeelden 22 september 2015.
Verklaring [naam partner] (partner van verdachte)
De partner van verdachte, [naam partner] , is gehoord door de politie. Zij verklaart onder meer dat verdachte in de maanden voor de incidenten bij de Jumbo haar het gebruik van het TOR netwerk liet zien en uitleg gaf over bitcoins, verdachte vertelde dat bitcoins veel werden gebruikt in de criminele wereld. Verdachte had haar gezegd dat zij in begin mei 2015 met vakantie konden als hij de bitcoins kon verzilveren. Hij moest daar nog even op wachten.
Nadat de politie in verband met explosieven bij de Jumbo bij haar navraag heeft gedaan naar de aanschaf van een Leifheit kookwekker, confronteert [naam partner] verdachte hiermee. Verdachte reageerde hier volgens [naam partner] vreemd op en bracht later een kookwekker bij haar met de mededeling dat zij die wekker aan de politie zou moeten laten zien. [naam partner] verklaart ook dat verdachte in haar woning een fles zoutzuur en aceton achterliet en een fles in de douche achterliet waarin een speciaal soort water zat. Verdachte had haar verteld dat er een fles was ontploft.
Het feit dat verdachte in de voorafgaande periode aan de incidenten over, het TOR-netwerk en bitcoins spreekt en aan [naam partner] een Leifheit kookwekker presenteert om aan de politie te laten zien en in haar woning met chemicaliën waaronder zoutzuur en aceton, bezig is geweest, is naar het oordeel van het hof belastend voor verdachte.
Verklaring van verdachte
Verdachte zelf, tot slot, heeft bevestigt dat hij het TOR-netwerk gebruikt en dat hij op 1 mei en 26 mei 2015 een Leifheit kookwekker heeft gekocht. Verdachte heeft ook verklaard dat hij op 9 oktober in de middag rond 15:20 uur in het perceel [adres] de computer gebruikte en het TOR-netwerk heeft gedownload en een USB stick in heeft gebracht.
Conclusie
Het hof heeft hierboven reeds overwogen dat sprake is van directe en onlosmakelijke samenhang tussen enerzijds de geplaatste explosieven bij de twee Jumbowinkels in [gemeente 1] , de bombrief bij een Jumbowinkel in [gemeente 3] , de bommelding bij Jumbo [winkelcentrum] in [gemeente 1] en anderzijds alle bovenomschreven zogenoemde dreigmails en dreigbrief waarin betaling wordt geëist. Het hof komt op basis van de bovenstaande bewijsmiddelen tot het oordeel dat verdachte degene is geweest die de twee explosieven bij de Jumbovestigingen heeft geplaatst, de bommelding heeft gedaan, de bombrief heeft gemaakt en de dreigmails waarin betaling van bitcoins werden geëist heeft verzonden. Het hof baseert zich bij dat oordeel op de bovenstaande bewijsmiddelen die gezamenlijk het redengevend bewijs vormen voor de ten laste gelegde feiten. Het hof betrekt bij zijn oordeelsvorming tevens het gegeven dat verdachte met betrekking tot het op hemzelf herleidbaar DNA-bewijs, zoals dat is aangetroffen in verschillende soorten van DNA-bewijs, geen enkele redelijke en aannemelijke verklaring heeft gegeven.
Het hof is van oordeel dat op grond van al het bovenstaande - in onderlinge samenhang bezien- wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de explosieven heeft geplaatst en in dat kader de verschillende dreigmails/brief aan Jumbo en de politie heeft gezonden.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1:hij op verschillende tijdstippen in de periode van 2 mei 2015 tot en met 9 oktober 2015 in de gemeenten [gemeente 1] en [gemeente 2] en [gemeente 3] , deels op de openbare weg, te weten onder andere de [adres 1] en de [adres 2] , telkens ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld supermarktketen Jumbo te dwingen tot de afgifte van 2.000 bitcoins
aan (een vestiging van) die supermarktketen Jumbo, al dan niet via Jumbo.nl of Jumbo.com of Jumbowerkt.nl of Politie.nl, een e-mail en/of een meldformulier en/of een brief en/of een kaart heeft gestuurd waarin hij aankondigde dat in/bij een vestiging van die supermarktketen Jumbo (onder andere aan/nabij de [adres 5] ( [winkelcentrum] )) een bom/explosief tot ontploffing gebracht zou worden (met (veel) slachtoffers tot gevolg) en
via Politie.nl, in een e-mail en/of een meldformulier heeft bericht dat aanvallen zouden worden uitgevoerd op de familie [naam] en/of op huizen van werknemers van die supermarktketen Jumbo en
een bom/explosief (voorzien van tijdontstekingsmechanisme) heeft geplaatst in de directe nabijheid van de vestiging van die supermarktketen Jumbo aan de [adres 1] te [gemeente 1] en
een bom/explosief heeft geplaatst in de directe nabijheid van de vestiging van die supermarktketen Jumbo aan het [adres 3] te [gemeente 1] en die bom/dat explosief tot ontploffing heeft gebracht of laten komen en
in een envelop met een verjaardagskaart een hoeveelheid explosieve stof heeft bijgesloten en die envelop/kaart heeft laten bezorgen bij de vestiging van die supermarktketen Jumbo aan/nabij de [adres 4] te [gemeente 3] ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf telkens niet is voltooid;
2:hij in de periode van 8 mei 2015 tot en met 9 mei 2015 te [gemeente 1] ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen aan/bij de vestiging van supermarktketen Jumbo aan de [adres 1] , met dat opzet met een bom/explosief voorzien van tijdontstekingsmechanisme heeft geplaatst in de directe nabijheid van die vestiging van die supermarktketen Jumbo, en daarvan
- gemeen gevaar voor die vestiging van die supermarktketen Jumbo en voor de daarin aanwezige inboedel/goederen en voor een of meer boven die vestiging gelegen woningen en de daarin aanwezige inboedel en
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een of meer in die woningen aanwezige personen en voor een of meer in de directe nabijheid van die bom/dat explosief aanwezige personen
te duchten was,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
3:hij op 31 mei 2015 te [gemeente 1] opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht aan/bij de vestiging van supermarktketen Jumbo aan het [adres 3] , hebbende verdachte een bom/explosief voorzien van tijdontstekingsmechanisme geplaatst in de directe nabijheid van die vestiging van die supermarktketen Jumbo, te weten aan de [adres 2] , en die bom/dat explosief vervolgens tot ontploffing gebracht of laten komen, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor die vestiging van die supermarktketen Jumbo en voor de daarin aanwezige inboedel en
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een of meer in de directe nabijheid van die bom/dat explosief aanwezige personen
te duchten was;
4:hij op 1 juli 2015 te [gemeente 3] , ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen in de vestiging van supermarktketen Jumbo aan de [adres 4] , met dat opzet met een envelop met een verjaardagskaart en een hoeveelheid explosieve stof heeft laten bezorgen bij die vestiging van die supermarktketen Jumbo, en daarvan
- gemeen gevaar voor die vestiging van die supermarktketen Jumbo en/of voor de daarin aanwezige inboedel/goederen en
- gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een of meer in die vestiging van die supermarktketen Jumbo aanwezige personen en voor een of meer in de directe nabijheid van die bom/dat explosief aanwezige personen
te duchten was,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
poging tot afpersing, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
poging tot opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is
en
poging tot opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is
en
opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is.
Het onder 4 bewezen verklaarde levert op:
poging tot opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is.
en
poging tot opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich met het oog op financieel gewin schuldig gemaakt aan zeer ernstige feiten. Bij zijn pogingen om de supermarktketen van Jumbo af te persen heeft hij daadwerkelijk gebruik gemaakt van de zeer explosieve en krachtige springstof TATP. De explosieve constructie aan de [adres 1] had bijvoorbeeld een kracht van 5 tot 8 handgranaten.
Verdachte heeft mensen in gevaar gebracht en ook schade toegebracht aan Jumbo. Ook omliggende bedrijven moesten worden ontruimd. Dat er geen gewonden of doden zijn gevallen is niet aan verdachte te danken. Uit het dossier is af te leiden dat medewerkers en klanten van Jumbo hinder hebben ondervonden van de feiten die verdachte pleegde.
De supermarktketen van Jumbo heeft winkels door het hele land. De door verdachte gepleegde feiten brachten daardoor in het hele land onrust, een onveilig gevoel en grote alertheid teweeg. Een aantal keren heeft het tot ontruiming van een Jumbo vestiging en omliggende ruimte/panden geleid. Het misdadig handelen van verdachte heeft een grote impact gehad op de Nederlandse samenleving. Vanuit politie en justitie zijn veel mensen en talrijke opsporingsmiddelen ingezet om een einde te maken aan de afpersingen. Met de aanhouding van de verdachte is dat na 5 maanden van gevaar en onrust uiteindelijk gelukt.
Verdachte is ter observatie opgenomen geweest in het Pieter Baan Centrum (PBC) om onderzoek te doen naar de psychische gesteldheid van verdachte. Hij heeft echter niet aan dit onderzoek mee willen werken en door het PBC zijn geen conclusies en adviezen geformuleerd.
Op 6 november 2015 is door de reclassering een rapport opgemaakt over de persoon van de verdachte. Verdachte heeft tegen de rapporteur van de reclassering gezegd dat hij geen enkele werkervaring heeft op de legale arbeidsmarkt, dat hij geen eigen woning heeft en dat bij hem sprake was van overmatig harddrugs- en alcoholgebruik.
Uit het de verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie van 6 maart 2018 blijkt dat hij eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake soortgelijke feiten, te weten op 4 november 1993 tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren.
Alles afwegend is het hof van oordeel dat, gelet op de aard en de bijzondere ernst van de gepleegde feiten, oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur, vanuit het oogpunt van normhandhaving en ter vergelding van de door verdachte begane delicten, passend en geboden is. De door de rechtbank opgelegde en door de advocaat-generaal gevorderde gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren is gelet op de bijzondere ernst van de feiten, waarbij mede de strafoplegging in andere zaken in aanmerking genomen wordt, naar het oordeel van het hof niet voldoende.
Het hof zal aan verdachte een gevangenisstraf van langere duur, namelijk 10 jaren, opleggen.
Gelet op de duur van de opgelegde gevangenisstraf wijst het hof het verzoek van de raadsman om opheffing van de voorlopige hechtenis af.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 18.230,55. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Deze vordering is door de verdediging niet betwist anders dan dat er vrijspraak is bepleit voor het aan de vordering ten grondslag liggend strafbare feit.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is met de rechtbank voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag (€ 18.230,55). Eén van de casino's van [naam B.V.] bevindt zich in [winkelcentrum] , waar ook een vestiging van Jumbo is gevestigd. Op 6 juni 2015 is, nadat er was gedreigd dat in deze vestiging van Jumbo een bom zou afgaan, ook dit casino ontruimd. Als gevolg van deze ontruiming zijn de gevorderde kosten ontstaan. Verdachte is tot vergoeding van de schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij Jumbo Supermarkten B.V.
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 113.832,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 72.207,00. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Deze vordering is door de verdediging niet inhoudelijk betwist anders dan dat er vrijspraak is bepleit voor de aan de vordering ten grondslag liggende strafbare feiten.
Het hof is van oordeel dat de rechtbank een juiste afweging heeft gemaakt. Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof met de rechtbank voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1, 2, 3 en 4 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 72.207,00. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Het bedrag is als volgt samengesteld:
Jumbo [winkel 1] ( [adres 3] [gemeente 1] ):
- herstelwerkzaamheden € 1.281,00
Jumbo [winkel 2] ( [winkelcentrum] [gemeente 1] ):
- loonkosten 7 juni € 1.511,00
- loonkosten nazorg 50% € 857,00
€ 2.368,00
Hoofdkantoor:
- extra surveillance rondes door Trigion (7x) € 9.576,00
- 6 telefoonrecorders € 2.328,00
- crisisondersteuning ISP € 38.200,00
- vervanging security manager € 18.454,00
€ 68.558,00
Voor het overige is het hof met de rechtbank van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom nu in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Beslag
Nu zich geen strafvorderlijk belang ertegen verzet, kunnen de volgende in beslag genomen zaken aan verdachte worden terug gegeven: zwarte paraplu, 2 sleutels en een zwarte jas.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 45, 57, 157 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst af het verzoek om opheffing van de voorlopige hechtenis.
Gelast de teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: zwarte paraplu, 2 sleutels en een zwarte jas.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij] ter zake van het onder 1 bewezen verklaarde tot het bedrag van € 18.230,55 (achttienduizend tweehonderddertig euro en vijfenvijftig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde partij] , ter zake van het onder 1 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van € 18.230,55 (achttienduizend tweehonderddertig euro en vijfenvijftig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 74 (vierenzeventig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de schade op 6 juni 2015.
Vordering van de benadeelde partij Jumbo Supermarkten B.V.
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Jumbo Supermarkten B.V. ter zake van het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde tot het bedrag van € 72.207,00 (tweeënzeventigduizend tweehonderdzeven euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd Jumbo Supermarkten B.V., ter zake van het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van € 72.207,00 (tweeënzeventigduizend tweehonderdzeven euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 291 (tweehonderdeenennegentig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de schade op
- 31 mei 2015 over een bedrag van € 1.281,00
- 7 juni 2015 over een bedrag van € 2.368,00
- 9 oktober 2015 over een bedrag van € 68.558,00.
Aldus gewezen door
mr. J. Dolfing, voorzitter,
mr. K. Lahuis en mr. A. van Holten, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M. Nijhuis, griffier,
en op 20 april 2018 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 20‑04‑2018