RvdW 2014/566
Profijtontneming. Vermindering van de opgelegde betalingsverplichting i.v.m. de overschrijding van de redelijke termijn in cassatie. Strafprocesrecht (art. 359a Sv)
HR 25-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:710
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 maart 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
12/02580
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:710, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:213, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑02‑2014
ECLI:NL:HR:2014:140, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑01‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2409, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑11‑2013
Essentie
Profijtontneming. Vermindering van de opgelegde betalingsverplichting i.v.m. de overschrijding van de redelijke termijn in cassatie.
Strafprocesrecht (art. 359a Sv)
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 28 februari 2012, nummer 24/000252-06, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: [betrokkene]. Adv mr. H.K. ter Brake, te Hoorn
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1.
De schriftuur in deze zaak bevat twee middelen. In mijn conclusie van 19 november 2013 heb ik hiervan enkel het eerste middel besproken. Ik kwam tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.