NJB 2023/2756:Partneralimentatie na echtscheiding. Pensioenverevening. Hoge Raad: 1. Verzoek om stukken. Het hof heeft hetzij ten onrechte geoordeeld dat het ervoor moet worden gehouden dat de vrouw haar verzoek niet handhaaft, hetzij dit oordeel onvoldoende gemotiveerd. 2. Bedrog. Als tijdens een procedure bij een partij een vermoeden van bedrog rijst, mag de partij dit vermoeden naar voren brengen zolang de zaak nog niet in staat van wijzen is. De rechter dient de partij dan in de gelegenheid te stellen haar standpunt uiteen te zetten. Het hof heeft hetzij dit miskend, hetzij zijn oordeel onvoldoende gemotiveerd. 3. Opgebouwde pensioenaanspraken. Art. 8c (oud) PSW moet zo worden uitgelegd dat het daarin gaat om reeds opgebouwde aanspraken. 4. Niet-gefinancierde pensioenaanspraken. Bij de berekening van het te verevenen pensioen moet worden uitgegaan van de tijdsevenredige aanspraak op het ouderdomspensioen, en niet slechts van de aanspraak voor zover die op het tijdstip van de echtscheiding is gefinancierd. 5. Afstort-jurisprudentie. De tot verevening verplichte echtgenoot die als directeurgrootaandeelhouder de rechtspersoon beheerst waarin de te verevenen pensioenaanspraak is ondergebracht, moet in het algemeen zorgdragen voor afstorting van het kapitaal dat nodig is voor het aan de andere echtgenoot toekomende deel van de pensioenaanspraak. Dit geld ook indien de rechtspersoon inmiddels is overgegaan tot het doen van een jaarlijkse uitkering. Het hof heeft hetzij dit miskend, hetzij zijn oordeel onvoldoende gemotiveerd.