De verklaring voor recht
Einde inhoudsopgave
De verklaring voor recht (BPP nr. XVIII) 2015/2:2 De verklaring voor recht in combinatie met de veroordeling tot prestatie
De verklaring voor recht (BPP nr. XVIII) 2015/2
2 De verklaring voor recht in combinatie met de veroordeling tot prestatie
Documentgegevens:
mr. N.E. Groeneveld-Tijssens, datum 23-03-2015
- Datum
23-03-2015
- Auteur
mr. N.E. Groeneveld-Tijssens
- JCDI
JCDI:ADS401751:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Als partijen met een veroordeling tot prestatie net als met een verklaring voor recht bereiken dat de rechtsverhouding wordt vastgesteld, dan lijkt het niet zinvol om naast een veroordeling tot prestatie een verklaring voor recht te vorderen. Toch blijkt de verklaring voor recht vaak in combinatie met een veroordeling tot prestatie te worden gevorderd. Die conclusie baseer ik op de in de Nederlandse Jurisprudentie gepubliceerde rechtspraak.1 De zoekterm ‘verklaring voor recht’ levert 1631 uitspraken op waarin een van de partijen een verklaring voor recht vorderde. In maar liefst 1171 uitspraken werd de vordering gecombineerd met een vordering tot veroordeling tot een prestatie. Zouden partijen met de verklaring voor recht dan toch iets anders bewerkstelligen dan met de veroordeling tot prestatie?
In 2005 heeft Jacobs onderzoek gedaan naar de Feststellungsklage, het Duitse equivalent van de vordering die strekt tot verklaring voor recht. Jacobs stelt dat een Feststellungsklage naast een Leistungsklage (een vordering die strekt tot veroordeling tot een prestatie) wel degelijk een meerwaarde heeft. De Feststellungsklage heeft volgens hem een zogenaamde Lückenschließfunktion. Met een Feststellungsklage bewerkstelligt de partij die een veroordeling tot prestatie vordert, dat niet alleen de geschilbeslissing maar ook de dragende voorbeslissingen bindend worden vastgesteld.2 De uitkomst van dit onderzoek in combinatie met het feit dat een verklaring voor recht vaak samen met een veroordeling tot prestatie wordt gevorderd, is voor mij aanleiding om onder andere te onderzoeken in hoeverre de stelling dat een verklaring voor recht het mindere is van een veroordeling tot prestatie juist is.