Het systeem van sanctionering van fiscale fraude
Einde inhoudsopgave
Het systeem van sanctionering van fiscale fraude (FM nr. 166) 2021/1.5.3:1.5.3 Beperking: aanname van de legitimiteit van bestraffing
Het systeem van sanctionering van fiscale fraude (FM nr. 166) 2021/1.5.3
1.5.3 Beperking: aanname van de legitimiteit van bestraffing
Documentgegevens:
Dr. C. Hofman, datum 01-04-2021
- Datum
01-04-2021
- Auteur
Dr. C. Hofman
- JCDI
JCDI:ADS270261:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Nuyens en Feenstra 2015, p. 17.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Zowel voor het fiscale strafrecht als voor het punitieve fiscale bestuursrecht geldt dat een behoorlijke rechtspleging staat of valt met een juist inzicht in de ware toedracht van de relevante (stafbare) feiten en omstandigheden. Het verwerven van inzicht in de ware toedracht van feiten en omstandigheden kan worden geduid als waarheidsvinding. De strafprocessuele waarheidsvinding komt pas aan de orde wanneer een concrete verdenking van één of meer strafbare feit(en) is gerezen: art. 27 WvSv. De bestuursrechtelijke waarheidsvinding vangt aan op het moment dat een overtreding is geconstateerd: art. 5:1 Awb. De fiscale waarheidsvinding (die ziet op het boven tafel krijgen van een juiste formele belastingschuld) speelt zich ten slotte af jegens (vrijwel) eenieder, hoezeer ook diens onschuld wordt verondersteld, zo stellen Nuyens en Feenstra.1 Aan het proces van (bestuursrechtelijke of strafrechtelijke) waarheidsvinding wordt in dit onderzoek geen aandacht besteed, in die zin dat als uitgangspunt steeds verondersteld wordt dat bestraffing rechtens toelaatbaar is. Dit impliceert dat dwang- en opsporingsmiddelen in de controle- en opsporingsfase op rechtmatige wijze zijn ingezet.
Enige aandacht voor waarheidsvinding in fiscale zin is in dit onderzoek alleen daar onvermijdelijk, waar de gedragingen die als fraude gekwalificeerd worden, zich kenmerken door gedrag dat gericht is op het verhullen van de waarheid. Deze gedragingen worden uitgediept in hoofdstuk vier.