Voor zover hierna wordt verwezen naar paginanummers van het proces-verbaal, wordt telkens verwezen naar bijlagen van het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] , brigadier van politie Midden-Nederland opgemaakt proces-verbaal, genummerd 2014 116552 (09RIJK), gedateerd 8 april 2015 (hierna: het proces-verbaal). Voor zover het hof de conclusies uit dit proces-verbaal en de daarbij gevoegde bijlagen overneemt, zijn deze door het hof gecontroleerd en juist bevonden aan de hand van de daaraan ten grondslag liggende stukken.
Hof Arnhem-Leeuwarden, 07-02-2017, nr. 21-004366-15
ECLI:NL:GHARL:2017:822, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
07-02-2017
- Zaaknummer
21-004366-15
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2017:822, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 07‑02‑2017; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2018:380, Bekrachtiging/bevestiging
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:5506, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Uitspraak 07‑02‑2017
Inhoudsindicatie
Veroordeling wegens medeplegen van een woningoverval, afpersing in vereniging, medeplegen van poging tot doodslag op twee politieagenten en medeplegen van gijzeling. Het hof legt dezelfde straf op als de rechtbank, namelijk elf jaar gevangenisstraf.
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004366-15
Uitspraak d.d.: 7 februari 2017
TEGENSPRAAK
Promis
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 23 juli 2015 met parketnummer 16-705519-14 in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] ( Marokko ) op [1991] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
thans verblijvende in [PI verblijfplaats] .
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 10 mei 2016 en 24 januari 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. R.A. van der Horst, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1:hij op of omstreeks 12 mei 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland,
tussen 00:30 en 00:41, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde
tijd, in een woning (gelegen aan [adres] te Utrecht),
tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
-een tas met inhoud (onder meer sleutels, een geldbedrag van ongeveer EUR 700
en/of een portemonnee (waarin een geldbedrag van ongeveer EUR 600));
-een I-pod en/of een I-phone;
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn
mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor
te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad
aan zichzelf en aan andere deelnemers van voormeld misdrijf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte en/of zijn mededaders:
-gewapend met vuurwapens, althans daarop gelijkende voorwerpen, de woning aan
[adres] zijn binnengedrongen;
-vuurwapens hebben gericht op die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] ;
-meermalen tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] hebben gezegd: "waar is het geld?",
althans woorden van gelijke aard of strekking;
-hebben geschoten met een vuurwapen in de woning (in de richting van/op een
televisie);
-meermalen tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] hebben geroepen: "als je geen geld
geeft dan maken we jullie dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of
strekking;
-tiewraps, althans op handboeien gelijkende voorwerpen, hebben gebonden om de
polsen van voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] ;
-die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] onder bedreiging van vuurwapens hebben gedwongen
mee te lopen naar een kluis in een slaapkamer;
-tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] hebben gezegd: "de kluis moet open", "als
jullie geen geld geven dan vermoorden we jullie" en/of "ik schiet je kind
dood", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
-die [slachtoffer 1] meermalen hebben geslagen, geschopt en/of geduwd;
-die [slachtoffer 2] meermalen hebben geslagen, geschopt en/of geduwd;
2:
hij op of omstreeks 12 mei 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland,
tussen 00:30 en 00:41, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde
tijd, in een woning (gelegen aan [adres] te Utrecht),
tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen,
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de
afgifte van:
-een ketting met hanger;
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde
[slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn
mededaders, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en)
dat hij, verdachte en/of zijn mededaders:
-gewapend met vuurwapens, althans daarop gelijkende voorwerpen, de woning aan
[adres] zijn binnengedrongen;
-vuurwapens hebben gericht op die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] ;
-meermalen tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] hebben gezegd: "waar is het geld?",
althans woorden van gelijke aard of strekking;
-hebben geschoten met een vuurwapen in de woning (in de richting van/op een
televisie);
-meermalen tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] hebben geroepen: "als je geen geld
geeft dan maken we jullie dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of
strekking;
-tiewraps, althans op handboeien gelijkende voorwerpen, hebben gebonden om de
polsen van voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] ;
-die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] onder bedreiging van vuurwapens hebben gedwongen
mee te lopen naar een kluis in een slaapkamer;
-tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] hebben gezegd: "de kluis moet open", "als
jullie geen geld geven dan vermoorden we jullie" en/of "ik schiet je kind
dood", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
-die [slachtoffer 1] meermalen hebben geslagen, geschopt en/of geduwd;
-die [slachtoffer 2] meermalen hebben geslagen, geschopt en/of geduwd;
3:hij op of omstreeks 12 mei 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met anderen, althans alleen, opzettelijk de
opsporingsambtena(a)r(en), in het onderzoek 09Rijk14 aangeduid met (de)
nummer(s) 790441 en/of 768849 van het leven te beroven, tezamen en in
vereniging met anderen, althans alleen, met dat opzet als volgt heeft
gehandeld, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
meermalen met vuurwapens geschoten in de richting van voornoemde
opsporingsambtena(a)r(en), die zich in de (directe) nabijheid van hem,
verdachte en zijn mededaders bevonden,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid,
welke vorenomschreven poging doodslag werd vergezeld van en/of voorafgegaan
door strafbare feiten, althans enig strafbaar feit, te weten
-diefstal met geweld en/of bedreiging met geweld in vereniging;
-afpersing in vereniging;
-gijzeling in vereniging,
en welke poging doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van
die feiten, althans dat feit, gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping
op heterdaad, aan zichzelf en aan de andere deelnemers straffeloosheid en/of
het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
4:
hij op of omstreeks 12 mei 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen,
opzettelijk één of meer personen, genaamd [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] (zijnde de
kinderen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] )
wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden,
met het oogmerk anderen, te weten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te dwingen iets te doen
of niet te doen,
te weten een hoeveelheid geld aan verdachte en/of zijn mededaders af te geven
en/of aan te wijzen waar zich geld bevindt,
immers hebben hij, verdachte en/of zijn mededaders:
-onder bedreiging van vuurwapens die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5]
gedwongen te zitten op een bank in een (woon)kamer van hun woning;
-tiewraps, althans op handboeien gelijkende voorwerpen, gebonden om de polsen
van voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] ;
-die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gedwongen mee te lopen naar een kluis in een
slaapkamer;
-tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd: "waar is het geld", "de kluis moet
open", "ik schiet je kind dood" en/of "als jullie geen geld geven dan
vermoorden we jullie", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of
strekking.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Met de rechtbank overweegt het hof met betrekking tot de gebezigde bewijsmiddelen het volgende:1.
Zoals nader zal blijken uit de hieronder weer te geven bewijsmiddelen, vond op 12 mei 2014 omstreeks 0.30 uur een woningoverval plaats op het adres [adres] in Utrecht. Vier gemaskerde mannen waren de woning binnengevallen en hielden de familie [slachtoffer 1] – vader, moeder, kinderen en oma – onder dreiging van vuurwapens in bedwang. De vader en moeder werden bovendien mishandeld. Na de overval heeft buiten de woning, langs en op de weg een vuurgevecht met de politie plaatsgevonden. De overvallers zijn vervolgens gevlucht en weggereden in de richting van de [adres] .
Aangever [slachtoffer 1] heeft bij de politie als volgt verklaard, zakelijk weergegeven:
Mijn vrouw kwam op 12 mei 2014 omstreeks 00.30 uur thuis bij onze woning aan [adres] in Utrecht. Ik hoorde lawaai bij de voordeur. Toen ik de deur op een kier deed zag ik dat er een wapen tussen de deur en het kozijn was gedaan. Ik probeerde de deur dicht te duwen, maar dat lukte niet en de overvallers kwamen met mijn vrouw de woning binnen. Mijn zoon (het hof begrijpt [slachtoffer 4] ) en ik moesten op de grond gaan liggen. We moesten later in de woonkamer gaan zitten. Tijdens een discussie of er geld was werd er geschoten. Ik zag een gat in de televisie.2.Mijn vrouw, zoon, dochter (het hof begrijpt: [slachtoffer 5] ) en ik werden alle 4 met tierips vastgemaakt. Ik ben meerdere malen met een vuurwapen op mijn hoofd geslagen. Ze dreigden te schieten als we geen geld zouden geven, een dader zei: “dan schiet ik je dood”. Naar mijn idee werd constant een wapen op ons gericht. De daders vroegen naar een kluis en naar sieraden. Een dader zei: “het is zondag, jullie hebben altijd geld. Het wordt opgehaald”.3.
Nadat de kluis was gevonden moesten mijn vrouw en ik mee naar boven. De kluis stond op de slaapkamer van mijn jongste zoon [slachtoffer 3] . Hij werd wakker. Ik heb gezegd dat ik de kluis niet kon openen.4.We moesten de kluis openmaken. Ze hielden het wapen dicht bij mijn gezicht en zeiden ”we schieten je dood”. Ze zeiden “Je moet open maken want anders maken we je dood”. Het werd steeds agressiever omdat ze dachten dat ik niet meewerkte. Ik heb gezegd dat ik later geld wilde brengen en dat ze de kluis mee mochten nemen. Ik kreeg een paar klappen tegen mijn hoofd. Ik heb schoppen in mijn zij gekregen. Ik werd omhooggetrokken en verder getrapt. Het werd zwart voor mijn ogen zoveel pijn had ik. Een dader pakte mij op en zei: “Ik schiet je kind dood”. Mijn kind was wakker en zat erbij in bed.5.Steeds werd het wapen op [slachtoffer 3] of op mij gericht. Op een gegeven moment gooide de dader iets over mijn hoofd. Het rook naar spiritus.6.Hij zei: “ik steek je in de fik”. Ik heb keer op keer gesmeekt dat ik wilde leven. Ik wilde ze morgen geld brengen, ik wilde alles voor ze doen.7.
Er waren 4 daders. Alle 4 de daders hadden vuurwapens. Ze droegen een zwarte bivakmuts. De daders spraken Nederlands, gelet op het accent leken zij van Marokkaanse herkomst.8.
Mevrouw [slachtoffer 2] heeft in aanvulling hierop verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik kwam omstreeks 0.35 uur thuis. Toen ik de deur wilde openen, hoorde ik iets achter mij en zag ik iemand aan komen rennen.9.Ik zag dat de mannen iets over hun hoofd hadden. Ik heb hard op de deur gebonkt en gegild. Ik werd achterover getrokken door de jongen die mij beet pakte. Hij pakte mij met een hand op mijn mond en mijn ogen waardoor ik niets meer kon zien. Ook kon ik bijna niet ademen. Ik voelde dat iemand mijn tas en sleutel afpakte. Toen de deur open ging werd ik naar binnen geduwd. Ik zag mijn man en mijn zoon van 17 in de hal. Door duwen en trekken moest ik naar de woonkamer. Ik moest op de bank gaan zitten. Ik hoorde iemand vragen: Waar is het geld? Mijn man en zoon moesten ook op de bank in de woonkamer gaan zitten.10.Een dader hield zijn wapen in mijn richting en soms richtte hij het op mijn zoon die naast mij zat. Hij dreigde mijn zoon neer te schieten.11.Ik hoorde mijn moeder boven. Een van de mannen liep naar boven en trok mijn moeder ook de woonkamer in.12.Een van de mannen riep: Waar is het geld? Wij zeiden dat we geen geld hadden. Er werd heel vaak om geld gevraagd. Een overvaller zei: “Jullie hebben wel geld, de vorige keer heb ik 20.000 euro van je gepakt bij een andere overval. Ik was de man van toen, van de overval van 20.000.” Er werd door een overvaller door de tv geschoten. Hij dreigde dat als we geen geld zouden geven ze ons dood zouden maken. Hiermee dreigden ze meerdere malen. Ze geloofden ons niet en bleven schreeuwen om geld. Net na het schieten kwam mijn dochter naar beneden. Ze vertelde dat ze uit haar bed was gepakt door twee mannen.13.
Dader 1 wilde mijn ketting van mijn nek trekken. Ik heb gezegd dat ik dat zelf wel zou doen. De dader heeft de ketting in zijn broekzak gedaan.14.Aan de ketting zat een hanger.15.
Ik hoorde iemand boven roepen dat ze de kluis hadden gevonden. Mijn man en ik moesten mee naar boven. Ik werd geduwd. Mijn man werd geduwd maar ook geslagen en getrapt. Ze deden het om mijn man mee naar boven te krijgen. Een van de overvallers zei “De kluis moet open”.16.
Gedurende de hele overval hoorde ik de mannen zeggen dat ze ons gingen vermoorden als we ze geen geld gaven. Ik ben ook twee keer met een pistool op mijn hoofd geslagen. Ook ben ik meerdere keren op mijn lichaam geslagen.17.
Gestolen goederen: Een blauwe tas met mijn portemonnee, met daarin 500 of 600 euro aan briefgeld en 700 euro aan muntgeld, 3 elektronische masterkeys van mijn hotels, mijn rijbewijs, 2 Rabobankpasjes, een macropas en een sligropas. De Ipod en Iphone van mijn jongste zoon zijn ook meegenomen.18.
De moeder van aangeefster heeft aanvullend verklaard, zakelijk weergegeven:
Twee personen waarvan de gezichten bedekt waren liepen naar boven en trokken mij naar beneden. Dader 1 pakte mij bij mijn bovenarm en trok mij van de trap naar beneden. Hij had in zijn andere hand een groot vuurwapen. Dader 3 had om geld gevraagd. Dader 1 en 2 gingen naar boven en kwamen terug met mijn kleindochter [kleindochter] . Zij moest op de bank tegen de muur zitten.19.
[slachtoffer 5] , de oudste dochter, heeft aanvullend verklaard, zakelijk weergegeven:
De daders riepen: ”We willen geld of jullie gaan allemaal dood”.20.
Medeverdachte [medeverdachte] heeft bij de politie bekend betrokken te zijn bij de overval. [medeverdachte] verklaart een paar dagen voor de overval te zijn benaderd met de vraag of hij geld wilde verdienen.21.Hem was verteld dat het om Chinese mensen ging22., dat deze mensen veel geld hadden omdat zij veel hotels hadden en zwart geld mee naar huis namen. Zijn mededaders hadden alles al bekeken en hadden de mensen gevolgd. Ze hadden verteld dat het om een echtpaar ging en twee beveiligers.23.Ieder moest voor zichzelf een zwart trainingspak, een bivakmuts schoenen en handschoenen regelen.24.Voor de overval hebben zij besproken dat ieder een taakje kreeg, wie wat deed, hoe laat en hoe zij naar binnen zouden gaan.25.Zij moesten er allemaal voor zorgen dat iedereen rustig bleef en niemand zou vluchten.26.[medeverdachte] moest de beveiligers (die wapens hadden) onder schot houden en hun wapens afpakken27.en in de woning naar geld zoeken. Een andere jongen zou de mensen onder schot houden en een andere jongen deed een soort handboeien om.28.De opbrengst zou door hen vieren gedeeld worden.29.
Die zondag zijn zij een uur of twee tevoren bij elkaar gekomen. Zij zijn met een Golf GTI, die later is teruggevonden, vanuit Amsterdam naar Utrecht gereden.30.Er waren vier wapens. Iedereen had een wapen.31.Zij reden via de A2 naar Utrecht. In de buurt van het huis stapten twee jongens uit. De andere twee moesten na een seintje richting het huis rijden en uitstappen. Zij wachtten tot de bewoner in een BMW thuiskwam.32.Eén van de jongens pakte de vrouw vast met zijn hand over haar mond zodat ze niet kon schreeuwen. Een andere jongen duwde de deur open. Het plan was om de bewoners onder schot te houden.33.Het echtpaar en de jongen werden met tie rips vastgebonden. Er was in de tv geschoten. Voor en na het schieten werd er geroepen dat zij geld wilden.34.De mensen zeiden dat zij geen geld hadden.35.Twee jongens duwden de man en vrouw naar boven naar de kluis. [medeverdachte] liep erachter aan.36.Er werd geschreeuwd dat zij geld wilden. [medeverdachte] zag dat de vrouw en de man werden geslagen. Hij zag aan hun blik dat zij bang waren en dat het pijn deed.37.
Verbalisant bekend onder nummer 790441 heeft, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard: Op 12 mei 2014 omstreeks 00.40 uur kwam een melding van mogelijke vechtpartij op adres [adres] te Utrecht bij mr [slachtoffer 1] binnen.38.De voordeur van de woning ging open en een Chinese man riep: “Overval, overval” Hij zei dat de daders via de achterkant wegvluchtten. Ik ben naar de achterzijde van de woning gerend. Ik zag een zwarte schim. Ik riep met luide stem meerdere malen “politie, politie, staan blijven”. De schim dook de bosschages in en ik dook erachter aan. Ik zag dat de schim een persoon was en stopte. Ik zag dat de persoon een bivakmuts droeg. Van een afstand van 1 meter zag ik dat de persoon een voorwerp vasthield. Op de manier waarop hij dit vasthield dacht ik meteen aan een jachtgeweer. Ik zag dat de persoon zich in mijn richting draaide en dacht dat hij zou schieten. Ik trok mijn dienstwapen en heb op de persoon geschoten.39.
Nadat ik had geschoten ben ik onmiddellijk weggerend naar de voorzijde van de woning om dekking te zoeken. Ik ben via de voorzijde van de woning de tuin uit gerend. Ik ben vervolgens linksaf gelopen naar de [adres] . Op de hoek heb ik bij de parkeerplaats bij het tuinhek dekking gezocht. Ik ben toen op mijn knieën gaan zitten. Ik zag dat 768849 op straat stond en meerdere schoten afvuurde in de richting van de [adres] . Nadat ik hem zag schieten hoorde ik zeer luide knallen uit de richting van de [adres] komen.40.Ik heb zelf nog een aantal malen geschoten in de richting waar vandaan de zware knallen kwamen. Ik zag op een gegeven moment toen ik in de richting van de [adres] keek een Volkswagen Golf wegrijden.41.Het geluid van onze dienstwapens klonk als een klappertjespistool vergeleken bij de andere schoten.42.
Verbalisant bekend onder nummer 768849 heeft, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd: Ter plaatse op [adres] deed een jongen de deur open. Hij vertelde dat er een overval was en dat daders op dat moment via de achterkant weggingen.43.
Een manspersoon rende naar de bosjes. We renden naar die persoon. Hij had zich klem gelopen op een hek. Ik hoorde 790441 luid en duidelijk een paar keer roepen “Politie, politie”. Op het moment dat ik mij omdraaide hoorde ik knallen. Ik weet niet hoeveel. Dit herkende ik als schoten.44.
Ik rende terug naar de hoek van het huis omdat we werden beschoten. Ik rende voor de bosjes langs richting de [adres] . Ik hoorde twee soorten knallen. Het ene was scheller, en het andere wat voller en harder en lager van toon. Ik ben gaan schuilen achter de bosschages om niet geraakt te worden. Ik ben toen op de hoek gaan staan. Ik keek over de stoep tussen de auto’s en de bosjes.
Ik zag iemand in het zwart gekleed dicht bij een voertuig staan. Ik zag aan de andere kant ook lichtflitsen van mondingsvuur. Ik heb in de richting van die persoon geschoten.45.
Ik zag nog een andere vlam vanaf de andere kant van de auto. Ik zag die persoon niet, maar ik had het idee dat ik door die persoon werd beschoten. Om mijn lijf te redden heb ik achter een auto dekking gezocht. Toen ik achter de auto kwam ben ik naar rechts uitgestapt en vuurde in het richting van het mondingsvuur.46.
Medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat toen hij en de anderen geschreeuw hoorden zij zijn weggerend. Hij volgde de andere jongens naar de achtertuin. Zij klommen allemaal over het hek. Hij werd daarbij door de politie neergeschoten en is naar de auto gevlucht,47.de Golf GTI.48.Een van de jongens was hem gesmeerd. Zij reden met zijn drieën weg in de auto.49.Om niet ontdekt te worden door een helikopter waren zij de snelweg afgegaan en naar Mijdrecht gereden.50.Toen is ervoor gezorgd dat zij werden opgehaald. [medeverdachte] heeft met zijn telefoon gebeld dat iemand hem op moest halen.51.[medeverdachte] wachtte op de grond. De andere jongens liepen heen en weer. Zij moesten ook bellen.52.[medeverdachte] is opgehaald met een Fiat Punto. Zij zijn naar Amsterdam gereden.53.Hij is daar naar het ziekenhuis gebracht.54.Hij weet niet wie de anderen heeft opgehaald. Hij heeft hen daar achter gelaten.55.Hij heeft ervoor gezorgd dat zijn wapen werd meegenomen naar Amsterdam en daar werd verstopt.56.
Het schietincident vond plaats op de [adres] te Utrecht. De weg is gelegen in oost- / westelijke richting. Aan de oostzijde ligt, haaks op de [adres] , de [adres] ; aan de westzijde ligt de [adres] en, verderop, ’ [adres] en de [adres] .
Aan de zijde van de [adres] is een grote parkeerplaats behorende bij restaurant [slachtoffer 1] gelegen. Vanaf de [adres] gezien is aan de achterzijde van de parkeerplaats het perceel [adres] gesitueerd. De [adres] is een rechte weg, waarbij aan beide zijden van de doorgaande weg voertuigen in parkeerhavens staan geparkeerd. Aan de linkerzijde, zuidzijde, van de [adres] is, gezien vanaf de [adres] , eerst de parkeerplaats gelegen, hierna perceel [adres] en hier achter openbaar groen.57.
Door de politie is onderzoek verricht aan de [adres] en rondom de (vrijstaande) woning op het perceel [adres] te Utrecht. Verbalisanten hebben het volgende gerelateerd:
Bij het onderzoek op de plaats delict zagen wij vanaf de hoek rechts voor van het perceel enigszins schuin in noordwestelijke richting weglopend over de weg een spoor van hulzen (4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10). Het betroffen hulzen met een groene rand rond het slaghoedje, hetgeen veelal zichtbaar is bij de munitie die aan politiemensen wordt verstrekt.
Vervolgens zagen wij in een voertuig, merk Citroën, voorzien van het kenteken [kenteken 1] en geparkeerd aan de linkerzijde van de weg, nabij de hoek aan de rechtervoorzijde van het perceel [adres] , aan de rechterzijde drie beschadigingen (11, 12, 13) en een beschadiging aan de linker voorzijde in de motorkap (14) en in de grill van dit voertuig (15).58.Bij nader onderzoek bleek het volgende:
Er werden in de rechter zijkant van de Citroën beschadigingen aangetroffen die duidden op twee kogelbanen van achteren naar voren. In het rechterachterportier werd een kogel aangetroffen die waarschijnlijk afkomstig is van politiemunitie.
Aan de voorkant in het front en in de motorkap werden beschadigingen aangetroffen die duidden op minimaal vier schotbanen van voor naar achteren. Opvallend is hierbij dat de beschadigingen 7 en 8 zeer dicht bij elkaar liggen en alleen in hoogte iets verschillen. In de grill werd de mantel van een kogel aangetroffen die van andere munitie afkomstig is dan die van de politie.59.
In de stam van de boom, staande voor de Citroën, werd een metaalfragment (16) aangetroffen.60.Dit was aan de oostzijde van de boom.61.
Verder werd er een huls (17) aangetroffen op het trottoir, nabij het afgesloten hekje. Dit bleek geen politiehuls te zijn.
Vervolgens zagen wij in de achterbumper van een voertuig, personenauto, merk Ford, voorzien van het kenteken [kenteken 2] en geparkeerd aan de linkerzijde van de weg, een gat (18) zitten.62.Bij nader onderzoek werden in de achterbumper en de achterkant van chassis/subframe achterwielophanging links beschadigingen aangetroffen die duidden op twee kogelbanen van achteren naar voren.63.
Onder dit voertuig zagen wij twee fragmenten liggen (19 en 20). Naar het leek betroffen dit een kogel en fragment van een kogel.
Op de parkeerhaven nabij de veiliggestelde bloedsporen (1 en 2) werd een huls (21) aangetroffen. Dit zou volgens de collega’s ook de plaats zijn geweest ter hoogte waarvan het voertuig van de daders zou hebben gestaan. Deze huls blijkt afwijkend van de munitie die aan de politie wordt verstrekt.
In een aan de linkerzijde van de weg staande Audi, voorzien van het kenteken [kenteken 3] , voorbij de lege parkeerhaven, werd aan de rechterzijde een beschadiging (23) aangetroffen. Dit bleek een oppervlakkige krasbeschadiging te zijn, maar hoogstwaarschijnlijk wel ten gevolge van een verschoten kogel.
Naast het voertuig op het wegdek werd een huls (22) aangetroffen. Deze bleek niet afkomstig te zijn van politiemunitie.
Verder werd op het trottoir, aan de linkerzijde van de weg voorbij de Audi en richting [adres] , een kogel (24) aangetroffen.64.Deze bleek afkomstig van politiemunitie.65.
Op 21 juli 2014 heeft de advocaat van verdachte [medeverdachte] aan de politie een beschrijving gegeven van de plaats waar het wapen was verstopt dat [medeverdachte] bij de overval had gebruikt. Op 22 juli 2014 heeft de politie inderdaad een wapen gevonden in het Flevopark in Amsterdam.66.Dit wapen bleek een dubbelloops geweer.67.Het wapen was van kaliber 20. Op de plaats delict waren geen munitiedelen van dit kaliber aangetroffen en er waren geen aanwijzingen dat er met een dergelijk wapen op de plaats delict was geschoten.68.
Uit onderzoek naar het op de plaats delict aangetroffen wapen en munitiedelen en -sporen bleek het volgende69.:
Pistool met geluidsdemper (AAHE3323NL)70.
Aan de buitenzijde van het tuinhek van de woning werd een vuurwapen aangetroffen.
Het pistool heeft de opschriften en uiterlijke kenmerken van een semiautomatisch werkend pistool, van het merk Ceska Zbrojovka, model 70, kaliber 7.65 Browning. Bij het pistool bevindt zich een geluidsdemper.71.In de kamer van het pistool bleek 1 patroon te zitten.72.
Drie hulzen 7.65 mm Browning
AAHD3239NL Huls aangetroffen in woonkamer.73.
AAHE3330NK Spoor 22 op wegdek [adres] richting [adres] .74.
AAHE3334NL Spoor 17, bij tuinhek.75.
Er zijn aanwijzingen dat de drie hulzen zijn verschoten met één vuurwapen, maar niet met het aangetroffen pistool. De hulzen zijn vermoedelijk verschoten met een machinepistool, kaliber 7.65 mm Browning, type Skorpion.76.
Twee hulzen 7,62x39mm
AAHE3327NL Spoor 26 op trottoir voor tuinhek.77.
AAHE3331NL Spoor 21 op parkeerhaven, thv vermoedelijke staanplaats voertuig daders.78.
Er zijn aanwijzingen dat de twee hulzen zijn verschoten met één vuurwapen. De hulzen zijn vermoedelijk verschoten met een aanvalsgeweer kaliber 7.62x39mm, type AK47 (Kalashnikov).79.
Kogelmanteldelen
AAHE3335NL Spoor 16 in boom nabij aangetroffen Citroën.80.
AAGZ5389NL Aangetroffen in de grill rechtsvoor van de Citroën.81.
De twee kogeldelen passen bij kogels van het kaliber 7.65 mm Browning. De afvuursporen van kogelmanteldeel (AAGZ5389NL) passen zowel bij die van het aangetroffen pistool als bij andere merken vuurwapens waaronder machinepistolen van het type Skorpion.82.
Naast politiemunitie werden er delen van 2 soorten niet-politiemunitie aangetroffen.
De vindplaatsen van de beschadigingen, alsmede de munitiedelen van politiemunitie en niet-politiemunitie passen bij een schotenwisseling min of meer evenwijdig aan de [adres] , waarbij de politiemunitie in westelijke richting is verschoten en niet-politiemunitie in oostelijke richting. De Citroën en de Ford stonden beide aan de linkerzijde van de [adres] , met de voorzijde in westelijke richting. In de Citroën en de Ford werden 2 schotbanen van achteren naar voren aangetroffen. Deze schotbanen passen bij schoten afgevuurd door de politie. In de Citroën werden 4 schotbanen van voren naar achteren aangetroffen. Deze schotbanen passen bij schoten afgevuurd door de daders.83.
Verbalisant 768849 heeft bij de raadsheer-commissaris verklaard over de auto waarachter hij, zoals hiervoor weergegeven, dekking heeft gezocht. Dit is de Citroën geweest.84.Verbalisant 790441 heeft bij de raadsheer-commissaris verklaard dat hij zich gedurende de schotenwisseling bevond op de hoek van de tuin, dichtbij de auto waarachter 768849 dekking zocht.85.
De aanwezige agenten zagen een VW Golf in de richting van de [adres] wegrijden.86.Op de rand van het trottoir en het wegdek van de [adres] werden bloedsporen aangetroffen.87.
Op 12 mei 2014 om 2.05 uur werd op de Croonstadtlaan in Mijdrecht een VW Golf aangetroffen met vals kenteken ( [kenteken 4] ). Op het achterportier werd bloed aangetroffen.88.Uit DNA-onderzoek naar het bloed dat op de plaats delict (op de rijbaan van de [adres] ) en op de aangetroffen auto VW Golf is gevonden89.volgde een match met medeverdachte [medeverdachte] .90.
Relatie telefoonnummer * [telefoonnummer] en de overval
Camerabeelden Mijdrecht
Op camerabeelden van het centrum van Mijdrecht op 12 mei 2014 tussen 0.00 uur en 03.00 uur wordt het volgende waargenomen91.:
-1.13 uur komt een auto aan in Mijdrecht op Croonstadtlaan.92.
Door een voertuigdeskundige is vastgesteld dat het vermoedelijk een VW Golf betreft. Hij acht het verder aannemelijk dat het aangetroffen voertuig op de Croonstadtlaan vermoedelijk hetzelfde voertuig betreft als op de camerabeelden.93.
-vanaf 1.15 uur lopen 2 personen (afwisselend samen en apart van elkaar) op en in de buurt van de Croonstadtlaan en de Bozenhoven.94.
-1.18 uur houdt de ene man een lichtgevend voorwerp in zijn hand en doet dit vervolgens tegen zijn oor.95.
-1.35 uur ontmoeten getuige [getuige] en man 1 elkaar op de Bozenhoven. Man 1 steekt vermoedelijk een sigaret aan. Man 2 loopt aan de andere kant.96.
-1.37 uur lopen man 1 en 2 samen over de Bozenhoven en de Croonstadtlaan. Eén van hen heeft iets lichtgevends in zijn hand, vermoedelijk een sigaret.97.
-1.38 uur Er komt een auto uit de richting van het Raadhuisplein. De voorste persoon steekt zijn hand op naar de auto en loopt met de auto mee de zijstraat van de Croonstadtlaan in. De achterste persoon loopt uit beeld.
Door een voertuigdeskundige is vastgesteld dat het vermoedelijk een Fiat Punto of Grande Punto betreft.98.
-1.40 uur komt een persoon de zijstraat van de Croonstadtstraat uitlopen en legt iets onder de struiken.99.
-1.42 uur rijdt een auto (gelijkend op de auto die om 1.38 uur de zijstraat van de Croonstadtlaan inrijdt) de zijstraat van de Croonstadtlaan uit en verdwijnt uit beeld.100.
-1.43 uur komt over de Constructieweg een Mercedes met taxibordje op het dak aanrijden.101.
-1.45 uur komt de Mercedes uit de richting van het Raadhuisplein en stopt bij bosschages waar eerder iets onder de struiken was gelegd.102.
Iemand stapt uit, pakt iets onder bosschages en stapt weer in. De Mercedes rijdt verder richting Bozenhoven. Naast de bestuurder en de bijrijder zit er iemand op de achterbank. De Mercedes verdwijnt uit beeld van de camera’s.103.
Door een voertuigdeskundige is vastgesteld dat het vermoedelijk een Mercedes E-model betrof, en dat het - gezien het voorwerp op het dak - een taxi uitvoering zal betreffen.104.
Bevindingen telefoonnummer [telefoonnummer] [hierna: [telefoonnummer] ] (medeverdachte [medeverdachte] )
In Amsterdam liep een onderzoek genaamd 13KRAAK dat was gericht op handel in verdovende middelen. In dit onderzoek hebben diverse taps gelopen. Over één van de taps kwamen gesprekken met het tegennummer [telefoonnummer] . De gebruiker van dit telefoonnummer werd [bijnaam] genoemd. Op basis van een waarneming van het observatieteam werd geconcludeerd dat de gebruiker van het nummer [telefoonnummer] [medeverdachte] was. [medeverdachte] had bovendien de bijnaam [bijnaam] , aangezien hij regelmatig op scooters reed en werd vergeleken met Holleeder.105.
Telefoonnummer [telefoonnummer] straalt op 11 mei 2014 om 21.42 uur een paal aan in Amsterdam.
Van 21.45 uur tot 12 mei 2014 te 1.05 uur heeft [telefoonnummer] geen contacten.
Op 12 mei 2014 om 01:05 uur straalt het nummer [telefoonnummer] palen aan in de omgeving van Loenen aan de Vecht en belt op dat moment naar het telefoonnummer [telefoonnummer] . Daarna belt [telefoonnummer] nog twee keer met het nummer [telefoonnummer] om 1.23 en om 1.38 uur. Om 1.38 uur stralen beide nummers een paal op de Nyverheidsweg in Mijdrecht aan.106.Het nummer [telefoonnummer] wordt hierna niet meer gebruikt.107.Op 12 mei 2014 vanaf 1.59 uur straalt [telefoonnummer] palen aan in Amsterdam.108.
Bevindingen telefoonnummer [telefoonnummer] [hierna: * [telefoonnummer] ]
Op de camerabeelden in Mijdrecht is te zien dat een persoon tussen 1.16 uur en 1.18 uur [vermoedelijk, hof] belt. Op dat moment stralen 3 telefoonnummers een mast aan in Mijdrecht, waaronder telefoonnummer * [telefoonnummer] . De andere 2 telefoonnummers kunnen op basis van telecomgegevens worden uitgesloten als inzittenden van de VW Golf. Zij hebben namelijk ook contact met deze mast voordat de VW Golf arriveert.
Telefoonnummer * [telefoonnummer] wordt op 31 maart 2014 in gebruik genomen tot 12 mei 2014.
Het telefoonnummer * [telefoonnummer] heeft zeer frequent contact met de telefoonnummers:109.
* [telefoonnummer] vermoedelijk [betrokkene 1]110.
* [telefoonnummer] vermoedelijk [broer verdachte]111.
Telefoonnummer * [telefoonnummer] straalt op 11 mei 2014 om 21.48 uur een paal aan in Amsterdam. Vervolgens maakt het een beweging naar het Osdorpplein en straalt daarna om 23.50 uur palen aan langs de A10, eerst op de Parnassusweg112.en daarna op de Barbara Strozzilaan.
Van 23.50 uur tot 1.09 uur heeft * [telefoonnummer] geen contacten.
Op 12 mei 2014 om 1.09 uur straalt * [telefoonnummer] een paal aan in Vinkeveen en belt dan naar telefoonnummer * [telefoonnummer] . Direct daarop belt * [telefoonnummer] naar het telefoonnummer * [telefoonnummer] .
Vanaf 1.11 uur straalt * [telefoonnummer] palen aan in Mijdrecht op de [adres] .113.Het nummer heeft meermalen contact met de telefoonnummers * [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] .
De telefoonnummers * [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] stralen vanaf 1.41 uur ook palen in Mijdrecht aan.114.
Na 1.47 uur straalt * [telefoonnummer] geen palen in Mijdrecht meer aan.115.Na 1.49 uur stralen * [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] geen palen in Mijdrecht meer aan. Vanaf 2.11 uur stralen de nummers * [telefoonnummer] , * [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] palen in Amsterdam aan.116.Het nummer * [telefoonnummer] wordt na 12 mei 2014 niet meer gebruikt.117.
Overzicht bevindingen camerabeelden en telefoonbewegingen 12 mei 2014 omgeving Mijdrecht. 118.
1.05
uur - [telefoonnummer] ( [medeverdachte] - Loenen aan de Vecht) belt naar [telefoonnummer] (Amsterdam).
1.09
uur - * [telefoonnummer] (Vinkeveen) belt naar * [telefoonnummer] (Amsterdam).
1.13
uur - camerabeelden: VW Golf arriveert in Mijdrecht en rijdt naar Croonstadtlaan.
1.15
uur - camerabeelden: in Mijdrecht lopen twee personen rond.
1.16
uur - camerabeelden: man 1 belt als telefoonnummer * [telefoonnummer] palen in Mijdrecht aanstraalt.
1.38
uur - [telefoonnummer] ( [medeverdachte] - Mijdrecht) belt naar [telefoonnummer] (Mijdrecht).
1.38
uur - camerabeelden: kleine auto (mogelijk Fiat Punto) arriveert in Mijdrecht.
1.42
uur - camerabeelden: kleine auto vertrekt uit Mijdrecht.
1.16
uur - * [telefoonnummer] (Mijdrecht) belt naar * [telefoonnummer]119., * [telefoonnummer] belt * [telefoonnummer] .
1.41
uur - * [telefoonnummer] (Mijdrecht) stuurt sms naar * [telefoonnummer] (Mijdrecht).
1.43
uur - * [telefoonnummer] (Mijdrecht) stuurt sms naar * [telefoonnummer] (Mijdrecht).
1.45
uur - getuige maakt melding van verdachte personen op Bozenhoven te Mijdrecht.
1.45
uur - camerabeelden: Mercedes taxi arriveert in Mijdrecht, en rijdt weer weg uit Mijdrecht.
1.59
uur - [telefoonnummer] straalt palen aan in Amsterdam
2.11
uur - * [telefoonnummer] , * [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] stralen palen in Amsterdam aan.
Relatie * [telefoonnummer] en verdachte
Telecomanalyse telefoonnummer * [telefoonnummer]
Het nummer * [telefoonnummer] heeft zeer frequent contact, namelijk 285 keer in een periode van 44 dagen, met * [telefoonnummer] op naam van [vriendin verdachte] .120.Zij is de vriendin van verdachte.121.Verder heeft het nummer * [telefoonnummer] frequent contact, namelijk 152 keer in een periode van 44 dagen, met nummer * [telefoonnummer] waaraan de naam van [broer verdachte] is gekoppeld, de broer van verdachte.122.
Het telefoonnummer * [telefoonnummer] straalt voornamelijk palen aan in de omgeving van de [adres] in Amsterdam. Er is regelmatig contact met telefoonnummers te koppelen aan [betrokkene 1] en [betrokkene 2] . [betrokkene 1] werkt in de snackbar van zijn broer [betrokkene 2] aan de [adres] . Verdachte wordt zowel samen met [betrokkene 1] als met [betrokkene 2] gezien.123.
Voor en na rustperiodes wordt het telefoonnummer voornamelijk gebruikt in de omgeving van de [adres] in Amsterdam en Westgaarde in Amsterdam. Verdachte staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) op het adres [adres] in [plaats] . Dit is in de omgeving van de [adres] . De broer van verdachte, [broer verdachte] , staat ingeschreven op [adres] in [plaats] . Dit is in de omgeving van [adres] .124.
Nadat telefoonnummer * [telefoonnummer] op 12 mei 2014 uit de lucht gaat, is er vanaf 16 mei veelvuldig contact tussen het telefoonnummer van [vriendin verdachte] en telefoonnummer * [telefoonnummer] . Wanneer telefoonnummers * [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] kort na elkaar worden gebruikt blijkt dat dezelfde masten worden aangestraald. Hierop zijn geen uitzonderingen aangetroffen.125.
[verdachte] heeft ter zitting in hoger beroep verklaard dat het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer] zijn telefoonnummer is.126.
Op basis van taps op het telefoonnummer van [vriendin verdachte] en op telefoonnummers van haar ouders kan worden achterhaald dat [verdachte] vanaf 14 augustus (het hof begrijpt: 2014) gebruik maakt van het telefoonnummer * [telefoonnummer] .127.
Bij een doorzoeking op de [adres] in [plaats] (GBA-adres [broer verdachte] ) werd op 16 december 2014 aangetroffen:
- een telefoon met IMEI-nummer [imei-nummer] . Dit IMEI-nummer is gebruikt in combinatie met * [telefoonnummer] .128.
Stemvergelijking telefoonnummers * [telefoonnummer] , * [telefoonnummer] en * [telefoonnummer]
In het onderzoek is de telecommunicatie afgeluisterd van het telefoonnummer [telefoonnummer] ( * [telefoonnummer] ). Gehoord werd dat het nummer op een enkele uitzondering na werd gebruikt door dezelfde man. Deze man sprak doorgaans Nederlands, maar ook hier en daar Arabisch. Deze man werd aangesproken met de volgende namen: [naam 1] , [naam 1] en [naam 1] . In een gesprek stelde de gebruiker van * [telefoonnummer] zichzelf voor als het broertje van [broer verdachte] .129.
Volgens de GBA heeft [familienaam 1] de volgende broers:
[verdachte] [1991] , [adres] te [woonplaats]
[naam 2] [geboortedatum 1] , [adres] te [plaats]
[naam 3] [geboortedatum 2] , geëmigreerd d.d. 03-01-2013.130.
Bij het uitluisteren van gesprekken binnen het onderzoek 13Overspelt waarbij contact is met de nummers [telefoonnummer] (onder andere van 4 mei 2014) en [telefoonnummer] werd door de uitluisteraar gehoord dat de stem van de gebruiker van het nummers * [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] de stem was van de hem inmiddels bekende en hiervoor genoemde [verdachte] .131.
Grijze taxi Mercedes en telefoonnummer * [telefoonnummer]
Het telefoonnummer [telefoonnummer] komt voor in Blue View en is gekoppeld aan de bestuurder (taxichauffeur) van een grijze-zilverkleurige taxi met blauwe kentekenplaten in verband met een beroving.132.Uit het politierapport bleek dat er door de taxichauffeur naar het slachtoffer van de beroving gebeld was met het telefoonnummer [telefoonnummer] .133.Het slachtoffer herkende [broer verdachte] als de man die hen beroofd had op een door de politie getoonde foto.134.
[broer verdachte] is de broer van [verdachte] . [broer verdachte] , vennoot bij [bedrijf] , heeft sinds 11 februari 2014 een grijze Mercedes Benz op naam staan voorzien van blauwe kentekenplaten. In de dakrail zit een contactpunt voor een aansluiting van een verlicht bord.135.
Overweging met betrekking tot het bewijs
De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte de gebruiker is geweest van het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer] . Ook kan niet worden bewezen dat verdachte die betreffende nacht (12 mei 2014) gebruiker is geweest van dat telefoonnummer. Tot slot kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat de gebruiker van dat telefoonnummer medepleger is geweest van de overval en de schietpartij. De raadsman heeft verzocht om de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte] uit te sluiten van het bewijs. De raadsman heeft verwezen naar de post-Vidgen uitspraak van de Hoge Raad van 29 januari 2013 (ECLI:NL:HR:2013:BX5539) en aangevoerd dat de verdediging de verklaringen van [medeverdachte] betwist, in elk geval, maar niet uitsluitend, op die onderdelen die betrekking hebben op het aantal betrokken personen, de mate van hun betrokkenheid, de reden om naar Mijdrecht te gaan en de in Mijdrecht betrokken personen. Nu de verdediging [medeverdachte] niet heeft kunnen ondervragen ( [medeverdachte] heeft zich op zijn verschoningsrecht beroepen), is het gebruik van de verklaringen van [medeverdachte] volgens de raadsman in strijd met artikel 6 EVRM.
Het hof overweegt ten aanzien van het bewijs het volgende.
Gebruiker van het telefoonnummer * [telefoonnummer]
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen blijkt dat het nummer * [telefoonnummer] vanaf het moment dat het in gebruik is genomen op 31 maart 2014 tot 13 mei 2014 veelvuldig (gemiddeld meer dan zes keer per dag) contact heeft gehad met de telefoon die in gebruik is bij [vriendin verdachte] , de vriendin van verdachte [verdachte] . Ook heeft het nummer * [telefoonnummer] veelvuldig (gemiddeld meer dan drie keer per dag) contact gehad met de telefoon die in gebruik is bij [broer verdachte] , de broer van verdachte. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat de gebruiker in zeer nauwe respectievelijk nauwe betrekking staat tot beide personen. Naar het oordeel van het hof voldoet verdachte aan dit profiel. Hiertegen heeft verdachte niets kunnen inbrengen. Hij heeft tijdens de zitting van het hof voor het eerst een verklaring afgelegd, maar hij heeft niet gezegd wie de gebruiker is van nummer * [telefoonnummer] , ofschoon hij – indien hij dat echt niet zou hebben geweten – via [vriendin verdachte] (waarmee hij nog steeds een relatie heeft) en zijn broer, had kunnen achterhalen wie de gebruiker van dat nummer was. [vriendin verdachte] en [broer verdachte] , die bij de rechter-commissaris als getuigen zijn gehoord, hebben niet gezegd dat een ander dan verdachte de gebruiker was van het nummer * [telefoonnummer] , terwijl dit wel mocht worden verwacht. Immers gelet op frequentie van het contact tussen hun telefoonnummers met nummer * [telefoonnummer] , kan er van uit worden gegaan dat zij beiden wisten wie de gebruiker was van nummer * [telefoonnummer] . Een reden waarom zij dit niet konden of durfden te zeggen is door hen niet naar voren gebracht en blijkt ook niet uit het dossier.
De zeer sterke aanwijzing dat verdachte de gebruiker moet zijn geweest van het nummer * [telefoonnummer] die uit het bovenstaande volgt, wordt nog verder versterkt door stemherkenning die verdachte koppelt aan het nummer * [telefoonnummer] . Het hof acht deze herkenning van betekenis voor het bewijs, aangezien deze afkomstig is van een verbalisant die honderden gesprekken van nummer * [telefoonnummer] heeft beluisterd.
Uit de telecomanalyse blijkt dat het telefoonnummer veel wordt gesignaleerd in Amsterdam-West. Dit sluit verdachte niet uit als gebruiker van * [telefoonnummer] .
Tot slot is uit de bewijsmiddelen gebleken dat * [telefoonnummer] op 12 mei 2014 uit de lucht is gegaan en dat er vervolgens vanaf 16 mei veelvuldig contact is tussen het telefoonnummer van [vriendin verdachte] en telefoonnummer * [telefoonnummer] , het telefoonnummer van verdachte. Wanneer telefoonnummers * [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] (voordien) kort na elkaar worden gebruikt blijkt dat dezelfde masten worden aangestraald. Hierop zijn geen uitzonderingen aangetroffen.
Op grond van het voorgaande komt het hof tot het oordeel dat verdachte de vaste gebruiker is geweest van * [telefoonnummer] .
Gebruik van het telefoonnummer * [telefoonnummer] op 12 mei 2014
Zoals hiervoor is overwogen was verdachte de vaste gebruiker van het nummer. Hij heeft niet verklaard dat hij zijn telefoon heeft uitgeleend. Er zijn ook geen signalen dat een ander dan verdachte de telefoon op 12 mei 2014 gebruikte. Ook sluit de verklaring van getuige [getuige] dit niet uit. Voorts leidt het hof uit de camerabeelden, de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] in combinatie met de telecomgegevens af dat dat [broer verdachte] , de broer van verdachte, de gebruiker van het nummer * [telefoonnummer] heeft opgehaald in Mijdrecht. Uit deze combinatie van gegevens volgt naar het oordeel van het hof dat verdachte ook op 12 mei 2014 de gebruiker is geweest van het telefoonnummer * [telefoonnummer] .
Betrokkenheid overval
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen blijkt dat er sprake was van vier daders, die voor de overval gezamenlijk in een Volkswagen Golf vanuit Amsterdam-West naar Utrecht zijn gereden. Uit de telecomanalyse blijkt dat het telefoonnummer * [telefoonnummer] om 23.50 uur palen langs de A10 aanstraalde, eerst op de Parnassusweg en daarna op de Barbara Strozzilaan.
Uit de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] leidt het hof af dat de daders na de overval met zijn drieën zijn gevlucht en naar Mijdrecht zijn gereden. Ze zijn omstreeks 01.13 uur in Mijdrecht aangekomen en [medeverdachte] heeft iemand gebeld om hem op te halen. [medeverdachte] heeft verklaard dat hij door iemand is opgehaald en dat de andere twee heen en weer liepen. [medeverdachte] is opgehaald door een Fiat Punto en naar het ziekenhuis gebracht. De andere twee daders zijn niet met hem meegereden.
Op de camerabeelden in Mijdrecht is te zien dat twee personen in de omgeving van de Bozenhoven en de Croonstadtlaan in Mijdrecht heen en weer lopen. Omstreeks 01.16 uur wordt door één van hen gebeld. Op dat moment straalt het telefoonnummer * [telefoonnummer] van verdachte een paal in Mijdrecht aan. Ongeveer tien minuten daarvoor straalde het telefoonnummer * [telefoonnummer] een zendmast in Vinkeveen aan en straalde het telefoonnummer van [medeverdachte] een paal in Loenen aan de Vecht aan.
Op de camerabeelden is te zien dat om 01.38 uur een Fiat Punto in Mijdrecht arriveert, die om 1.42 uur Mijdrecht weer verlaat. [medeverdachte] is door deze Fiat Punto in Mijdrecht opgehaald en is vervolgens naar een ziekenhuis in Amsterdam gebracht.
Op basis van de verklaring van [medeverdachte] , de telecomgegevens en de camerabeelden blijkt dat * [telefoonnummer] gelijktijdig met [medeverdachte] via Vinkeveen naar Mijdrecht is gereisd. Voorts volgt uit de telecomgegevens dat verdachte vanuit Mijdrecht via het nummer van [betrokkene 1] zijn broer [broer verdachte] belt, kennelijk met het verzoek hem in Mijdrecht op te halen. De telefoons van [betrokkene 1] en [broer verdachte] stralen vanaf 1.41 uur ook palen in Mijdrecht aan. Omstreeks 01.45 uur arriveert vervolgens een Mercedes taxi in Mijdrecht. [broer verdachte] beschikt over een dergelijke taxi. Vervolgens verdwijnen de twee in Mijdrecht rondlopende personen en de taxi uit beeld. Vanaf 2.11 uur stralen de nummers * [telefoonnummer] van verdachte, * [telefoonnummer] van [betrokkene 1] en * [telefoonnummer] van [broer verdachte] weer palen aan in Amsterdam. Na 12 mei 2014 is er geen gebruik meer gemaakt van nummer * [telefoonnummer] .
Het hof stelt op grond van het voorgaande vast dat de gebruiker van het nummer * [telefoonnummer] , verdachte [verdachte] , om 23.50 uur samen met de drie andere overvallers in de Volkswagen Golf onderweg was van Amsterdam-West naar Utrecht en na de overval samen met [medeverdachte] en een mededader in de Volkswagen Golf naar Mijdrecht is gereden, daar is opgehaald, naar Amsterdam is gebracht en nummer * [telefoonnummer] buiten werking heeft gesteld. Hieruit volgt dat verdachte één van de overvallers is geweest van de woning op [adres] te Utrecht.
Met betrekking tot het verweer van de raadsman strekkende tot bewijsuitsluiting van de verklaringen van [medeverdachte] wegens strijd met artikel 6 EVRM overweegt het hof het volgende. Anders dan de raadsman is het hof van oordeel dat de verklaringen van [medeverdachte] in voldoende mate steun vinden in andere bewijsmiddelen, waaronder de telecomanalyse, de camerabeelden en de verklaringen van de getuigen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , en dit steunbewijs ook betrekking heeft op die onderdelen van de verklaringen van [medeverdachte] die door de verdediging worden betwist. Het verweer wordt verworpen.
Betrokkenheid poging doodslag
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen blijkt dat verdachte en de medeverdachten met (in elk geval drie) geladen vuurwapens naar de woning van de familie [slachtoffer 1] zijn gegaan om een overval te plegen. Na de overval zijn de verdachten gevlucht voor de politie, naar een vluchtauto die voorafgaand aan de overval was klaargezet. Daarbij is met twee verschillende vuurwapens in de richting van politieagenten geschoten. Niet kan worden vastgesteld of verdachte één van de schutters is geweest. Het hof is echter van oordeel dat niettemin verdachte medepleger is geweest van de pogingen doodslag op de agenten.
Verdachte had een geladen wapen bij zich. Uit de hierboven genoemde bewijsmiddelen volgt immers dat de daders vier wapens bij zich hadden. Met twee daarvan is geschoten, een derde wapen is geladen aangetroffen op de plaats delict. Het vierde wapen is ongeladen gevonden in het Flevopark, maar dit behoorde toe aan [medeverdachte] . Verdachte kon ervan uitgaan dat ook zijn mededaders waren voorzien van geladen vuurwapens. Gelet op het feit dat de daders rekening hielden met de aanwezigheid van bewapende beveiligers en het feit dat de daders zelf voorzien waren van geladen vuurwapens, kan het niet anders dan dat die daders (waaronder verdachte) er rekening mee hebben gehouden dat tijdens of na de overval zodanig verzet zou worden gepleegd dat door één of meer van de overvallers (terug)geschoten zou worden in de richting van anderen die een bedreiging zouden vormen voor de veiligheid van de overvallers of de vlucht van die overvallers zouden beletten.
Door de overvallers is ook daadwerkelijk geschoten, alleen niet in de richting van beveiligers (die niet aanwezig bleken te zijn), maar in de richting van twee politieagenten die gewaarschuwd waren en bij de woning arriveerden op het moment dat de overval gaande was. Eén van de agenten (die achter de overvallers aan naar buiten was gegaan) zag dat een medeverdachte een vuurwapen in handen had en voelde zich bedreigd toen die medeverdachte zich naar hem toedraaide waarna hij in de richting van die medeverdachte schoot. Daarop ontstond een vuurgevecht tussen de daders en de twee politieagenten, welk vuurgevecht de vlucht voor de daders mogelijk maakte.
Deze gang van zaken (een vuurgevecht om de vlucht van de overvallers mogelijk te maken, waarbij er door de overvallers gericht geschoten werd op anderen) is gelet op bovengenoemde omstandigheden te beschouwen als een zo waarschijnlijke mogelijkheid dat verdachte en zijn mededaders zich die mogelijkheid (voor en tijdens die overval) gerealiseerd moeten hebben, waardoor die mogelijkheid besloten lag in de nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn mededaders voorafgaand en tijdens gepleegde overval en dus ook tijdens de pogingen doodslag op de agenten gesproken kan worden van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn mededaders.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1: hij op of omstreeks 12 mei 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland,
tussen 00:30 en 00:41, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde
tijd, in een woning (gelegen aan [adres] te Utrecht),
tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
-een tas met inhoud (onder meer sleutels, een geldbedrag van ongeveer EUR 700
en/of een portemonnee (waarin een geldbedrag van ongeveer EUR 600));
-een I-pod en/of een I-phone;
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn
mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor
te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad
aan zichzelf en aan andere deelnemers van voormeld misdrijf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte en/of zijn mededaders:
-gewapend met vuurwapens, althans daarop gelijkende voorwerpen, de woning aan
[adres] zijn binnengedrongen;
-vuurwapens hebben gericht op die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] ;
-meermalen tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] hebben gezegd: "waar is het geld?",
althans woorden van gelijke aard of strekking;
-hebben geschoten met een vuurwapen in de woning (in de richting van/op een
televisie);
-meermalen tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] hebben geroepen: "als je geen geld
geeft dan maken we jullie dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of
strekking;
-tiewraps, althans op handboeien gelijkende voorwerpen, hebben gebonden om de
polsen van voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] ;
-die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] onder bedreiging van vuurwapens hebben gedwongen
mee te lopen naar een kluis in een slaapkamer;
-tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] hebben gezegd: "de kluis moet open", "als
jullie geen geld geven dan vermoorden we jullie" en/of "ik schiet je kind
dood", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
-die [slachtoffer 1] meermalen hebben geslagen, geschopt en/of geduwd;
-die [slachtoffer 2] meermalen hebben geslagen, geschopt en/of geduwd;
2:
hij op of omstreeks 12 mei 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland,
tussen 00:30 en 00:41, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde
tijd, in een woning (gelegen aan [adres] te Utrecht),
tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen,
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de
afgifte van:
-een ketting met hanger;
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde
[slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn
mededaders, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en)
dat hij, verdachte en/of zijn mededaders:
-gewapend met vuurwapens, althans daarop gelijkende voorwerpen, de woning aan
[adres] zijn binnengedrongen;
-vuurwapens hebben gericht op die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] ;
-meermalen tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] hebben gezegd: "waar is het geld?",
althans woorden van gelijke aard of strekking;
-hebben geschoten met een vuurwapen in de woning (in de richting van/op een
televisie);
-meermalen tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] hebben geroepen: "als je geen geld
geeft dan maken we jullie dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of
strekking;
-tiewraps, althans op handboeien gelijkende voorwerpen, hebben gebonden om de
polsen van voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] ;
-die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] onder bedreiging van vuurwapens hebben gedwongen
mee te lopen naar een kluis in een slaapkamer;
-tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] hebben gezegd: "de kluis moet open", "als
jullie geen geld geven dan vermoorden we jullie" en/of "ik schiet je kind
dood", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
-die [slachtoffer 1] meermalen hebben geslagen, geschopt en/of geduwd;
-die [slachtoffer 2] meermalen hebben geslagen, geschopt en/of geduwd;
3:
hij op of omstreeks 12 mei 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met anderen, althans alleen, opzettelijk de
opsporingsambtena(a)r(en), in het onderzoek 09Rijk14 aangeduid met (de)
nummer(s) 790441 en/of 768849 van het leven te beroven, tezamen en in
vereniging met anderen, althans alleen, met dat opzet als volgt heeft
gehandeld, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
meermalen met vuurwapens geschoten in de richting van voornoemde
opsporingsambtena(a)r(en), die zich in de (directe) nabijheid van hem,
verdachte en zijn mededaders bevonden,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid,
welke vorenomschreven poging doodslag werd vergezeld van en/of voorafgegaan
door strafbare feiten, althans enig strafbaar feit, te weten
-diefstal met geweld en/of bedreiging met geweld in vereniging;
-afpersing in vereniging;
-gijzeling in vereniging,
en welke poging doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van
die feiten, althans dat feit, gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping
op heterdaad, aan zichzelf en aan de andere deelnemers straffeloosheid en/of
het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
4: hij op of omstreeks 12 mei 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen,
opzettelijk één of meer personen, genaamd [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] (zijnde de
kinderen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] )
wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden,
met het oogmerk anderen, te weten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te dwingen iets te doen
of niet te doen,
te weten een hoeveelheid geld aan verdachte en/of zijn mededaders af te geven
en/of aan te wijzen waar zich geld bevindt,
immers hebben hij, verdachte en/of zijn mededaders:
-onder bedreiging van vuurwapens die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5]
gedwongen te zitten op een bank in een (woon)kamer van hun woning;
-tiewraps, althans op handboeien gelijkende voorwerpen, gebonden om de polsen
van voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] ;
-die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gedwongen mee te lopen naar een kluis in een
slaapkamer;
-tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd: "waar is het geld", "de kluis moet
open", "ik schiet je kind dood" en/of "als jullie geen geld geven dan
vermoorden we jullie", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of
strekking;
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van poging tot doodslag, voorafgegaan van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan dat feit hetzij straffeloosheid hetzij het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren, meermalen gepleegd.
Het onder 4 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van gijzeling, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden- dat verdachte zich samen met zijn mededaders schuldig heeft gemaakt aan een overval op een woning, afpersing, gijzeling en poging tot doodslag op twee politieagenten.
De verdachten hebben de familie [familienaam 2] ’s nachts overvallen in hun woning. De verdachten droegen bivakmutsen en hadden geladen vuurwapens bij zich. In de woning waren ten tijde van de overval naast het echtpaar [familienaam 2] ook de oma en vier kinderen aanwezig. De daders hebben mevrouw [slachtoffer 2] gedwongen haar ketting af te geven, geld en andere voorwerpen weggenomen, de slachtoffers vastgebonden en het echtpaar [familienaam 2] willen dwingen om (nog meer) geld af te geven. Een van de overvallers heeft in de woning in de televisie geschoten. Er is gedreigd om de slachtoffers en ook de kinderen dood te schieten als zij geen geld gaven. Ook is dhr. [slachtoffer 1] overgoten met een blauwe vloeistof en werd er gedreigd dat hij in brand zou worden gestoken. Hij werd geschopt en geslagen en zijn vrouw werd ook geslagen.
De gevolgen van een overval als de onderhavige zijn voor de slachtoffers zeer ingrijpend. Zij hebben geweld, vernedering en doodsangsten moeten ondergaan in hun eigen woning, bij uitstek de plek waar iemand zich veilig moet voelen. De ervaring leert dat de slachtoffers zich nog lange tijd onveilig zullen voelen, ook in hun eigen woning. Daarnaast worden gevoelens van onveiligheid en onrust in de samenleving veroorzaakt. De verdachten hebben bij het plegen van het feit puur uit financieel gewin gehandeld en schuwden daarbij geen geweld. Zij hebben zich geen moment bekommerd om de slachtoffers. Zij hebben door hun handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers.
Ook de gevolgen van de schietpartij op de twee agenten zijn zeer ingrijpend. Het betreft een zeer ernstig feit en het is niet aan de verdachten te danken dat het uiteindelijk bij een poging is gebleven en dat geen van de agenten (dodelijk) gewond is geraakt. Dit heeft de agenten in eerste instantie persoonlijk getroffen. Zij zijn geheel onverwacht in een situatie terechtgekomen waarin de dood of het leven van henzelf en van de verdachten op het spel stond. Hoe professioneel zij ook hebben gehandeld, het kan niet anders dan dat dit diepe indruk heeft gemaakt op de agenten. Naast deze persoonlijke consequenties staan de gevolgen voor de politie als geheel. De politie is essentieel voor het voortbestaan van een veilige samenleving. Zij kan haar werk echter onmogelijk doen als zij moet vrezen voor potentieel dodelijk geweld van degenen die de wet overtreden. De straf in de onderhavige zaak moet tot uitdrukking brengen dat dergelijk geweld op geen enkele wijze kan worden getolereerd.
Het hof heeft bij de strafoplegging voorts in aanmerking genomen dat het om een gewelddadige, goed voorbereide woningoverval gaat. Er is een voorverkenning geweest, de taken zijn van tevoren besproken en er zijn bivakmutsen en geladen vuurwapens meegenomen naar de woning. Ook stond er een vluchtauto klaar. Na de overval zijn de daders gevlucht en is er rond de woning met (waarschijnlijk) een Kalasjnikov en een machinepistool geschoten in de richting van twee politieagenten.
Naar het oordeel van het hof zijn de door verdachte gepleegde feiten zo ernstig en voor de direct betrokkenen en de samenleving zo verontrustend dat alleen een langdurige vrijheidsbenemende straf in aanmerking komt.
Bij de hoogte van de op te leggen gevangenisstraf houdt het hof rekening met het feit dat uit een Uittreksel Justitiële Documentatie betreffende verdachte van 28 december 2016 blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld wegens soortelijke feiten.
Gelet op al het voorgaande, de aard en de ernst van de feiten, waaronder een poging tot gekwalificeerde doodslag op twee politieagenten, is naar het oordeel van het hof oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 11 jaar passend en geboden.
Vordering van de benadeelde partij 768849
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 4.000,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 3 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij 790441
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 4.000,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 3 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 11 (elf) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de teruggave aan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- telefoon HTC Desire HT.
Vordering van de benadeelde partij 768849
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij 768849 ter zake van het onder 3 bewezen verklaarde tot het bedrag van € 4.000,00 (vierduizend euro) ter zake van immateriële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd 768849, ter zake van het onder 3 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 4.000,00 (vierduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 50 (vijftig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Vordering van de benadeelde partij 790441
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij 790441 ter zake van het onder 3 bewezen verklaarde tot het bedrag van € 4.000,00 (vierduizend euro) ter zake van immateriële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd 790441, ter zake van het onder 3 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 4.000,00 (vierduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 50 (vijftig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Aldus gewezen door
mr. M.E. van Wees, voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. J.D. den Hartog, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. I.I.D. Leene, griffier,
en op 7 februari 2017 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 7 februari 2017.
Tegenwoordig:
mr. M.E. van Wees, voorzitter,
mr. A.H.J.M. Damen, advocaat-generaal,
mr. D. Mientjes, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 07‑02‑2017
Zie pagina 300 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 308 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 309 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 301 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 309 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 310 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 301 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 322 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 323 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 332 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 323 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 324 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 334 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 327 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 324 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 325 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 326 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 366-367 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 374 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 70 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 91 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 92 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 71 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 100 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 101 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 72 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 109 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 112 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 72 en 101 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 73 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 74 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 75 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 78 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 79 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 76 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 122 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 390 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 391 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 395 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 396 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 391 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 398-399 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 402 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 403 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 399 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 79-80 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 101 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 81 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 134 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 84 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 133 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 85 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 86 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 85 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 90 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 23 (plattegrond) en pagina 27 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 23 (plattegrond) en pagina 27 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 23 (plattegrond) en pagina 89 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 23 (plattegrond) en pagina 27 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 23 (plattegrond) en pagina 65 (foto) van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 23 (plattegrond) en pagina 27 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 23 (plattegrond) en pagina 89 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 23 (plattegrond) en pagina 27-28 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 3 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina’s 609 en 610 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 401 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 11 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 474 e.v. van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 32 en pagina 36-38 (foto’s) van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 477 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 224 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 110 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 31 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 30 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 482-483 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 31 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 30 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 482-483 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 30 en pagina 65 (foto’s) van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 88 en 90 en pagina 99 (foto) van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 482-483 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 3 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie het verhoor van verbalisant 768849 bij de raadsheer-commissaris op 8 september 2016, pagina 4 laatste alinea en de bijbehorende tekening
Zie het verhoor van verbalisant 790441 bij de raadsheer-commissaris op 8 september 2016, pagina 3, tweede en vijfde alinea, en de bijbehorende luchtfoto.
Zie pagina 396 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 26 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 462 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 25 en 172 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 328 van het proces-verbaal (forensisch dossier).
Zie pagina 479 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 480 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 481 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 486 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 493 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 501 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 501-502 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 507 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 508 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 509 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 510 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 514 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 515 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 517 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 648 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 678 en 682 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 648, 650 en 678 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 653 en 682 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 651 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 664 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 652 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 653 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 678-679 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 683 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 679 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 638 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 651 (voetnoot 12) van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 669-672 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 654 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 651 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Proces-verbaal verhoor van getuige [vriendin verdachte] afgelegd bij de rechter-commissaris in de rechtbank Midden-Nederland d.d. 8 juni 2015.
Zie pagina 651 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 651-652 en 689-691 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 652 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 652 en 679-680 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van het hof van 24 januari 2017.
Zie pagina 653 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 653 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 720 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 721 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 722 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 732 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 734 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 734 van het proces-verbaal (tactisch dossier).
Zie pagina 733 van het proces-verbaal (tactisch dossier).