Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/2.1
2.1 Inleiding
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS510881:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Wet van 2 juli 1986, Stb. 1986, 372.
Zie art. II Wet van 2 juli 1986, Stb. 1986, 372. Nadien is bij Wet van 23 mei 1990 (Stb. 1990, 379) een deel van deze Titel opnieuw ingevuld met bepalingen voor de rechtspleging in zaken van verkeersmiddelen en vervoer (art. 621-642 Rv).
Wet van 6 december 2001 tot herziening van het procesrecht voor burgerlijke zaken, in het bijzonder de wijze van procederen in eerste aanleg, Stb. 2001, 580 en Wet van 6 december 2001 tot aanpassing van de wetgeving aan de herziening van het procesrecht voor burgerlijke zaken, in het bijzonder de wijze van procederen in eerste aanleg, Stb. 2001, 581 (welke wetten krachtens het Besluit van 10 december 2001, Stb. 2001, 621 op 1 januari 2002 in werking zijn getreden), Wet van 8 september 2005 tot aanpassing van enkele onderdelen van het Wetboek van Burgerlijk Rechtsvordering en enige andere wetten in verband met het nieuwe procesrecht, Stb. 2005, 455 respectievelijk Art. II Wet van 13 mei 2004 tot Aanpassing van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet op de economische delicten ter uitvoering van richtlijn no. 2000/13 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (Pb LG 178) (Aanpassingswet richtlijn inzake elektronische handel), Stb. 2004, 210.
Parl. Gesch. Herz. Burgerlijk Procesrecht (VAN MIERLO/BART), blz. 32; zie Voorstellen tot wijziging van het Vierde Boek (Arbitrage), TvA 2005/Special, blz. 65-121 en Toelichting op voorstel tot wijziging van de Arbitragewet, TvA 2005/Special, blz. 123-180 (zie ook www.arbitragewet.nl).
De Nederlandse wettelijke regeling inzake arbitrage vormt het uitgangspunt van het onderzoek. Bij Wet tot hernieuwde vaststelling van de regelen omtrent de arbitrage in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van 2 juli 1986 (Stb. 1986, 372) zijn de Nederlandse wettelijke regels omtrent arbitrage opnieuw vastgesteld. Daarbij is aan het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een Vierde Boek toegevoegd waarin de nieuwe regels omtrent arbitrage zijn opgenomen (art. 1020-1076 Rv).
De huidige regels inzake arbitrage zijn op 1 december 1986 in werking getreden.1 De oude regelen omtrent arbitrage (de Eerste Titel van het Derde Boek met de art. 620-657 Rv van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering), daterend uit 1838, zijn komen te vervallen.2
Thans zal ik achtereenvolgens ingaan op de huidige regeling inzake arbitrage (art. 1020-1076 Rv), de Wet tot herziening van het procesrecht voor burgerlijke zaken (de wijziging van art. 1022 lid 3 Rv en art. 1068 Rv), de Aanpassingswet Burgerlijke Rechtsvordering (de wijziging van art. 76 Rv) en de Aanpassingswet Richtlijn inzake elektronische handel (de wijziging van art. 1021 Rv).3 Ik zal daarbij tevens aandacht besteden aan de wetsgeschiedenis en het overgangsrecht.
Ten slotte zal ik kort ingaan op het ontwerp tot herziening van de wettelijke regels inzake arbitrage van de werkgroep onder leiding van prof. mr. A.J. VAN DEN BERG.4
Aan het slot van dit hoofdstuk zal ik kort ingaan op buitenlands recht dat in de rechtsvergelijking wordt betrokken.