RvdW 2010/1377
Antilliaanse zaak. Niet-ontvankelijkverklaring OM onbegrijpelijk.
HR 16-11-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM0948
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 november 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
S 09/01236 A
- Conclusie
A-G Hofstee
- LJN
BM0948
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Rechtspraak
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM0948, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑11‑2010
- Wetingang
Sv BES art. 413 lid 5 sub c, art. 413 lid 7
Essentie
Niet-ontvankelijkverklaring van het OM in de vervolging komt als in art. art. 413, vijfde lid onder c, SvNA voorzien rechtsgevolg slechts in uitzonderlijke gevallen in aanmerking. Daarvoor is ingevolge dat artikellid alleen plaats indien door toedoen van de normschending geen sprake kan zijn van een eerlijk proces. Gelet hierop en in aanmerking genomen de in art. 413, zevende lid, SvNA gestelde eisen voor de beoordeling van aan de normschending te verbinden gevolgen, is het oordeel van het Hof dat de PG niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging niet begrijpelijk.
Samenvatting
Het Hof heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.