JWB 2016/238
Erfrecht
HR 24-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1272
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 juni 2016
- Zaaknummer
14/05926
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1272, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:247, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑11‑2014
- Wetingang
Art. 7:176 BW
Essentie
Erfrecht
Samenvatting
Casus
Het geschil speelt tussen een broer en een zus. Beiden hebben recht op de nalatenschap van hun moeder. Door de verdeling van de nalatenschap van hun vader jaren eerder zijn ze eigenaar geworden van diverse onroerende goederen van het agrarische bedrijf van hun vader. De zoon heeft zijn zus uitgekocht. De verhoudingen tussen de moeder en de zus was niet goed. Namens de zus zijn na het overlijden van moeder meerdere schenkingen van moeder aan de broer vernietigd, waarbij een beroep is gedaan op de geestelijke toestand van moeder.
Rechtsvraag
Heeft het Hof ten onrechte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.