NJ 2013/166
Geen noodweer, nu verdachte een andere kant had kunnen en moeten uitgaan.
HR 05-03-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ2947
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 maart 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma
- Zaaknummer
11/00591
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- LJN
BZ2947
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ2947, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑03‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ2947, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑01‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑10‑2011
- Wetingang
Essentie
Nadat zich in een café een incident had voorgedaan waarbij verdachte was belaagd en de sfeer buiten grimmig was en tegen hem gericht, heeft verdachte zich buiten het café begeven in de richting van de personen die hem later hebben aangevallen, waarna verdachte iemand met een mes heeft gesneden. Van een noodzakelijke verdediging tegen een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding kan niet worden gesproken, indien degene die zich verdedigt zich aan de (dreigende) aanranding had kunnen en moeten onttrekken. Het hof kon het beroep op noodweer verwerpen omdat verdachte buiten het café niet in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.