Aanwijzingsregeling Liftinstituut als instantie belast met EEG-typeonderzoek en EEG-controle liftonderdelen
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 27-04-1995
- Redactionele toelichting
In de Staatscourant is lid 2 niet genummerd.
- Bronpublicatie:
19-04-1995, Stcrt. 1995, 80 (uitgifte: 01-01-1995, regelingnummer: WBJA/W2/95/0381)
- Inwerkingtreding
27-04-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-1995, Stcrt. 1995, 80 (uitgifte: 01-01-1995, regelingnummer: WBJA/W2/95/0381)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het Liftinstituut verricht ten hoogste één maal per tijdvak van twaalf maanden een EEG-controle met betrekking tot liftonderdelen van een type ten aanzien waarvan door hem een verklaring van EEG-typeonderzoek is afgegeven. Het gaat daarbij na:
- a.
of de aanvrager beschikt over de in artikel 7, onder c, bedoelde uitrusting alsmede of de aanvrager met behulp van die uitrusting controleert of de liftonderdelen overeenstemmen met het type ten aanzien waarvan de verklaring van EEG-typeonderzoek is afgegeven;
- b.
of door hem genomen monsters van die onderdelen overeenstemmen met het type bedoeld onder a, en
- c.
of op die onderdelen geen merktekens en aanduidingen zijn aangebracht, die tot verwarring met het EEG-merkteken aanleiding kunnen geven.
2.
Indien de plaats waar het monster moet worden genomen, op het grondgebied van een andere lid-staat van de Europese Economische Gemeenschap, of van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte is gelegen, verzoekt het Liftinstituut een door die staat erkende instantie na te gaan of voldaan is aan het gestelde in de eerste zin, onder b, en hem van het resultaat daarvan in kennis te stellen.