Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/820
Verbintenissenrecht. Financieel recht. Waiverzaak. Diende hof te responderen op stelling afnemer dat tussenpersoon heeft gehandeld als orderremisier?
HR 16-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1167
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 juli 2021
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons
- Zaaknummer
20/01692
- Conclusie
plv. P-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1167, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:521, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑05‑2021
Essentie
Verbintenissenrecht. Financieel recht. Waiverzaak. Diende hof te responderen op stelling afnemer dat tussenpersoon heeft gehandeld als orderremisier?
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 20/01692
Datum 16 juli 2021
ARREST
In de zaak van
1. [eiser 1],
2. [eiseres 2], beiden wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: [eisers],
advocaat: A.C. van Schaick en voorheen ook N.E. Groeneveld-Tijssens,
tegen
DEXIA NEDERLAND B.V., gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Dexia,
advocaten: J. de Bie Leuveling Tjeenk en F.J.L. Kaptein.
Conclusie
Conclusie plv. P-G mr. M.H. Wissink:
1. Inleiding
1.1
Partijen worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.