Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 655/2014 tot vaststelling procedure betreffende het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen om grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken
Artikel 43 Door de bank gemaakte kosten
Geldend
Geldend vanaf 17-07-2014
- Bronpublicatie:
15-05-2014, PbEU 2014, L 189 (uitgifte: 27-06-2014, regelingnummer: 655/2014)
- Inwerkingtreding
17-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2014, PbEU 2014, L 189 (uitgifte: 27-06-2014, regelingnummer: 655/2014)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
1.
Een bank kan van de schuldeiser of de schuldenaar betaling of terugbetaling van de kosten van uitvoering van het bevel tot conservatoir beslag verlangen, op voorwaarde dat zij daartoe krachtens het recht van de lidstaat van tenuitvoerlegging met betrekking tot een gelijkwaardig nationaal bevel gerechtigd is.
2.
Bij het vaststellen van de vergoeding voor de in lid 1 bedoelde kosten houdt de bank rekening met de complexiteit van de uitvoering van het bevel tot conservatoir beslag. De vergoeding mag niet hoger zijn dan die welke voor de uitvoering van een gelijkwaardig nationaal bevel in rekening wordt gebracht.
3.
De door een bank berekende vergoeding voor de kosten van het verstrekken van de in artikel 14 bedoelde rekeninginformatie mag niet hoger zijn dan de werkelijke kosten en, in voorkomend geval, niet hoger zijn dan de vergoeding die in verband met een gelijkwaardig nationaal bevel voor het verstrekken van rekeninginformatie in rekening wordt gebracht.