RvdW 2010, 492
Geen novum, nu niet aannemelijk is gemaakt waarom getuigen terugkomen op hun verklaring.
HR 23-03-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL8331
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 maart 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos
- Zaaknummer
S 10/00030 H
- LJN
BL8331
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL8331, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑03‑2010
Essentie
Geen novum, nu niet aannemelijk is gemaakt waarom getuigen terugkomen op hun verklaring.
Partij(en)
Arrest op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 26 april 2002, nummer 21/000951-01, ingediend door mr. J.H. Schaap, advocaat te Arnhem, namens: [aanvrager].
Uitspraak
Hoge Raad:
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Zutphen van 24 april 2001 — de verdachte ter zake van ‘poging tot afpersing’ veroordeeld tot twee jaren gevangenisstraf.