Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het wegverkeer
Artikel 44
Geldend
Geldend vanaf 21-05-1977
- Bronpublicatie:
08-11-1968, Trb. 1974, 35 (uitgifte: 15-03-1974, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-05-1977
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-1997, Trb. 1997, 25 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
In het internationale verkeer dienen fietsen zonder motor:
- (a)
een goed werkende rem te hebben;
- (b)
uitgerust te zijn met een bel die op voldoende afstand hoorbaar is en geen ander apparaat voor het geven van geluidssignalen te hebben;
- (c)
uitgerust te zijn met een rode reflector aan de achterzijde en voorts met zodanige apparaten dat de fiets aan de voorzijde een wit of selectief geel licht kan tonen en een rood licht aan de achterzijde.
2.
Op het grondgebied van de Verdragsluitende Partijen die niet, overeenkomstig artikel 54, tweede lid, van dit Verdrag, een verklaring hebben afgelegd dat zij bromfietsen als motorfietsen behandelen, dienen bromfietsen in het internationale verkeer:
- (a)
twee onafhankelijke remmen te hebben;
- (b)
uitgerust te zijn met een bel of met een ander apparaat voor het geven van geluidssignalen dat op voldoende afstand hoorbaar is;
- (c)
uitgerust te zijn met een goed werkende geluiddemper op de uitlaat;
- (d)
zodanig te zijn uitgerust dat zij aan de voorzijde een wit of selectief geel licht kunnen tonen en een rood licht alsmede een rode reflector aan de achterzijde;
- (e)
het identificatiemerk te tonen als voorgeschreven in Bijlage 4 bij dit Verdrag.
3.
Op het grondgebied van de Verdragsluitende Partijen die, overeenkomstig artikel 54, tweede lid, van dit Verdrag, hebben verklaard dat zij bromfietsen als motorfietsen behandelen, worden bromfietsen tot het internationale verkeer toegelaten wanneer zij voldoen aan de voorwaarden voor motorfietsen, zoals vastgelegd in Bijlage 5 bij dit Verdrag.