NJ 1930, p. 466
Strekking der rekening-procedure. Schadevordering wegens wanpraestatie.
HR 16-01-1930, ECLI:NL:HR:1930:63, m.nt. Prof. E.M. Meijers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 januari 1930
- Magistraten
Mrs. Fentener van Vlissingen, Kosters, Schepel, Van Gelein Vitringa en Kirberger
- Zaaknummer
[16011930/NJ_1930,_p._466]
- Conclusie
Conclusie van den Proc.-Gen. Tak.
- Noot
Prof. E.M. Meijers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS152144:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1930:63, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑01‑1930
- Wetingang
(Rv art. 771.)
Essentie
Strekking der rekening-procedure. Schadevordering wegens wanpraestatie.
Samenvatting
De wettelijke regeling van de procedure tot het doen van rekening en verantwoording is alleen voor die gevallen gegeven, waarin iemand voor een ander beheer heeft gevoerd, d. w. z.: waarin iemand voor en ten behoeve van anderen ontvangsten en uitgaven of een van beide had te doen en daaromtrent rekenschap moet afleggen of wenscht af te leggen. Het Hof heeft de strekking dier procedure niet miskend door daarin niet toe te laten een debat over een schadevordering wegens wanpraestatie, die de gerendeerde stelt op den rendant te hebben.
Partij(en)
K. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.